Shazia Ishaq (25) was zeventien jaar oud toen ze met haar jongere zus de stichting Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie (MOI) oprichtte. Samen helpen ze mensen kosteloos van hun schulden af. Ze ziet haar klantenkring alleen maar toenemen. “Steeds meer hoogopgeleiden en jonge gezinnen kloppen nu bij ons aan.”
Bij de stichting Maatschappelijke Ontwikkeling en Integratie (MOI) in de Niasstraat in Amsterdam-Oost hoef je geen opzichtige balie te verwachten. “Er is een wachtkamer, een kantoor en een toilet. Niets meer, niets minder”, vertelt Shazia Ishaq.
Acht jaar geleden richtte ze met hulp van haar jongere zus Jasmin en andere familieleden de stichting op. Inmiddels krijgt MOI een jaarlijkse subsidie van de gemeente Amsterdam en werken de zusters vanuit een kantoorruimte die ze is toegewezen door woningcorporatie Eigen Haard.
Hoe kwam je als 17-jarige op het idee een stichting op te richten?
“Ik kwam met veel buurtbewoners in contact doordat ik de Bollywood-videotheek van mijn broer in de Javastraat beheerde. Ik merkte aan vragen van klanten dat zij nauwelijks begeleiding kregen bij financiële problemen. Vaak spraken ze niet goed Nederlands en begrepen ze niets van alle bureaucratie binnen de schuldhulpverlening. Daarop besloten Jasmin en ik ze te helpen. Zo gingen we bijvoorbeeld mee naar officiële instanties, om het woord te voeren. Ook verzorgden we taallessen in de videotheek, om mensen sterker in hun schoenen te laten staan.
Wat onderscheidt MOI van andere instellingen?
“Niets is ons teveel: als we eerst twee uur lang iemands administratie moeten doorspitten, doen we dat. Verder staat laagdrempeligheid bij ons voorop. Iedereen die om hulp vraagt heeft binnen 48 uur een afspraak en moet met alle financiële vragen bij ons terecht kunnen. We maken eerst een overzicht van het totale schuldbedrag en bemiddelen daarna tussen schuldeisers, instanties en de mensen zelf. Aan doorverwijzingen doen we dan ook niet. Bij MOI komen mensen op de eerste plaats, niet de regels.
Als een incassobureau iemands bezittingen in beslag wil nemen, hebben we manieren om dit uit te stellen. Dan zeggen we: ‘Die spullen zijn net bij ons in bruikleen. We hebben ze twee weken nodig. Heeft u nog even?’ Zo hebben wij meer tijd om een betalingsplan op te stellen. Uiteindelijk zorgen we dat gemaakte afspraken worden nagekomen en hebben we tot nu toe alleen maar goede ervaringen met incassobureaus.”
Deze aanpak werkt?
“In een korte tijd hebben we op eigen initiatief al meer dan vijfhonderdvijftig gezinnen geholpen, dus ik zou zeggen van wel! Wethouder Armoedebeleid Freek Ossel komt vandaag zelfs langs om bij het spreekuur aan te schuiven. Blijkbaar spreekt onze directe aanpak hem aan en wil hij hier meer over weten.
Ondanks al onze moeite zien we de armoede in Amsterdam alleen maar toenemen. Van alles komen we tegen: van huisuitzettingen tot beslagleggingen op persoonlijke bezittingen of inkomens. In onze beginjaren kwamen vooral mensen met een taalachterstand of met een laag inkomen naar ons toe. Dat is het afgelopen jaar wel veranderd. Steeds meer hoogopgeleiden en jonge gezinnen kloppen bij ons aan. Vanwege hogere vaste lasten en dure zorgpremies houden zij aan het einde van de maand steeds minder geld over.”
Hoe zie je 2013 tegemoet?
“Dat we gaan uitbreiden staat vast. We krijgen een tweede kantoor in Almere. Tot nu toe hebben we geprobeerd om onze hulp tot Amsterdam te beperken, maar we ontvangen ook mensen die helemaal uit Rotterdam of Den Haag komen. Die kunnen we natuurlijk niet weigeren! Moeilijk blijft het wel, aangezien we niet van het werk kunnen leven. Jasmin en ik wonen nog thuis; we verdienen ons geld door af en toe de administratie van ondernemers bij te houden. Maar voor mensen met schulden blijven we knokken. De gemiddelde schuld ligt al gauw rond de 10.000 euro. De komende jaren zal het alleen maar zwaarder worden.”