De Nederlandse muziekfestivalbezoeker mag gerust verwend genoemd worden. Anno 2012 is er op een willekeurig moment van het jaar op een willekeurige plek in het land wel een festival dat aansluit bij alle individuele wensen. Alle muziekgenres, elke vorm van kunst, theater en film. Massaal of wat kleiner. Éen dag of meerdere. Een zegen voor de bezoekers, maar de laatste paar jaren ook vaker een vloek voor de festivalorganisatoren. De organisatie van festivals wordt niet goedkoper, zeker niet als er meer geld nodig is om te concurreren. Tegelijk zien de organisatoren dat hun potentiële bezoekers minder willen uitgeven vanwege het mindere economische klimaat.
AMSTERDAM, 13 juli – In zo’n veertig jaar heeft Nederland zich ontwikkeld tot een festivalland bij uitstek. Het eerste echte popfestival, A Flight To Lowlands Paradise, in de Jaarbeurshallen in Utrecht in 1967 was nog écht uniek. In 1970 volgde Pinkpop. Het eerste festival heeft inmiddels een geheel andere opzet en heet nu A Campingflight to Lowlands Paradise, maar de twee bestaan nog steeds. Alleen zijn er inmiddels honderden andere bijgekomen.
Het is de vraag of er wel plaats is voor zoveel festivals in een klein land als Nederland. Festivalliefhebbers genoeg, maar is het aanbod langzamerhand niet groter dan de vraag? De dynamiek in de festivalwereld verandert en elke organisatie is op zoek naar dé succesformule, een manier op hun festival houdbaar te laten blijven.
Wildgroei
Hoeveel festivals zijn er precies? De Vereniging van Nederlandse Poppodia en –festivals (VNPF) hoopt in de nabije toekomst een compleet overzicht te bieden van het aanbod. Tot dat moment bieden de cijfers van evenementenonderzoeksbureau Respons enig inzicht. Uit een monitor die de laatste dertig jaar festivals in kaart heeft gebracht, blijkt dat het aantal is gestegen van 150 in 1980 tot ongeveer 700 in 2010, gemiddeld bijna twee per dag. Dit zijn niet alleen de muziekfestivals, maar alle festivals met meer dan drieduizend bezoekers. En tussen 2005 en 2009 steeg het aantal buitenfestivals met podiumkunsten in het hoogseizoen met meer dan vijfduizend bezoekers van 322 naar 424.
Twee voor de prijs van een
Honderd nieuwe festivals in vijf jaar. Een booming business, maar de afgelopen paar jaar is de concurrentie zó hevig geworden dat lang niet elke poging mee te liften slaagt. Dit jaar werden onder andere nieuwkomers Jazzin’ The Hague, Heart Beat Boulevard en FireFly enkele weken voor het begin vanwege achterblijvende kaartverkoop afgelast.
Maar ook enkele grotere festivals hebben het lastig. Daaronder enkele gerenommeerde namen. Rockin’ Park, een groot eendaags festival dat eind eind juni plaatsvond in het Goffertpark in Nijmegen, trok veel minder mensen dan normaal. Het festival biedt plaats aan 35.000 mensen, maar drie weken voor aanvang waren er slechts 15.000 verkocht. Om de kaartverkoop te stimuleren mochten bezoekers bij aankoop van een kaartje gratis iemand meenemen.
Ook met Dance Valley gaat het niet goed. Waar het grote dancefestival in Spaarnwoude in 2010 nog goed was voor 55.000 bezoekers, kwamen er vorig jaar ‘slechts’ 30.000 op af: dat is de helft van het maximale bezoekersaantal. Zelfs een twee-voor-de-prijs-van-eenaanbieding vlak voor aanvang hielp niet. Dit jaar geeft de organisatie potentiële festivalgangers de optie hun kaartje in termijnen te betalen.
Hand op de knip
“Iedereen heeft last van de crisis, wij merken dat ook bij onze leden”, zegt VNPF-directeur Berend Schans. Bij de VNPF zijn grote festivals als Pinkpop, Lowlands, Eurosonic/Noorderslag en North Sea Jazz aangesloten. De enorme concurrentie helpt daarbij niet. “Mensen kiezen nu bewust hun festivals uit”, zegt Rob Teitsma, organisator van het afgelaste FireFly in Zwolle.
Harde cijfers zijn er niet in Nederland, maar Engeland, hét festivalland bij uitstek vormt een goed voorbeeld. 2012 lijkt een mager jaar voor festivals te worden. Dat lijkt te maken te hebben met de hoge jeugdwerkloosheid. Jongeren zijn de belangrijkste bezoekers van festivals. Bijna twintig procent van de jongeren tussen de 18-25 in het Verenigd Koninkrijk heeft geen werk. Festivals bezoeken is vanzelfsprekend geen prioriteit meer.
Het sterke merk
Lang niet alle festivals ondervinden noemenswaardige hinder van de veranderingen in het festivalklimaat. De Zwarte Cross, Mysteryland, Lowlands: ze zijn elk jaar nog steeds dik uitverkocht. Het zijn succesformules die – voorlopig althans- overal tegen beschermd lijken. Deze festivals zijn erin geslaagd een sterke reputatie te ontwikkelen, ze zijn een merk geworden. “Om zulke festivals financieel gezond te houden moet je een enorm netwerk hebben. Over het concept moet goed nagedacht worden en het liefst schuilt er een grote naam achter de organisatie”, zegt Schans. Achter een festival als Lowlands zit marktleider Mojo Concerts, achter Mysteryland ID&T, een van de grootste dance-evenementenorganisatoren van Nederland en België.
