Kringloopwinkels zijn populair in crisistijd, maar in Amsterdam hebben twee grote kringlooporganisaties het juist moeilijk. Door het versneld wegvallen van subsidies lopen ze veel inkomsten mis. Ze worden afhankelijk van de verkoop van spullen en van hen wordt verwacht dat ze zich meer als bedrijf gaan gedragen. De vraag is niet alleen of ze levensvatbaar zijn als bedrijf, ze vrezen daardoor ook voor hun sociale doelstelling.
“Heb je veel geld bij je, Joost?” De veilingmeester kijkt vanaf zijn plek omlaag naar een man op de voorste rij. “Nee? Wat doe je hier dan?” Hij lacht. Op de achtergrond verschijnt een volgende dia op de muur: een bureaulamp met een aparte vorm. “Echt design”, zegt de veilingmeester.
Het is begin oktober, Nationale Kringloopdag. De dag bij uitstek voor kringloopwinkels om iets extra’s te doen voor de vaste bezoekers en tegelijk nieuwe naar de winkels te trekken. Zoals een veiling bijvoorbeeld, waarin tientallen speciale spullen in razend tempo voorbijkomen: van een platenspeler in een koffer tot een synthesizer tot een heel bed. Bij kringloopwinkel De Lokatie aan de Distelweg in Amsterdam Noord hebben tientallen bezoekers eerder op de dag al hun van huis meegenomen prullaria laten taxeren, zoals in het tv-programma Tussen Kunst en Kitsch.
Een paar straten verderop, bij een locatie van kringlooporganisatie Juttersdok aan de Papaverweg, is het een gewone zaterdag. Hier doen ze dit jaar niet mee aan de Nationale Kringloopdag. De reden is simpel: het geld is er niet. Althans, de stichting vindt het in de huidige situatie zonde van het geld. De oudste kringloopwinkel van de stad spaart liever voor het twintigjarig bestaan in maart volgend jaar.
Gat in de inkomsten
Beide grote kringlooporganisaties maken financieel een moeilijke tijd door. En dat terwijl kringloopwinkels in crisistijd logischerwijs zouden moeten profiteren. Mensen willen immers hun spullen steeds goedkoper krijgen. De totale landelijke omzet groeit ook, blijkt uit gegevens van branchevereniging BKN, de afgelopen twee jaar elk met vijf procent. Maar in Amsterdam zit er een groter verhaal achter deze cijfers. Doordat de gemeente subsidies voor instroom-doorstroombanen (ID-banen) heeft afgebouwd en aanbestedingen voor maatschappelijke trajecten door bezuinigingen geheel zijn verdampt, zitten beide stichtingen in de rode cijfers. Hun inkomsten moeten nu vrijwel geheel uit de kringloopomzet komen. Van de organisaties wordt verwacht dat zij zich meer als echt bedrijf gaan gedragen om een gat van enkele tonnen te dichten. Ze vragen zich niet alleen af of dat überhaupt gaat lukken, ze vrezen ook dat hun sociale doelstelling hierdoor in de problemen komt.
Juttersdok en De Lokatie, net als de andere kringloopwinkels die lid zijn van branchevereniging BKN, zijn er niet alleen om oude spullen nieuw leven te bieden. Ze zijn er om groepen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden of door te laten stromen naar regulier ander werk. Beide organisaties noemen dat laatste zelfs hun hoofddoel. Maar de gemeente bouwde instroom-doorstroombanen (ID-banen), de oude melkertbanen, al een paar jaar af. Door bezuinigingen zijn daarnaast aanbestedingen voor werktrajecten versneld komen te vervallen.
In de eerste plaats betekent dit voor beide stichtingen dat ze hierdoor een groot verlies aan inkomsten krijgen. Juttersdok, een stichting met zes kringlooplocaties – vier in Amsterdam- en momenteel 210 werknemers, kreeg in 2009 nog bijna zes ton aan subsidie en aanbestedingen van de gemeente. In 2011 was hier nog maar bijna de helft van over, zo blijkt uit jaarrekeningen (zie kader 1). Dit jaar is er zo goed als niets over.
Kader 1: Inkomsten en werknemers
Wat is er bij Juttersdok veranderd?
– Er zijn nog vijf mensen op een ID-baan over, dat waren er ooit zestien.
– De kringloopomzet in 2008 was € 513.583,88, in 2011 opgelopen tot €665.213,50.
– In dit jaar ligt een omzetstijging in de lijn der verwachting. In januari 2012 was de maandomzet €73.367,29 tegenover €62.061,04 het jaar ervoor.
– In 2009 kwam er in totaal nog €586.668,46 aan subsidies en aanbestedingen binnen. In 2011 was dit teruggelopen tot €335.577,25. Dit jaar komt er nog maar rond de zeventigduizend euro binnen, veelal voor onbetaalde trajecten.
Vanwege het wegvallen van geld vanuit de gemeente heeft Juttersdok dit jaar acht mensen met een ID-baan moeten ontslaan, meer dan de helft van het totale aantal op zo´n baan. Voor die mensen krijgen de organisaties geen geld meer en moesten zij voor het overgrote deel al uit eigen zak worden betaald. De ID’ers die er nog werken hebben ook een onzekere toekomst, want het is niet ondenkbaar dat zij vanwege de financiële situatie niet meer aan te houden zijn.
Bij De Lokatie is er sprake van eenzelfde situatie. De stichting heeft twee kringloopvestigingen in Amsterdam en in totaal ongeveer tachtig man in dienst. De stichting heeft dit jaar de helft van de ID’ers moeten ontslaan. Voor die mensen kreeg De Lokatie voorheen per persoon meer dan twintigduizend euro per jaar, in totaal ruim twee ton aan subsidie. Daarnaast is de gemeentelijke aanbesteding voor de MAP-trajecten (maatschappelijke-activeringsplek) geheel weggevallen, wat volgens de stichting neerkomt op een gat van ongeveer honderdduizend euro (zie kader 2).
Kader 2: Inkomsten en werknemers
Wat is er bij De Lokatie veranderd?
– Er zijn nog negen mensen op een ID-baan over, dat waren er ooit achttien.
– De gemiddelde dagomzet daalt in 2012 (cijfers tot nu toe) met ongeveer tweehonderd euro ten opzichte van 2011, van €1500 naar €1300.
– Per ID’er kreeg de stichting €24.000 vanuit de gemeente, negen van hen zijn noodgedwongen ontslagen.
– Het afschaffen van trajectaanbestedingen leverde een gat van rond de honderdduizend euro op.