Zwart werken als huishoudelijke hulp wordt in de kaart gespeeld door de bezuinigingen in de thuiszorg. Dat is nadelig voor zowel de verzorger als voor de cliënt, aldus duoraadslid Femke Roosma van GroenLinks. “Een huishoudelijke hulp krijgt dezelfde functie als een schoonmaker.”
Dankzij de landelijke bezuinigingen in de zorg moet Amsterdam de komende jaren ongeveer 250 miljoen euro besparen op de zorg. Daarbij wordt de gemeente streng gekort op het budget voor de thuishulp. Naar schatting vijfduizend mensen in de thuishulp zullen hun baan verliezen. VVD-wethouder Eric van der Burg (Zorg) gaf deze week tijdens een hoorzitting van actiecomité ‘Zorg voor Amsterdam’ aan dat de hulp in het huishouden praktisch zal verdwijnen.
Zwart werken is nadelig
De behoefte aan hulp in het huishouden blijft echter onverminderd groot. De 20.000 Amsterdammers die hun huishoudelijke hulp zullen verliezen, verdwijnen niet. De kans is groot dat deze hulpbehoevenden straks zwartwerkers inschakelen bij gebrek aan alternatieven.
Geen kwaliteitsgarantie
Voor Roosma is die functie de reden dat hulp in het huishouden wordt gerekend tot de zorg. “Zonder de signaleringsfunctie verliest de huishoudelijke hulp zijn zorgtaak.” Personeel dat nu bij zorgaanbieder Cordaan als huishoudelijke hulp aan de slag wilt, heeft geen specifieke kwalificaties nodig. Voordat de verzorgers aan de slag kunnen, krijgen ze wel een basiscursus waarvan de signaleringsfunctie een belangrijk onderdeel is. Zonder regulering is de kwaliteit van de verzorger straks echter niet meer gegarandeerd. Roosma: “Als de hulp niet wordt opgeleid, wordt er straks alleen maar schoongemaakt.”
Wethouder Van der Burg zegt in een reactie dat het niet zo zou moeten zijn dat mensen kiezen voor het zwarte circuit, maar dat hij wel verwacht dat het gaat gebeuren. Het wegvallen van de signaleringsfunctie vindt hij een ‘zorgelijk bijeffect’. De gemeente is echter niet van plan de tekorten voor de hulp in het huishouden financieel op te vangen. Van der Burg: “Met deze bezuinigingen weet ik niet hoe we dat moeten compenseren.”