De kleinste bioscoop van Amsterdam, dat is de Italiaanse kar van Maarten van der Weijden (1982). Met ‘I Vitelloni: cinema piccolo’ staat hij op verschillende festivals. “Mijn popcorn is net iets lekkerder.”
Hij heeft zich pas ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, vertelt Maarten van der Weijden. Nu is hij dan ook op papier officieel de eigenaar van de kleinste bioscoop van Amsterdam.
Lachend vertelt Van der Weijden: “Eigenlijk is het de kleinste bioscoop van Nederland. Misschien zelfs wel van de wereld. Ik wil het niet te groot brengen, maar het is wel echt de kleinste.” In een gele, Italiaanse kar – van dezelfde makelaardij als Vespa – bouwde Van der Weijden een minibioscoop. Voorin, in de chauffeurscabine, kunnen twee volwassenen of vier kinderen plaats nemen om een film te kijken, vertelt hij. Het scherm zit vast aan de cabine. Films worden vertoond door aansluiting op een iPad. Achterin de kar staat een popcornmachine, bovenop het wagentje een grote, verlichte parasol.Nietsnutten
Aan weerszijden staat de naam; ‘I Vitelloni: Cinema Piccolo’. “Ik heb mijn kar vernoemd naar een film van Fellini, ‘I Vitelloni’. Vrij vertaald betekent dat de nietsnutten. De film gaat over een groep jonge mannen die de hele dag niet veel anders doen dan leven, in een dorp, in Italië. Dat vind ik een mooi thema. In mijn bioscoop kan je ook even een nietsnut zijn en van het leven genieten.”
Met zijn bioscoop staat Van der Weijden op verschillende festivals, die hem inhuren. Onlangs stond I Vitelloni nog op Valhalla festival in de RAI, een dancefeest met een cultureel randje. “Ik heb ook bij Roest in Amsterdam-Oost gestaan, in filmhuis Kriterion en op festivals als het Lentekabinet.”
In zijn bioscoop – “kaartjes kosten 100 cent” – vertoont van der Weijden korte filmpjes, van ongeveer vijf minuten. Oude animatiefilmpjes als Tom & Jerry, maar ook films van jonge filmmakers. Een bevriende documentairemaker kortte zijn documentaire over een Vietnamveteraan, ‘Frank’, in van twintig naar zeven minuten zodat hij ook in de kleine bioscoop vertoond kan worden.
Het publiek reageert enthousiast, aldus Van der Weijden. Ook de festivalgangers die komen om te dansen. Die positieve reacties vindt hij belangrijk. “Ik doe alleen wat ik leuk vind. Maar als het een te grote investering was geweest, als geen enkel festival me had willen hebben of als iedereen negatief had gereageerd op mijn kar, dan had ik misschien de keuze gemaakt om het niet te doen. Maar je moet het altijd eerst proberen. Crisis of niet.”
Het zit in de familie
Vooralsnog is de bioscoop een nevenactiviteit. Van der Weijden, die geschiedenis en Zuidoost-Azië studies studeerde, werkt fulltime bij DTG – de Telefoongids – als search engine marketeer. “Inmiddels werk ik een paar uur per week minder, zodat ik ook tijd overhoud voor de minibioscoop.”
“Natuurlijk kunnen mensen thuis op de bank een filmpje kijken. En zelf popcorn maken. Maar die van mij is net iets lekkerder. En ik leg een rode loper voor je uit.”