Miljoenen voor een betere wijk
Deze budgetten kwamen van de overheid. In 2007 besloot toenmalig PvdA-Minister van Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar veertig probleemwijken in Nederland naar zichzelf te vernoemen. Vijf Vogelaarwijken, de latere groei-, aandachts- of prachtwijken, lagen in Amsterdam, waarbinnen 21 aandachtsbuurten werden aangewezen. Met 300 miljoen euro aan subsidie vanuit de Rijksoverheid, 130 miljoen vanuit de stadsdelen, 400 miljoen van het gemeentebestuur en 650 miljoen van de woningcorporaties werd voor elke buurt een Buurtuitvoeringsprogramma gemaakt, de zogenoemde Bups. Hierin spraken corporaties af oude huurwoningen te vervangen voor nieuwbouw. De stadsdelen zouden zorgen voor een veilige en schone woonomgeving. Bewoners mochten zelf aan slag met de ruime budgetten die beschikbaar waren voor bewonersinitiatieven.
Vorig jaar verdween de rijkssubsidie voor de prachtwijken en in Amsterdam worden de laatste miljoenen nu verdeeld over acht focusgebieden die de gemeente aanwees. In 2013 stelt het stadsbestuur nog 37 miljoen beschikbaar voor de verbetering van deze buurten. In 2014 is een bedrag van 19 miljoen voorzien, veel minder dan de miljoenen die de Rijksoverheid de afgelopen vier jaar ter beschikking stelde.
Een recente publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) toonde aan dat het leefbaarheidsniveau in de Amsterdamse Vogelaarwijken van weleer nog op hetzelfde niveau zit als in 2007. Meijerman spreekt tegen dat de Wijkaanpak zinloos is geweest. In het laatste leefbaarheidsonderzoek Wonen in Amsterdam dat iedere twee jaar in opdracht van de gemeente wordt uitgevoerd, kreeg geen enkele Amsterdamse buurt meer een onvoldoende. Tien jaar eerder hadden veertien buurten een rapportcijfer van een zes of lager. “Dat geeft wel aan dat er heel veel geïnvesteerd is de afgelopen jaren”, zegt Meijerman. “De vraag is of de positieve ontwikkelingen voldoende duurzaam zijn en of de leefbaarheid verankerd is.” De volgende meting wordt eind volgend jaar gepubliceerd. Meijerman verwacht dat dan de eerste gevolgen van de bezuinigingen zichtbaar zullen zijn.
“Ik denk dat dit het eerste merkbaar is in buurten die nu nog maar net een voldoende scoren”, zegt hij. “Zoals het IJplein in Noord of de Kolenkitbuurt. Die zijn pas net uit de misère, ze zitten op de rand.” Veel bewonersinitiatieven die vanuit de Wijkaanpak werden gefinancierd en waar het ASW bij betrokken was, zijn inmiddels stopgezet. Zoals de voucherprojecten in Zuidoost en de Dapperbuurt, waarbij bewoners een bedrag van vijfduizend euro kregen om een buurtproject uit te voeren. Uit een onderzoek dat Evelien Tonkens, hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam, in 2011 uitvoerde bleek dat deze bewonersinitiatieven een positief effect hadden op de buurt. Daarnaast zijn de ambitieuze Buurtuitvoeringsprogramma’s volgens Meijerman omgevormd tot kleinschalige buurtplannen met veel minder budget. “Ja”, zegt hij. “No more Bups.”
Van 1012 naar 1013
De Haarlemmerbuurt waar de Nieuwe Houttuinen deel vanuit maakt, valt niet onder de Wijkaanpak, zoals geen enkele buurt in het centrum van Amsterdam. Op het eerste gezicht is niet te zien dat deze buurt extra aandacht nodig heeft. In Wonen in Amsterdam geven de bewoners dit gebied een dikke voldoende voor veiligheid en gezelligheid. Op zaterdagmiddag staan bij de polier, de wijnhandelaar en de taartendecorateur op de Haarlemmerdijk de klanten in de rij. Bij de Coffee Company op de hoek van de Buiten Oranjestraat drinken studentes een Bambino met sojamelk. Wie daar de Nieuwe Houttuinen inloopt zou niet zeggen dat bewoners hier geregeld heroïneverslaafden en drugsdealers voor hun deur zien. “De Haarlemmerstraat hebben ze verkozen tot de leukste winkelstraat van Nederland”, zegt Babsie Huybrechts. “Daar klopt helemaal niks van. Junks lopen hier gebruikend voor m’n raam.” De sfeer in de straat wordt volgens haar ook steeds agressiever, met de recente gewapende overval op de jonge moeder als nieuw dieptepunt.