Migranten geven Amsterdam karakter. Wie zijn ze en hoe zag hun eerste dag in Amsterdam eruit?
Loredana Secci (52) verhuisde in 1984 van Italië naar Amsterdam voor de liefde. Als visagiste vloog ze de hele wereld over en had ze een appartement in zowel Amsterdam en Parijs. Twaalf jaar geleden koos ze definitief voor Amsterdam, omdat ze alleen in deze stad haar dochter wil opvoeden.
“Voor Maurice kwam ik in oktober 1984 tien dagen naar Amsterdam. Hij was een echte Nederlandse man van 1,92 en met blond haar. Ik had hem ontmoet tijdens een vakantie in Italië en wilde hem weer zien. Ik was verliefd en als je verliefd bent, is alles prachtig. Amsterdam was sprookjesachtig: het water, de grachten. Heel romantisch. ’s Avonds gingen we uit in een bruin café. Ik stond perplex, want ik kende dat niet. Ik kom uit Cuneo, een provinciestad in Noord-Italië, waar de cultuur veel conservatiever was en we uitgingen in chiquere pianobars.
“Drie maanden na deze vakantie kwam ik terug naar Amsterdam. Mijn plan was om zes maanden te blijven, maar Maurice en ik wilden na die tijd niet uit elkaar en daarom besloten we in Amsterdam samen een leven op te bouwen. Ik sprak geen Nederlands, maar binnen een week had ik al werk in een pizzeria op het Damrak. Daarna heb ik me meteen ingeschreven voor een cursus Nederlands aan de universiteit. Ik vond het vreselijk dat ik de taal niet sprak en alles moest vragen aan Maurice.
“We woonden in de Vondelstraat en de Vondelkerk was toen gekraakt. Ik was verbijsterd dat dit kon in Amsterdam. Ik kom uit het katholieke Italië, dus ik dacht: “Hoe is dit mogelijk? Kraken in een kerk!” Tegelijkertijd was ik ontzettend gecharmeerd door de vrijheid. Ook de vriendelijkheid van de Amsterdamse mensen heeft veel indruk op mij gemaakt. Ik heb geluk gehad dat ik heel lieve mensen om me heen had. Alle mensen die ik toen heb ontmoet zijn nog steeds in mijn leven, zelfs Maurice – inmiddels mijn ex-man – die tegenwoordig in Italië woont.
“De Nederlandse eetcultuur vond ik daarentegen vreselijk. Ik kon bijna nergens Italiaanse producten halen en pasta was er alleen van Honig. Als ik terugkwam uit Italië zat mijn bagage vol met eten. Ook aan het grijze weer kon ik moeilijk wennen. Sommige dagen zijn zo grijs en statisch dat je niet weet of het elf uur ’s ochtends is of vijf uur ’s middags. Ik deed soms zelfs de gordijnen dicht, omdat ik er een beetje depressief van werd.
“Voor mijn werk als visagiste was ik altijd veel op reis, maar ik ben altijd teruggekomen voor Koninginnedag. Tijdens Koninginnedag zie je de ziel van Amsterdam. De vrijheid en gezelligheid waarom ik zoveel van Amsterdam houd. Ook de coffeeshops en de Gay Pride zijn uniek en laten het karakter van dit land zien. Dat vind ik mooi aan Amsterdam.
“Toen ik een keer van Stockholm naar Amsterdam vloog, betrapte ik mezelf erop dat het voelde alsof ik thuiskwam. Ik houd heel veel van Italië, maar in Amsterdam heb ik mijn stabiliteit gevonden. Zelfs mijn familie zegt dat ik niet meer in Italië zou kunnen wonen, omdat ik te anders denk. Ik merk dat ik nu echt Nederlands ben. In Italië kan ik bijvoorbeeld ruzie maken over euthanasie en vinden mensen het raar dat ik een lesbisch stel normaal vind.
“Twaalf jaar geleden had ik voor mijn werk een appartement in Amsterdam en in Parijs. Tijdens mijn zwangerschap moest ik kiezen waar ik wilde wonen om mijn dochter op te voeden. Parijs is beter voor mijn werk, omdat dat het centrum van de mode is. Maar Amsterdam is in vergelijking met Parijs zo rustig. Ik wil het Vondelpark waar kinderen kunnen spelen en waar mensen op dekens in het park liggen en barbecueën als de zon schijnt. Die losse sfeer is er niet in Le Jardin du Luxembourg in Parijs.
“Ik ben erg gehecht aan de Schinkelbuurt, waar ik bijna altijd heb gewoond. Het is hier zo rustig. Het is een unicum om in een grote stad te wonen waar het zo rustig is. Dat is voor mij de ultieme luxe.”