Het verplicht inschakelen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) als een verwarde of verslaafde ouder binnenkomt op de spoedeisende hulp, brengt verschillende risico’s met zich mee. Dat zeggen Jeugdzorg Nederland en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) in een reactie op het nieuwe plan van VVD en PvdA.
De VVD maakte vorige week donderdag in de Kamer bekend dat de spoedeisende hulp en huisartsenposten direct alarm moeten slaan bij het AMK (dat in 2011 in totaal 19.254 vermoedelijke gevallen van kindermishandeling onderzocht) als een ouder binnenkomt die een zelfmoordpoging heeft gedaan, verward of verslaafd is. Reden is dat naar schatting vijftig procent van de fysiek mishandelende ouders psychiatrische of verslavingsproblemen heeft. Nu maken artsen pas een melding als kinderen verdachte klachten en verwondingen hebben.
Ingrid ten Berge, senior medewerker Jeugdzorg en Opvoedhulp bij het NJi, benadrukt dat artsen niet moeten doorschieten in het beschuldigen van ouders die problemen hebben. “In de jaarlijkse zeven procent van gezinnen waar kindermishandeling wordt vermoed, blijkt niets aan de hand te zijn. Als het AMK nu een melding krijgt, starten zij direct een onderzoek. Dat roept veel spanning en emotie op in een gezin. Daar moet zorgvuldig mee worden omgegaan.” Bovendien denkt Ten Berge dat een groep ouders buiten beeld zal blijven, omdat zij de huisartsenpost en EHBO uit angst voor een melding bij het AMK zullen mijden. Hierdoor zullen gevallen van kindermishandeling alsnog niet worden gesignaleerd.
Eerst resultaten afwachten
Ook Jeugdzorg Nederland vindt dat ervoor moet worden gewaakt dat ouders ervan afzien naar de hulpposten te komen. De branchevereniging voor 103 jeugdzorgorganisaties is dan ook tegen een dergelijke meldplicht. “Een verplichting kan ertoe leiden dat de verantwoordelijkheid van artsen te snel wordt overgeheveld naar het AMK, waardoor zij onnodige onderzoeken moeten doen”, aldus een woordvoerder van Jeugdzorg Nederland.
Een woordvoerder van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) laat weten dat het mijden van zorg “zeker een aandachtspunt is”. Maar Van Rijn is sowieso van plan de evaluatie van het Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag, waar al ervaring is opgedaan met het plan, eerst af te wachten voordat het plan wordt ingevoerd.
Zowel Ten Berge als Jeugdzorg Nederland pleiten ervoor dat de spoedeisende hulp en huisartsenposten laagdrempelig advies moeten inwinnen bij het AMK over of er een onderzoek moet komen. Daarnaast spelen reguliere huisartsen, psychiaters en verslavingsartsen volgens hen een belangrijke rol in het signaleren van kindermishandeling, omdat zij meer zicht hebben op de gezinssituatie. Ten Berge: “Dat is effectiever dan meteen het gezin over de schutting gooien naar het AMK.”