Hoogleraar stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam Sako Musterd (1953) publiceerde in 2011 een onderzoek naar de aantrekkingskracht van dertien Europese steden. Musterd neemt enkele stellingen van Wiebes onder de loep.
Wethouder Wiebes stelt dat de sociale woningsector gehalveerd moet worden om meer hoogopgeleiden en creatievelingen te trekken. Wat vindt u van deze bewering?
“Het is een misvatting dat je met woningbouw talent kunt aantrekken. Met dertien partners van andere universiteiten heb ik onderzoek gedaan naar dertien grootstedelijke gebieden in Europa. Daarbij hebben wij ons de vraag gesteld: ‘Waarom gaan hoogopgeleide mensen of creatievelingen naar een bepaalde stad?’ Wij hebben toen getoetst of dit komt doordat een stad aantrekkelijk is. Maar dit bleek niet het geval te zijn.”
Wat verstaat u onder aantrekkelijk?
“Aantrekkelijk om te wonen, dat mensen naar die steden gaan omdat het levendig is en omdat er goede woonvoorzieningen zijn. Maar dat blijkt onjuist. Talent wordt om twee redenen naar een stad getrokken. Om onderwijs te volgen en – misschien wel het belangrijkste – om een baan te kunnen vinden. Het heeft niet te maken met het kunnen vinden van een woning. Daar lijkt Wiebes aan voorbij te gaan.”
Wiebes zegt ook dat sociale huurwoningen een grotere kloof tussen arm en rijk veroorzaken. Klopt deze aanname?
“Dit is een misvatting. Allereerst zou hij moeten kijken naar het niveau van segregatie in Amsterdam voordat de sociale huurwoningen er waren, aan het begin van de twintigste eeuw. Dan zal hij zien dat er toen een hoog niveau van segregatie was. De allerarmsten zaten in particuliere huurwoningen in schrijnende toestanden. Het type woning is niet de oorzaak van segregatie. Ten tweede moet de heer Wiebes kijken naar een neoliberaal land als de VS, waar weinig sociale huur is. Daar is de tegenstelling tussen mensen in een stad heel groot; daar doen zich zelfs vervreemdingsprocessen voor: rijk en arm wonen compleet gescheiden van elkaar.”
Is het mogelijk om het aantal huurwoningen te halveren?
“Het proces dat hij wil hebben is eigenlijk al aan de gang. Het fel liberaliseren van de woningmarkt in Amsterdam is eigenlijk al rond 1995 begonnen. Het percentage sociale huurwoningen in Amsterdam lag, ten opzichte van de totale Amsterdamse woningmarkt, toen op 55 procent. Nu is dat 48 procent.”
Het aantal sociale huurwoningen is toch zestig procent?
“Amsterdam heeft nooit zestig procent sociale huur gekend. Het hoogste is vijfenvijftig procent, in de jaren zeventig. Waarschijnlijk rekent Wiebes ook het deel van de particuliere huursector mee dat werkt met een toewijzingssysteem. Deze vorm zou je ook gereguleerd kunnen noemen. Dus als je dat neemt kun je wel aan de zestig procent komen.”
Hoe ziet u de Amsterdamse woningmarkt de komende vijf jaar veranderen?
“Ik denk dat de woningvoorraad de komende vijf jaar hetzelfde zal blijven. Er wordt door woningcorporaties niks tot weinig bijgebouwd. Hierdoor krijg je een grote krapte voor starters. Dat wordt een probleem. Als de economie weer aantrekt zal het aantal sociale huurwoningen verder afnemen en zullen er meer koopwoningen bijkomen, wat op dit moment de trend is.”