Het belangrijkste is volgens Schans het idee achter een festival. De reputatie die organisatoren daarmee opbouwen is van enorm belang. Lowlands is wellicht het beste voorbeeld. Het alternatieve festival in Biddinghuizen dat een voortrekkersrol heeft wat betreft het inspelen op de muziektrends en daarnaast veel ruimte biedt aan theater en kunst, verkoopt de laatste jaren steeds sneller uit. Het absolute record werd bij de editie van vorig jaar behaald. Het kabinet kondigde een verhoging van de btw op tickets aan van zes naar negentien procent. Om de prijsverhoging voor te zijn, gingen kaarten vier maanden eerder in de voorverkoop. Alle 55.000 kaarten werden verkocht in een paar uur en er was nog geen enkele act bekend. “Mensen willen erbij zijn, omdat ze verwachten dat de programmering hoe dan ook wel goed zal zijn”, zegt Lowlandsdirecteur Eric van Eerdenburg.
Cowboys
Enkele gerenommeerde festivals kampen met teruglopende bezoekersaantallen, maar nieuwkomers hebben het zwaarder. Schans van de VNPF noemt ze ‘cowboys’. “Het zijn de mensen die denken: hee, in het festivalcircuit gaat het best leuk, daar is nog wat te halen. Vervolgens organiseren ze iets, bewegen ze zich op de markt, zonder dat ze beseffen wat ze zich op de hals halen.” Het grootste probleem dat ze volgens hem tegenkomen is een te beperkte blik op de organisatie. “Dan legt een organisatie bijvoorbeeld erg de nadruk op het programma, maar vergeten ze de rest eromheen.”
Boutique
De ‘rest eromheen’ is een breed begrip. Een helder beeld van de financiën en vergunningen is van enorm belang. Maar festivals moeten zich ook onderscheiden, juist vanwege de grote hoeveelheid alternatieven. De focus in de festivalwereld verschuift steeds meer van puur de muziekacts naar de ‘rest eromheen’. “Als er tien bakkers in dezelfde straat zitten, moet er wel een duidelijk verschil zijn om klanten te trekken”, zegt Harm Groustra, muziekredacteur voor onder andere het tijdschrift Oor en NU.nl.
Een voorbeeld is de opkomst van boutique festivals: de niet al te grote festivals die zich niet proberen te onderscheiden door grote acts, maar door de dingen eromheen. Naast de muziek is er steeds meer ruimte voor cabaret, toneel en kunst. Ook proberen nieuwe festivals zich te onderscheiden door de locatie. Into The Great Wide Open vindt plaats in de duinen op Vlieland. Het festival is vanaf het begin in 2009 een groot succes. Het nieuwe 8Bahn Area-festival heeft een oude militaire kazerne tot zijn beschikking en het Drentse Midsummer Festifarm een idyllisch bosmeertje. “Het gaat niet meer puur om de namen, mensen moeten zich verbonden voelen met een festival”, zegt Groustra.
“Hoewel grotere festivals ook nog succes hebben, is er ook steeds meer behoefte aan het intieme”, zegt Bas Jansen, medeorganisator van Into the Great Wide Open. Zelfs enkele grote festivals lijken daarop in te willen spelen. Hoewel Lowlands qua bezoekersaantal geen intiem festival genoemd kan worden, besteedt het de laatste jaren wel steeds meer ruimte voor cabaret, toneel en kunst. Het succesvolle dance-evenement Extrema Outdoor – inmiddels XO Live- besloot vorig jaar al het festivalterrein kleiner te maken en minder bezoekers toe te laten.
Headlineoorlog
Toch is er wel degelijk nog behoefte aan massafestivals, volgens Van Eerdenburg. “Dat bewijzen Pinkpop en Rock Werchter nog wel.” Maar het wordt ze niet makkelijk gemaakt. Dit soort festivals heeft voornamelijk succes vanwege de grote muzieknamen. Pinkpop bijvoorbeeld heeft al decennia lang drie podia, puur voor muziek. Volgens muziekjournalist Groustra is er echter een ‘headlineoorlog bezig’: er zijn steeds meer festivals in de race voor de grote namen, de headliners. “Tegelijk zijn er minder ‘stadionheadliners’ dan vroeger”, zegt van Eerdenburg.
Hoewel op ‘zijn’ Lowlands de muziekprogrammering voor vele bezoekers van ondergeschikt belang lijkt, blijft het volgens Van Eerdenburg het affiche van grote festivals. “Je moet inspelen op trends in de muziek, blijven kijken naar wat anderen neerzetten.” Ook hij kan het naar eigen zeggen absoluut niet permitteren een slecht programma neer te zetten. “Dat kun je maximaal twee keer doen, daarna ben je dood. De druk om goed te blijven programmeren voelen we enorm.”
De nieuwe festivalganger
Inmiddels lijkt het festivalaanbod te stabiliseren. Afgaand op de cijfers van onderzoeksbureau Respons zijn er de laatste twee jaar geen buitenfestivals meer bijgekomen. Het verwacht zelfs een lichte daling voor de komende jaren. De strijd om de gunst van de verwende festivalganger is begonnen. “Festivals moeten aan steeds meer eisen voldoen: meer podia, mooiere aankleding, het moet niet te duur zijn. En belangrijker: ze willen waar voor hun geld”, zegt FireFly-organisator Rob Teitsma. Maar hoe de nieuwe festivalganger eruit gaat zien, is heel moeilijk te voorspellen. Jansen van Into The Great Wide Open: “Je kunt mij niet vertellen dat een festival als Lowlands en Into The Great Wide Open de komende twintig jaar meteen op de eerste dag blijven uitverkopen. Het zal een keer gaan omslaan en naar dat moment ben ik benieuwd.”