Twaalf vrijwilligers van Amnesty International hebben zich vier weken lang opgesloten in een grachtenpand. Hun doel is de situatie van de Iraanse advocate Nasrin Sotoudeh onder de aandacht te brengen.
Nietsvermoedende voorbijgangers kregen de afgelopen weken op diverse plekken in Amsterdam witte rozen in hun handen gedrukt. Ook bij televisieprogramma’s als Pauw en Witteman en evenementen als Writers Unlimited en Vrienden van Amstel Live dook de de mysterieuze witte bloem op.
In de Wereld Draait Door onthulde presentatrice Sylvana Simons gisteravond wat er schuilgaat achter de rozenactie. Zes vrijwilligers van Amnesty International bedachten de roos als symbool om de opsluiting de Iraanse advocate Nasrin Sotoudeh die sinds 2010 in een Iraanse gevangenis vastzit meer bekendheid te geven. De actie is onderdeel van het voor het project 4 weeks for Freedom, die plaatsvindt in het Amnesty-huis aan de Keizersgracht. Volgens Eva de Vor (1975), een van de vrijwilligers, kan meer aandacht tot verandering leiden.
Wat houdt het 4 weeks for Freedom project in?
“Voor dit project zitten twaalf vrijwilligers, waaronder ikzelf, vijf dagen per week voor vier weken opgesloten in het Amnesty-huis. We werken in twee groepen vanuit eenvoudig opgezette kantoortjes en bedenken acties om aandacht te vragen voor de 39-jarige Nasrin Sotoudeh uit Iran en de vijftigjarige Ales Bialiatski, een politieke gevangene uit Wit-Rusland. Ik behoor tot de groep van Nasrin, die sinds september 2010 in de Iraanse gevangenis zit omdat ze zich voor de mensenrechten heeft ingezet.”
Hoe combineren jullie dit met een studie of een baan?
“In onze groep zitten veel zelfstandigen. Dat komt goed uit want zij hebben flexibele werkuren. Zo is een van onze vrijwilligers freelance journaliste en hebben we ook een muzikant, een danseres en enkele studenten. Zelf ben ik freelance juriste en neem ik opdrachten van overheidsinstanties en stichtingen aan. Nu heb ik geen opdracht lopen en kan ik al mijn tijd aan het project besteden.”
Wat voor acties voeren jullie?
“We hebben onze campagne voor Nasrin langzaam opgebouwd en wilden het zo lang mogelijk een beetje mysterieus houden. Zo konden we mensen meer nieuwsgierig maken. We hebben ze daarom eerst met een symbool van vrijheid geconfronteerd, zonder dit in verband te brengen met Nasrin. Aangezien haar naam in het Perzisch ‘wilde, witte roos’ betekent, hebben we dit als symbool uitgekozen voor bij onze acties.
Daarnaast zijn we vooral via onze Facebook- en Twitterpagina actief geweest. Hier staan filmpjes op waarin we mensen met een foto van Nasrin in de hand vragen of ze weten wie ze is. Inmiddels hebben we in drie weken tijd 130 volgers weten te krijgen op Twitter en op Facebook hebben we 1150 likes gekregen.
Verder hebben bijna 140.000 mensen een online petitie getekend tegen de opsluiting van Nasrin en Ales. Het is de bedoeling om de petitie op 6 februari aan de Iraanse ambassadeur te overhandigen. Hij is dan verplicht om dit door te geven aan de autoriteiten in Iran. Het gaat erom we ons blijven inzetten voor haar; de Iraanse overheid moet niet denken dat we Nasrin vergeten zijn.”
Wat hebben Nasrin en Ales aan acties die aan de andere kant van de wereld worden gehouden?
“Natuurlijk is het zo dat we haar met de acties niet direct vrij kunnen krijgen. Zelfs met steun van politici begrijpen wij dat Nederland maar een klein land is en dat er meer internationale steun nodig is. Maar ook in andere landen wordt actie gevoerd voor Nasrin: in Amerika, Engeland, Noorwegen en Spanje zijn er tientallen activisten die zich inzetten voor Nasrin. Samen kunnen we laten merken dat we niet ophouden voordat ze vrij is.
Er zijn volgens de cijfers van Amnesty International duizenden mensen die door dit soort acties zijn vrijgelaten of de kans hebben gekregen om hun situatie te ontvluchten. Zo heeft een andere Iraanse advocate Shadi Sadr in 2009 in de Iraanse gevangenis vastgezeten, omdat zij voor vrouwenrechten streed. Haar vrijlating in dat zelfde jaar is versneld door de vele brieven en petities van mensen over de hele wereld; ik geloof niet dat deze geen enkele invloed hebben gehad. Voor mij is dit het bewijs dat je op deze manier autoriteiten zeker nerveus maken. Ook burgers kunnen de druk opvoeren.”