Wie ’s morgens langs het Oosterpark loopt zal daar in weer en wind sifu Chan (58) aantreffen. Al zeventien jaar geeft hij elke ochtend om tien uur les bij de muziekkoepel. Onlangs gaf hij zijn zesduizendste les tai chi qi gong in het park. Chan: “Mensen zeggen: ik heb pijn hier, pijn daar, en niets werkt. Dit werkt!” Meer wil Chan er niet over zeggen. Om te begrijpen wat tai chi is, moet je meedoen, vindt hij.
Deze ochtend hebben tien leerlingen zich rond de meester in het park verzameld. De gemiddelde leeftijd van de groep lijkt in de zestig. Iedereen is ingepakt in meerdere truien of een dikke winterjas, sjaals, mutsen en handschoenen. Hier en daar hangt een druppel aan het puntje van een koude neus. In het ritme van de bewegingen verschijnen witte ademwolkjes.
Allemaal bewegen ze zwijgzaam en symmetrisch met leerling Joop (73) mee. Met zijn gezicht naar de groep geeft hij het voorbeeld. Hij doet al drie jaar mee. Toen hij een keer op een biologische markt in het park de groep tai chi zag beoefenen, was hij verkocht. “Mijn hart ging blij open als een roos.” Sindsdien is hij elke dag teruggekomen. Nu kent hij de bewegingen uit zijn hoofd en voert hij ze moeiteloos uit.Qi gong
Het eerste uur van de ochtend doet de groep alleen ademhalingsoefeningen, qi gong. Rustig herhalen ze keer op keer dezelfde beweging, die na tien minuten vloeiend overgaat in een andere. De benen staan schouderbreed uit elkaar, knieën licht gebogen. Eén hand met de palm naar beneden naast je heup, de ander beweegt op schouderhoogte van links naar rechts terwijl de pols rustig draait. Dan wisselt de hand weer.
Tai chi
Om elf uur slaan de klokken van de naburige Muiderkerk. De groep ademt uit en sluit het qi gong gedeelte af. Nu begint de tai chi: het basislopen. Lange series vloeiende arm- en beenbewegingen waarin je langzaam naar de overkant van het veldje loopt.
Chan houdt zijn leerlingen in de gaten. Zelf begon hij op zijn zesde met tai chi, toen hij nog in Hong Kong woonde. Later verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij met lesgeven startte. Iedereen kan zich in principe bij zijn les aansluiten. Wil je regelmatig meedoen, dan moet je wel lid worden. Sifu Chan heeft op dit moment 120 leerlingen.
Voorbijgangers
Heel af en toe geeft Chan iemand een aanwijzing over zijn houding of ademhaling. Op andere momenten loopt hij een stukje mee met een voorbijganger en maakt een praatje. Twee tienermeisjes slenteren voorbij en bekijken het tafereel. “Ik heb ze hier het afgelopen jaar vaker gezien”, zegt de een. “Dat is yoga,” deelt de ander mee.
Opmerkingen van passanten horen bij de tai chi in het park. Joop: “Verderop hangt altijd een groepje alcoholisten. Als je dan zo met je armen staat de draaien, roepen ze: ‘He Jopie, kom je bij mij ook de ramen wassen?’” Hij lacht. “Je ziet en hoort dat nog wel, maar je laat je er op een gegeven moment niet meer door afleiden.”
Contact met de natuur
Volgens Chan is het belangrijk om tai chi buiten te beoefenen. In contact staan met de natuur, dat zorgt voor goede energie. In het park klinkt het gekwetter van meeuwen en de in overvloed aanwezige groene parkieten waar de buurtbewoners zo over klagen. Maar bij tai chi zijn de parkvogels onderdeel van de kosmos.
Net als het weer. Het vooruitzicht op de komende vrieskou schrikt de leerlingen niet af. En bij neerslag kunnen ze onder de muziekkoepel gaan staan. Want volgens Chan blijft iedereen die tai chi beoefent gezond. Het antwoord op de vraag wat tai chi precies inhoudt, is eenvoudig: “Ik ben nooit ziek, wij worden allemaal niet ziek. Alleen soms verkouden.”