‘Politie zoekt getuigen’, schreeuwen rode letters op matrixborden langs de weg in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam-West. De dodelijke schietpartij op 29 december houdt nog altijd tachtig rechercheurs bezig. De meeste buurbewoners lijken het incident echter alweer bijna vergeten te zijn. “Nu er sneeuw ligt, praat de buurt er bijna niet meer over en kunnen we door.”
Op het met sneeuw bedekte basketbalveld aan het Van Beuningenplein in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt gooit een groepje jongens sneeuwballen naar elkaar. In de naastgelegen speeltuin speelt een moeder samen met haar dochtertje dat dik is ingepakt tegen de snijdende kou. En langs de woonboten aan het Van Bossepad laat een oudere man in alle rust zijn hond uit.
Slechts een paar dichtgemetselde kogelgaten in een betonnen pilaar herinnert de buurt nog aan het wildwesttafereel dat zich bijna vier weken eerder tussen het plein en het pad afspeelde. Op zaterdagavond 29 december werden Saïd el Yazidi (21) en Youssef Lkhorf (28) in een zwarte Range Rover met Frans kenteken klemgereden en onder vuur genomen in de Staatsliedenbuurt. Het 21-jarige slachtoffer overleed na een korte achtervolging ter plekke. Zijn 28-jarige medepassagier werd iets verderop zwaargewond in de Van Bossestraat aangetroffen en overleed onderweg naar het ziekenhuis.Sylvia Bergh (1955) wilde op de bewuste avond net met haar Engelse Stafford een avondwandeling maken. Ze schrok zich rot, vertelt ze licht geëmotioneerd. “Ik stond met de deurknop in mijn hand toen ik een jongen voorbij zag rennen en het ratelen van een machinegeweer hoorde. Het is dat ik nog even voor de tv bleef hangen, maar anders had ik er middenin gestaan. De koelbloedigheid van het geweld was te gek voor woorden.”
‘Het had overal kunnen gebeuren’
Nu de krijttekens van het politieonderzoek op straat bedekt zijn onder een dikke laag sneeuw lijkt geen buurtbewoner zich meer druk te maken over het incident. Een bewoonster, die liever niet met haar naam in de pers wil, komt de Tweede Keucheniusstraat inlopen, haar dochtertje op een blauwe slee achter zich aantrekkend. Ze zag hoe schuin tegenover haar huis de 21-jarige Saïd el Yazidi werd doodgeschoten. “Het was een afrekening die toevallig hier plaatsvond. Natuurlijk hadden er kogels door mijn raam naar binnen kunnen vliegen, maar het heeft geen zin om daar over na te denken”, zegt ze nuchter terwijl ze van het ene been op het andere wipt tegen de kou.
Ook eigenaresse Selma van tabaksspeciaalzaak Melcey in de Van Hallstraat merkt dat de buurt laconiek reageert. Zelf heeft ze niets gezien, maar de eerste dagen na 29 december was de schietpartij bij haar aan de toonbank het gesprek van de dag. “Een hot item! Maar het is toeval dat het hier was. Het had ook in Bos en Lommer kunnen gebeuren. Ik merk er weinig meer van in de buurt.”
Uit het water geroepen
Tussen het rijtje woonboten aan het van Bossepad ligt de bruin met blauwe boot van Anneke van Sijp (1956). Zonder zich ervan bewust te zijn, heeft ze één van de achtervolgden die tussen de woonboten in het water was gesprongen uit het water geholpen. Ze liep met haar hond buiten toen ze vanuit het water werd geroepen. “Ik heb de achterdeur voor hem open gedaan, anders moest die jongen twee keer door het water. Hij was heel beleefd. Ik vroeg nog of hij niet was geraakt, maar hij zei van niet en ging er vandoor om z’n vriend te zoeken”, vertelt Van Sijp met een Amsterdams accent.
Pas de volgende ochtend hoorde ze op het nieuws dat er een schietpartij was geweest. Van Sijp voelt zich nu niet onveiliger in haar buurt en heeft er “totaal geen moeite mee” dat ze een mogelijke crimineel heeft binnengelaten. Lachend: “Ik dacht wel: jongen als dit je beroep is, moet je misschien toch maar eens iets anders gaan zoeken.”
Corine Colijn (1971) dacht tijdens de schietpartij dat het om heftig vuurwerk ging. Pas later op de avond zag ze de kogelgaten in de kamer van haar jongst zoontje die op dat moment niet thuis was. “Het is een bizar incident, maar ik ben helemaal niet angstiger”, zegt ze resoluut. “Ik kijk er ook niet echt van op, ondanks dat het gebeurt in zo’n rustige buurt als deze.” Haar zoontje ziet nog elke dag de kogelgaten in zijn kamer. Colijn denkt echter niet dat hij helemaal beseft wat er is gebeurd. “Hij vindt het vooral een spannend verhaal.”