Jumping Amsterdam trok dit jaar 1.000 bezoekers meer dan de vorige editie. Het paardensportevenement ontving van 17 tot en met 20 januari 51.000 nationale en internationale gasten. De organisatie dankt dit aan een vernieuwde opzet en stabiele overheidssteun.
Volgens persvoorlichter Charlotte Gunnik werden op zondag alleen al 430 extra kaarten verkocht, vanwege het meer gevarieerde programma. Zondagmiddag kwamen 250 extra bezoekers voor de Grote Prijs van Amsterdam en 180 liefhebbers bezochten het nieuwe avondonderdeel: Mennen in Mokum. Aangespannen rijden staat sinds dit jaar weer op het programma, om een breder publiek te trekken.
In 2008 dreigde het paardensportevenement definitief te stoppen, omdat er te weinig geld was. De directie stapte op en RAI-directeur Hans Bakker werd bestuursvoorzitter. Hij hervormde Jumping tot een naar eigen zeggen “echt Amsterdams evenement”, met Mokumse avonden en optredens van zangeressen uit de Jordaan. Door bezuinigingen komt de organisatie nu rond met 1,4 miljoen euro, in plaats van ruim 1,7 miljoen in 2007.
Gunnik: “Veel paardensportevenementen vallen om, omdat het steeds lastiger wordt om sponsors te vinden. Na jaren van strubbelingen geeft de gemeente Amsterdam nu stabiele steun aan Jumping.” In de begroting 2013-2016 van de gemeente staat dat het paardensportevenement kan rekenen op jaarlijkse subsidie. Het evenement valt onder Olympische topsport en die categorie ontvangt vanaf dit jaar 0,3 miljoen extra.
Jumping is een van de grootste paardensportevenementen van Nederland. Het wordt sinds 1958 georganiseerd in de RAI Amsterdam en heeft de wereldbeker dressuur op het programma.