“Kernwapenvrij verklaarde woning” leest een blauw bordje op de voordeur van een onopvallende nieuwbouwflat in de Bijlmer. Het is de voordeur van het Jeannette Noëlhuis: een anarchistisch-christelijke woongemeenschap die onderdak biedt aan immigranten zonder papieren.
Deze zomer bestaat het huis 25 jaar, maar daar zijn de inwoners momenteel niet mee bezig. Op de agenda staat de protestactie van aanstaande zondag, bij het cellencomplex op Schiphol-West waar illegalen worden vastgehouden.
Bewoonster Marja (om privacyredenen gefingeerde naam, 26, blonde paardenstaart, spijkerbroek en Crocs) doet open. Om haar benen heen rent een nieuwsgierige peuter met kroeshaar die een mengeling van Engels en Nederlands brabbelt. Marja loopt naar de keuken, terwijl ze uitlegt waar het Noëlhuis voor staat. “Soms is onze loyaliteit aan het Koninkrijk van God groter dan onze loyaliteit aan het Koninkrijk der Nederlanden. Als het nodig is zijn wij ongehoorzaam. De slechte behandeling van illegalen door de overheid vinden wij moreel niet kunnen.”
Het Noëlhuis telt zestien slaapkamers, verdeeld over twee verdiepingen. Vier ervan zijn voor de “kernbewoners”, zoals de vaste bewoners worden genoemd. De overige zijn voor (vaak illegale) immigranten. Niet onvoorwaardelijk: alleen mensen met perspectief op papieren of uitzetting komen in aanmerking. Gemiddeld wonen ze hier zes maanden.
Marja is zojuist afgestudeerd in Psychologie, werkt twintig uur per week in het huis (een vereiste als kernbewoner) en daarnaast nog in de gehandicaptenzorg. Haar omgeving reageerde enthousiast toen ze in september besloot naar het Noëlhuis te vertrekken, een keuze die ze zelf omschrijft als “een poging om het navolgen van Jezus handen en voeten te geven” in de vorm van gastvrijheid en actie.
Naast bolletjesslikkers
Marja vertelt over de protestactie van zondag 13 januari, die voor het eerst plaatsvindt bij Justitieel Complex Schiphol, een gevangenis die deze winter is geopend. “Eerst zaten illegalen apart gevangen maar door bezuinigingen worden ze bij wijze van spreke naast bolletjesslikkers gezet. Ze worden behandeld als criminelen.” Bij de wake zullen ze spandoeken dragen (“liggen nu bij de drukker”), een petitie aanbieden, bloemen tussen de hekken steken en zwaaien naar de gevangenen achter de ramen. “Als je recht voor die hekken staat is dat erg confronterend” zegt Marja. Ze verwacht “een hoge opkomst, twee- of driehonderd man”.
Ondertussen staat in de keuken een Duitse vrijwilligster, die hier als onderdeel van een Wiedergutmachungsproject is, te roeren in twee enorme pannen aan een meterslang aanrecht. Aan de keukentafel leest een huisgenote een artikel over God in Trouw. Aan de muur hangt een tekening met daarop Gandhi, Martin Luther King en Dorothy Day. Op een andere tekening de uitspraak “Where there is love there is life”.
Op de gang komt Marja een bezoeker tegen die haar “een gezegende groet” toewenst. Ze laat de kamer tegenover de keuken zien die als gebedsruimte is ingericht met een houten kruis aan de muur en een klein altaartje op de grond. Roodfluwelen gordijnen beperken het uitzicht op een fantasieloos bedrijventerrein. “Hier bidden de vaste bewoners drie keer per week.” Op dit moment komen de tijdelijke bewoners onder andere uit Uganda, Burundi en Nigeria. In de studeerkamer, aan het einde van een lange gang, krijgt een Afrikaanse vrouw (de moeder van de eerdergenoemde peuter) bijles Nederlands.
Een paar minuten voor zes klinkt er een gong door het huis: het eten is klaar. Twee houten uitgeschoven tafels staan klaar in L-vorm. De groep is gemengd: Nederlandse babyboomers, Afrikaanse moeders, een Aziatische vrouw met baby op schoot. Na een minuut stilte om te bidden wordt het eten (risotto met doperwtjes) opgeschept en doorgegeven. Een pubermeisje die in het huis is opgegroeid met kernbewoners als ouders “is niet anders gewend” dan deze levensstijl. “Het vaak afscheid moeten nemen” vindt ze minder fijn.
Na het eten springt iedereen van tafel en wordt er gezamenlijk afgewassen. Een paar bewoners neuriën kerstliederen. Als de afwas is gedaan begint de “mailingparty”: een man of zes vouwt de halfjaarlijkse nieuwsbrief op en stopt deze in enveloppen. Op de laatste pagina worden alvast negen toekomstige wakes aangekondigd met een routebeschrijving naar Schiphol.