Amsta: Actievoeren voor betere zorg

Geld voor de zorg, moet naar de zorg, vinden leden van de vakbond Abvakabo FNV. Medewerkers van de Amsterdamse zorginstelling Amsta legden vrijdagmiddag voor de derde keer in drie maanden het werk neer omdat ze vinden dat er te weinig zichbaar is van de 3,5 miljoen die door de overheid extra aan Amsta beschikbaar is gesteld. Maar wat merken de bewoners van de zorginstelling van zo’n staking?

“Heb je je wandelschoenen aan?” vraagt een actievoerster met een Indisch uiterlijk en een fluoriscerend geel hesje aan de verslaggeefster van een lokale nieuwszender. “We lopen zo naar het Paroolgebouw.” Het is half twee, vrijdagmiddag. Zo’n 75 mensen hebben zich verzameld bij de ingang van het Dr. Sarphatihuis in de Roetersstraat, een van de locaties van de Amsterdamse zorginstelling Amsta.

Een onaangekondigde sneeuwbui heeft de menigte het krappe halletje van het monumentale pand ingedreven. Daar worden posters uitgerold en kleurrijke bandana’s omgeknoopt. Vanachter het glas van de schuifdeur kijkt een bewoonster in een rolstoel toe. Ook zij heeft een bandana omgekregen. Ze glimlacht en zwaait even naar de actievoerders, die vanwege een kort geding dat Amsta tegen de vakbond heeft aangespannen het gebouw niet mogen betreden.

Actievoerders verzamelen zich voor het Dr. Sarphatihuis (Foto: Anne-Martijn van der Kaaden)
Actievoerders verzamelen zich voor het Dr. Sarphatihuis (Foto: Anne-Martijn van der Kaaden)

Cameraploeg
Een half uur eerder heeft AnneKee Hanssen, manager van het Dr. Sarphatihuis de lamellen in haar werkkamer gesloten. Ze heeft geen zin in de cameraploeg die op de stoep staat. De deur van haar werkkamer is die ochtend volgeplakt met pamfletten met de tekst ‘Strijd voor zorg’.

Als manager is Hanssen verantwoordelijk voor het personeel. Hoeveel van de in totaal tweehonderd medewerkers van het Sarphatihuis het werk zullen neerleggen moet ze nog inventariseren. “De meeste mensen van het personeel hier willen deze acties niet. Die willen gewoon hun werk doen en voor de mensen zorgen.” Op de stakingsactie, georganiseerd door vakbond Abvakabo FNV komen ook veel mensen af die niet voor Amsta werken, aldus Hanssen.

Is er een tekort aan handen aan het bed? “De dienstverlening kan beter. Daar is iedereen het over eens”, zegt Hanssen. “De kwaliteit is niet op orde, maar daar zijn we nu mee mee bezig, afdeling voor afdeling.” Volgens haar is er verbetering mogelijk. “Maar dan heb je wel van alle partijen medewerking nodig. Dan zijn dit soort acties erg destructief. Het leidt tot imagoschade, er ontstaat een heel negatief beeld van Amsta. Op deze manier krijg je het niet voor elkaar.”

‘Waar is al het geld gebleven?’
Aangevoerd door een driekoppige drumband trekken de actievoerders buiten rond kwart voor twee de straat uit richting de Wibautstraat, naar het oude Paroolgebouw waar de directie van Amsta zit. “Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, waar is al het geld gebleven? Het is niet hier, het is niet daar, allemaal naar Ben gegaan”, zingt de menigte. Ben is Ben de Valk, interim voorzitter van de Raad van bestuur van Amsta, verduidelijkt het bordje dat een van de demonstranten vasthoudt.

Ook de 48-jarige Lucia Daniëls zingt mee. Ze is één van de medewerkers van het Sarphatihuis die is gaan staken. Met hoeveel ze zijn? “Twintig”, denkt Daniëls. “Nee, veel meer, ik denk wel vijftig”, zegt een collega, met haar witte verplegersjas nog aan. Volgens de dames wordt er tijdens de staking goed voor de bewoners van het Sarphatihuis gezorgd. Daniëls: “Er zijn veel mensen achtergebleven. Vooral gediplomeerden.”

Terwijl de drumband, inmiddels uitgebreid tot zes man, het tempo nog een beetje opvoert, passeert de stoet een werkplaats met een paar bouwvakkers. “Oké dan. Heel goed, heel goed”, zegt een van hen wanneer hij een geel flyertje in zijn handen krijgt gedrukt. Een aantal van zijn collega’s dansen op de maat van de muziek.

Met zijn grote blauwe regenponcho, sandalen en elektrische rolstoel valt Rob van Meurs (66) op in de menigte. Hij woont sinds oktober 2011 in het Sarphatihuis. Volgens Van Meurs hebben de bewoners van het Sarphatihuis er geen last van dat de personeelsleden een paar uur hun werk neerleggen. “Er zijn nu mensen bezig. Die zetten een stapje extra.” Vooral ’s ochtends is er volgens Van Meurs te weinig personeel. “Vanochtend ben ik om 9 uur uit bed gehaald. Maar ik merk dat er steeds vaker een heleboel mensen langer in bed blijven liggen.”

Rond half drie besluiten de actievoerders dat het tijd is om de Parooltoren te betreden. De elektrische rolstoel van Van Meurs is te breed voor de nauwe opening van het hek. Hij moet achterblijven bij de drummers. “Ik denk dat ze me wel gehoord hebben”, zegt hij terwijl hij omhoog kijkt naar het grauwe gebouw.