Nederlandse meisjes en vrouwen zijn een stuk crimineler dan gedacht. Ze stelen, vernielen, plegen gewelds- en zedendelicten en smokkelen drugs. Machteld Hoeve (41), onderzoeker jeugdcriminaliteit: “We nemen criminaliteit onder vrouwen niet serieus genoeg.”
Veruit het meeste onderzoek naar misdaad in Nederland is gericht op mannen. Hoog tijd om daar iets aan te doen, vonden vier wetenschappers van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Donderdag presenteren ze de resultaten van het eerste grote onderzoek naar criminaliteit onder vrouwen en meisjes in Nederland.
“Er is nog veel te weinig bekend over vrouwen in de criminaliteit”, meent Hoeve. Hoeve is een van de vier hoofdonderzoekers. Ze is forensisch orthopedagoog, gespecialiseerd in jeugdcriminaliteit aan de Universiteit van Amsterdam.
De grootste ontdekking die de wetenschappers in dit onderzoek hebben gedaan is volgens Hoeve dat meisjes en vrouwen veel crimineler zijn dan over het algemeen wordt gedacht. Bij criminaliteit denken de meeste mensen waarschijnlijk eerder aan onguur ogende mannen in lange jassen dan aan meisjes en vrouwen. Toch is één op de vijf verdachten in Nederland vrouw. In tien jaar tijd is het aantal meisjes (tussen de 12 en 17 jaar) dat in aanraking komt met de politie en justitie zelfs verdubbeld. Onder vrouwen steeg dit aantal met 26 procent.
“Maar dat betekent niet dat meisjes en vrouwen massaal meer vergrijpen zijn gaan plegen”, meent Hoeve. De misdaden van vrouwen bleven volgens de onderzoeker lange tijd grotendeels onopgemerkt. Vrouwen werden eerder gezien als slachtoffer dan als zelfstandig handelende misdadiger. Hoeve: “De laatste jaren heeft de politie blijkbaar meer aandacht besteed aan vrouwen en minder van ze getolereerd.”
Ook vrouwen verkrachten
Een ander wijdverbreid misverstand is dat vrouwen alleen maar relatief onschuldige misdaden begaan, zoals het stelen van make-up of kleding. Uit cijfers van de politie blijkt volgens Hoeve dat vrouwen betrokken zijn in allerlei soorten criminaliteit. Diefstal komt het meeste voor: één op de drie vergrijpen waar vrouwen van verdacht worden is diefstal.
Geweld komt ook veel voor, bijna één op de vijf misdaden waar vrouwen van verdacht worden zijn geweldsdelicten. Ook wordt een klein gedeelte (minder dan één procent) van de vrouwen aangehouden voor drugssmokkel en zedendelicten. Hoeve: “Vrouwen plegen ook aanrandingen en verkrachtingen. Het komt meer voor dan we tot nu toe dachten”
Band met de moeder
Meisjes komen over het algemeen op vergelijkbare manieren als jongens in de criminaliteit terecht. Familie, vrienden, leefomgeving en biologie spelen allemaal een rol. Maar er zijn ook belangrijke verschillen. Hoeve: “Jongens gaan zich vaak beter gedragen als ze een vriendinnetje krijgen. Bij meisjes is het andersom, vaak worden ze de misdaad in geholpen door een misdadig vriendje.” Binnen het gezin worden jongens meer beïnvloed door hun vader, bij meisjes is de band met de moeder belangrijk. Als die band verstoord is, is de kans groter dat meisjes het verkeerde pad op gaan.
Wat ook opvalt is dat trauma bij meisjes een grote rol speelt. Zeker 95 procent van de meisjes in een justitiële jeugdinrichting heeft een trauma, zoals seksueel misbruik of mishandeling. Hoeve: “Meisjes komen blijkbaar sneller in de problemen door dit soort ervaringen.”
Veel Antilliaanse meisjes smokkelen drugs
Een andere conclusie die de onderzoekers trokken is dat in sommige bevolkingsgroepen in Nederland meer vrouwelijke misdadigers voor komen dan in andere. Zo zijn er verhoudingsgewijs meer criminele Antilliaanse meisjes en vrouwen dan jongens. Deze jonge vrouwen smokkelen vooral drugs. Hoeve: “Bij jongens zie je relatief veel daders met een Marokkaanse achtergrond. Dat heb je dan weer niet bij meisjes.” Waar deze verschillen vandaan komen moet nog worden onderzocht.
Ondanks de grootte van het onderzoek, blijven er nog veel vragen onbeantwoord over vrouwen in de criminaliteit. Hoeve vindt het dan ook belangrijk dat er meer aandacht voor het onderwerp komt. Met name naar de aanpak van criminaliteit bij meisjes moet meer onderzoek gedaan worden. “We weten bijvoorbeeld niet of de programma’s die jonge misdaders weer op het rechte pad moeten helpen ook werken bij meisjes. Nu we weten dat de band met de moeder belangrijk is, kunnen we daar in de aanpak ook rekening mee houden.”
Donderdag 24 januari wordt het boek Criminele meisjes en vrouwen: Achtergronden en aanpak gepresenteerd aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.