De kwaliteitswijzer die drie maanden geleden door de gemeente Amsterdam is gelanceerd om de kwaliteit van kinderopvang te verbeteren werkt nog niet optimaal. Gjalt Jellesma, woordvoerder van Boink, belangenverening van ouders in de kinderopvang en peuterspeelzalen, is blij met het initiatief “Maar”, zegt hij, “Er kan nog veel verbeteren aan de website en ouders moeten groeien in hun rol als controleur.”
In 2010 publiceerde commissie Gunning naar aanleiding van de zedenzaak in Amsterdam een rapport waaruit bleek dat veel kinderdagverblijven maar net aan de mininale wettelijke eisen voldoen. Belangrijke niet-wettelijke kwaliteitseisen, zoals het vier-ogen-principe dat er vanuit gaat dat er altijd minstens twee medewerkers bij een kind aanwezig moeten zijn, werden volgens het rapport nog te weinig nagestreefd. Op initiatief van de gemeente Amsterdam werd er daarom een kwaliteitswijzer ontwikkeld waarop ouders alle kinderdagverblijven in Amsterdam op wettelijke en niet-wettelijke kwaliteitseisen kunnen vergelijken.
Kinderdagverblijven zijn zelf verantwoordelijk voor het invullen van de niet-wettelijke kwaliteitseisen. Volgens de gemeente heeft ruim 75 procent van de kinderdagverblijven dat ondertussen gedaan. De niet-wettelijke kwaliteitseisen kunnen ze door een extern onderzoeksbureau laten meten of ze kunnen het zelf invullen. Jellesma denkt dat dit beter kan. “Op dit moment is er één goed wetenschappelijk kwaliteitsonderzoek, het Nederlands Consort Kwaliteits Onderzoek (NCKO), dat de pedagogische kwaliteit kan meten. Dit onderzoek is duur en grote kinderdagverblijven kunnen het sneller laten uitvoeren dan kleine. Daardoor ontstaat er een vertekend beeld op de website.” Het onderzoek zou volgens Jellesma voor iedereen betaalbaar moeten worden. “Het moet niet zo zijn dat wie betaalt, bepaalt.”
De Brancheorganisatie Kinderopvang, die net als Boink betrokken is bij het maken van de wijzer, maakt zich hier minder zorgen om. “Ik denk dat het niet zoveel uitmaakt of de opvang extern beoordeeld is”, zegt de woordvoerder. “Maar ik denk dat we gezamenlijk moeten kijken hoe we de wijzer kunnen verbeteren.”
Ook Kirsten Slisser, woordvoerster van de gemeente Amsterdam, zegt dat er veel ruimte is voor verbetering maar dat het nog te kort dag is om te bepalen op welke manier. “We zijn tot nu toe voornamelijk bezig geweest met zorgen dat de kinderdagverblijven de wijzer invullen. We gaan ons nu richten op de communicatie naar ouders zodat die begrijpen dat ze de kinderdagverblijven zelf aan moeten spreken op de kwaliteitskriteria. Ze moeten het gesprek aangaan.”