Slachtofferhulp Nederland is niet bezorgd nu een aantal nog niet uitbehandelde tbs’ers wellicht vrij kunnen komen. Dat zegt woordvoerder Harriët Koelewijn in een reactie op de publicatie van een rapport van de Taskforce TBS van de Raad van de Rechtspraak. Hieruit blijkt dat in 111 gevallen tbs mogelijk niet verlengd kan worden. Volgens Koelewijn volstaat de huidige procedure die wordt gevolgd bij het vrijkomen van een tbs’er.
Uit het rapport van de Taskforce TBS, welke vorige week openbaar is gemaakt, blijkt dat er in het vonnis van 111 tbs’ers in Nederland niet duidelijk is omschreven of zij geweldsdelicten hebben gepleegd. Volgens een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) mag een persoon in dat geval niet langer dan vier jaar in terbeschikkingstelling zitten. Dat zou voor 59 tbs’ers, die al langer dan vier jaar in behandeling zitten, kunnen betekenen dat ze vrijkomen. Voor 52 anderen geldt dat zij nog geen vier jaar in tbs zitten en dus nog geen aanspraak kunnen maken op hun vrijheid.
Onterechte zorgen
In een reactie op het rapport zegt staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven dat hij slachtoffers goed wil informeren bij een eventuele invrijheidstelling. Volgens woordvoerder Koelewijn van Slachtofferhulp Nederland, een organisatie die met financiële hulp van overheden en het Fonds Slachtofferhulp kosteloos hulp biedt aan slachtoffers, gebeurt dat nu al. “Het is een standaardprocedure dat slachtoffers, als ze dat willen, worden geïnformeerd over de vrijlating van de dader”, zegt Koelewijn.
Toch heeft een aantal Tweede Kamerfracties – regeringspartijen VVD en PvdA en oppositiepartijen CDA en PVV – hun zorgen geuit over de veiligheid van slachtoffers na mogelijke vrijlatingen van nog niet uitbehandelde tbs’ers. Zo heeft VVD-kamerlid Ard van der Steur de staatssecretaris om politiebescherming voor slachtoffers gevraagd. Het CDA wil met een noodwet enkelbanden voor voormalige tbs’ers mogelijk maken. Volgens Koelewijn is er echter geen reden voor extra zorgen of maatregelen. “De huidige procedure verloopt goed in de praktijk. We zijn dus niet meer of minder bezorgd dan anders.”
In de zomer van 2012 constateerde het EHRM dat de Nederlandse wetgeving bepaalt dat TBS maximaal vier jaar mag duren als in het vonnis niet specifiek is vermeld dat het om een geweldsdelict gaat. Brandstichters, stalkers, loverboys en veroordeelden voor bedreiging behoren tot deze categorie. Staatssecretaris Teeven besloot naar aanleiding van deze uitspraak de Raad van de Rechtspraak alle tbs-zaken, zo’n 2400 dossiers, te laten inventariseren om te kijken op hoeveel zaken de uitspraak van het Europees Hof invloed zou kunnen hebben. Op dit moment verdienen 111 dossiers extra aandacht, aldus de Taskforce TBS, maar dat betekent niet dat elke veroordeelde vrijkomt.