Schoenen, boeken en computers: Amsterdammers bieden ze niet alleen op Marktplaats of bij tweedehandswinkels aan. Weggeefwinkels zien hun bezoekersaantallen stijgen.
Uit onderzoek van de gemeente Amsterdam blijkt dat Amsterdammers de afgelopen jaren steeds minder te besteden hebben. Toch gunt een grote groep Amsterdammers zijn oude spullen een tweede leven bij een ander, zonder hier wat aan te willen verdienen.
Joe’s Garage, een krakerscollectief van vrijwilligers in de Pretoriusstraat, runt sinds 2005 een weggeefwinkel die elke zaterdag van twee uur tot zes uur is geopend. Mensen kunnen hier gratis spullen afgeven of juist mee naar huis nemen. “We kunnen dit maar een keer per week doen, omdat het binnen anders te vol wordt”, zegt vrijwilliger Sjoerd van Oost (51).
De krakers organiseren met donaties van bezoekers ook een dagcafé, filmavonden en een volkskeuken waar belangstellenden in ruil voor hun eigen kookkunsten en een bijdrage van drie euro een biologische maaltijd kunnen eten. Volgens Van Oost komen de meeste bezoekers uit Amsterdam-Oost en brengen ze voor de weggeefwinkel allerlei spullen mee. “Het zijn vooral verschillende soorten kleding, schoenen, sieraden, maar ook boeken en computers.”
Ziek van commercie
Buurtboerderij Ons Genoegen aan de Spaarndammerdijk merkt ook een toename in het aantal kledingstukken, spelletjes en boeken dat bij de weggeefwinkel binnenkomt. “De winkel wordt steeds beter gevonden. Een aantal jaar geleden hadden we vijfentwintig bezoekers per dag waarvan ongeveer de helft spullen weggaf, maar nu hebben we wel vijftig bezoekers per dag en is ook het aantal weggevers verdubbeld. Soms weten we niet meer waar we het allemaal moeten opbergen”, aldus medewerker Eduard Kouwen (43).
De Buurtboerderij werkt sinds 2010 samen met de Regenboog Groep, een stichting die verslaafden, dak- en thuislozen en mensen met psychische problemen helpt. Samen met vrijwilligers van de Buurtboerderij en medewerkers van de Regenboog Groep organiseren zij verschillende activiteiten zoals muziekavonden, meditatiecursussen en de weggeefwinkel die elke dag geopend is.
Kouwen ziet vooral mensen langskomen die wat kunnen missen. “We zien meestal tweeverdieners die tijd te kort komen om hun spullen ergens anders aan te bieden en nog te onderhandelen over de prijs. Wij nemen ze dus heel wat werk uit handen, waarbij ze nergens meer aan hoeven te denken”, aldus Kouwen.
Zowel Van Oost als Kouwen merken dat veel bezoekers idealistische motieven hebben. Van Oost: “Natuurlijk zien we mensen die hun huis opruimen en hun oude spullen kwijt willen, maar daarnaast zijn er ook steeds meer hoogopgeleiden, studenten en huisvrouwen die bewust niet de stap zetten om iets via internet of op een andere manier te koop aan te bieden. Ze willen vooral op een milieuvriendelijke manier met hun bezittingen omgaan en zijn een beetje ziek van alle commercie.” Volgens Kouwen verlangen de weggevers naar meer dan alleen recyclen. “Duurzaamheid is belangrijker geworden, maar ik zie ook de behoefte om anderen uit de brand te helpen. Dan weet je tenminste dat je spullen goed worden gebruikt.”
“Geen transactie, maar interactie”
Jeroen Timmers (32), oprichter van de organisatie Giving is All we Have, herkent deze ontwikkeling in de reacties op zijn eigen activiteiten. De voormalige zakenman besloot in 2011 zijn baan als consultant op te geven en zich als spreker en coach te richten op bedrijven die meer voor de wereld willen betekenen. “In mijn eigen werk wil ik vooral het bedrijfsleven wakker schudden, maar om mij heen zie ik meer initiatieven ontstaan. Denk aan allerlei weggeefsites op het internet of ruilhandel systemen als Noppes, waarbij mensen elkaar uitbetalen in diensten door logeerruimte aan te bieden of apparaten te repareren. In deze wereld zijn bezittingen nog steeds belangrijk, zelfs noodzakelijk, maar mensen willen af van de zakelijkheid. Zonder geld heb je geen transactie, maar interactie.”
Van Oost en Kouwen zien de weggeef-websites en alternatieve ruilsystemen niet als mogelijke concurrentie voor in de toekomst. Ze hebben niet het idee dat zij minder weggevers zullen ontvangen. “De Buurtboerderij krijgt nu al veel mensen over de vloer, zonder dat we daar veel voor hoeven te doen. Verder vind ik meer weggeef-acties alleen maar beter voor de samenleving. Ik zie de betrokkenen van dat soort websites als collega’s, zeker niet als concurrenten”, aldus Kouwen.
Wel merken de weggeefwinkels ook een toestroom van de andere groep die bij hun binnenwandelt: de afhalers. “Bij mensen met een laag inkomen bestaat vanzelfsprekend meer de behoefte om dingen gratis af te halen”, aldus Van Oost. “Die laatste groep vindt zijn weg ook steeds meer naar de winkel omdat ze anders nog minder geld overhouden.” Kouwen beaamt dit. “Na 2009 komen ook vooral meer allochtonen spullen afhalen, vooral van Marokkaanse en Turkse afkomst. Zij hebben toch minder te besteden en zijn vaak harder getroffen door de crisis.”