Bewoners hebben een eenvoudige verklaring voor de toegenomen criminaliteit in de Haarlemmerbuurt. Door het project 1012, waarbij de politie en de gemeente met succes optreedt tegen de criminaliteit en overlast op de Wallen, zijn veel junks, daklozen en illegale prostituees verhuisd naar de beschutte binnenplaatsen en portieken van de Nieuwe Houttuinen. Een buurtje met ongeveer driehonderd huishoudens, waar zo’n veertig kinderen wonen en relatief veel gezinnen met een laag inkomen. “Hoe denk je dat een drugsprobleem zichzelf oplost?”, zegt Babsie Huybrechts. “Het is gewoon verplaatst.”
De politie erkent de problemen ook. “De conclusie dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden door de succesvolle aanpak in het wallengebied kun je wel trekken”, zegt een woordvoerder van de politie Amsterdam. “De wijkteams in die gebieden waar overlast ontstaat, hebben daar al extra op geïnvesteerd.” Ook het stadsdeel Centrum neemt de overlast in de Haarlemmerbuurt inmiddels serieus en trekt volgend jaar alvast 1,1 miljoen euro uit voor een opknapbeurt van het gebied.
Uit cijfers van onderzoeksbureau O+S blijkt dat de theorie van de buurtbewoners zo gek nog niet is. Tussen 2007 en 2011 is de overlast door drugsgebruikers, daklozen en dronken mensen overal in het centrum gedaald, waarbij de daling op de Wallen het duidelijkst zichtbaar was. Alleen in de Haarlemmerbuurt was sprake van een lichte stijging. Het aantal aangiften bij de politie door bewoners rondom de Oudezijds Voor- en Achterburgwal daalde tussen 2007 en 2011 met een kwart. In de Haarlemmerbuurt werd zeventien procent meer aangiften gedaan. Dat neemt niet weg dat bewoners op de Wallen nog steeds drie keer zo vaak naar de politie gaan als in de Haarlemmerbuurt, waar het aantal aangiften van 871 per jaar bovendien het laagste is van het centrum.
Een nieuwe tuin
Voor woningcorporatie Ymere waren de klachten van bewoners reden om de Nieuwe Houttuinen aan te wijzen als aandachtsgebied. Een deel van de woningen staat in de steigers. Jarenlange onderhoudsproblemen als vocht en slechte isolatie worden verholpen. De bakstenen buitenkant ziet er uit als nieuw en de kozijnen zijn wit met turkoois geschilderd. In 2014 is de overkant van de straat aan de beurt. Daarnaast startten Ymere en De Key samen een leefbaarheidsproject. “We merkten dat in deze buurt veel werklozen en gezinnen met een laag inkomen wonen”, zegt Darwin Schraven, gebiedsconsulent van Ymere. “Ook klagen bewoners over zwerfvuil, overlast en viezigheid op straat.” Vorig jaar vroeg Schraven een budget van vijftienduizend euro aan om initiatieven van bewoners te ondersteunen. Bewonersgroep Rosarium kreeg van Ymere tweeduizend euro om het gelijknamige plantenperkje in de straat op te knappen. Dode planten, zwerfvuil, een koker heroïnenaalden en kapotte bierflesjes werden weggehaald. Een tuincentrum in Osdorp sponsorde een vrachtwagen vol planten, tuinhandschoenen en houtsnippers.
Ruim een jaar later zijn de planten in het Rosarium bedekt met een laag herfstbladeren. Op het grote kunstwerk in de vorm van een mensenhoofd zitten modderspetters. Tegen de turkooizen achterwand van de schuurtjes waar bewoners op uit kijken, hangen de schilderijen die Babsie tijdens een knutselmiddag met buurtkinderen maakte. Daaromheen de sporen van graffiti. Op de picknicktafel in het midden van het perk staat een leeg blikje Red Bull en een pizzadoos. Als alle bladeren zijn gevallen willen bewoners weer aan de slag voor een opknapbeurt. “Het liefst zetten we er dit jaar een kerstboom neer”, zegt Minie.
Gebiedsconsulent Schraven hoopt dat zijn corporatie dan weer wil sponsoren. Ook Ymere is op dit moment bezig met een reorganisatie en Schraven sluit niet uit dat er binnenkort op leefbaarheid wordt bezuinigd. Babsie Huybrechts relativeert de financiële bijdrage van Ymere. “Tweeduizend euro is niets is als je kijkt hoe ze de boel jarenlang hebben laten verloederen”, zegt ze. “De echte investering komt van de vrijwilligers die hier uren werk in hebben gestoken. Niet van de corporatie.” Volgens De Key, die de opknapbeurt niet sponsorde, is dat ook de bedoeling van een leefbaarheidsproject. Het initiatief moet vanuit bewoners zelf komen. Niet het budget is belangrijk, maar de inzet van de buurt. Een ontwikkeling die ook Meijerman voorspelt: “Nu het geld bij corporaties en de overheid opraakt is er nog maar een partij over, de bewoner zelf”, zegt hij.
Als het aan het nieuwe kabinet ligt richten woningcorporaties zich weer op hun corebusiness, zoals De Key vorig jaar al deed, namelijk het verhuren van goede en goedkope huurwoningen aan mensen met een laag inkomen. Volgens de branchevereniging voor woningcorporaties Aedes en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is het niet ondenkbaar dat leefbaarheidsbudgetten van corporaties in de toekomst verdwijnen. “In de wet staat dat leefbaarheid een kerntaak is van corporaties”, zegt een medewerker van de Federatie. “Maar als het geld op is, houdt het op. Het verhuren van woningen is hun absolute kerntaak.” Voor Babsie Huybrechts gaat deze bewering niet op. Ze is de overlast in haar buurt al langer zat en als de situatie niet verbetert, laat ze haar vier kinderen liever ergens anders opgroeien. “Ik wil hier gewoon met mijn kinderen kunnen genieten”, zegt ze. “Er moet echt nu geld bij elkaar komen voor dat hek.”