Ieder jaar neemt het aantal Nederlandse studenten in het Belgisch hoger onderwijs toe. Studeren is er goedkoper maar ook een stuk moeilijker, zeggen studenten die zelf de grens overstaken. “Die Belgische mentaliteit móet je wel overnemen.”
Op vrijdagmiddag zijn de tientallen terrassen op de Oude Markt in Leuven leeg. Bij studentencafé Ambiorix spelen vier oude Belgen een potje Yahtzee. Een slinger met oranje vlaggetjes is er over de straat gespannen. Aan de gevel hangen oranje spandoeken voor het EK voetbal, daarboven prijkt de grote vlag met de tekst ‘KSV Hollandia Lovaniensis’. Voor de studiezalen van de Katholieke Universiteit Leuven geldt tijdens de examenperiode code rood: nergens is nog plaats.
De zes bestuursleden van de Katholieke Studentenvereniging voor Nederlanders in Leuven zitten vierhonderd meter verderop in de bibliotheek van de rechtenfaculteit. Zij kozen net als ruim 4600 Nederlanders voor een studie in België. In een overvolle studiezaal onderstrepen studenten met felgekleurde markers teksten in dikke cursusboeken. Tussen de middag is er tijd voor een broodje bij Het vluggertje. “We komen hier ’s ochtends om half negen en blijven tot elf uur ’s avonds,” zegt Boudewijn Heggen (22), derdejaars geneeskunde en pas gekozen als praeses van Hollandia.
Heel anders dan hun vrienden in Nederland, vindt het bestuur. “Ik blokte in januari samen met een vriend die in Nijmegen studeert,” zegt geneeskundestudent Melvin van Steen (23) die een donkerblauwe trui draagt met achterop het oranje verenigingslogo. “Hij kwam om half twaalf en ging tegen drieën weer weg. Die Belgische discipline moet je hier wel overnemen.”
Op de plastic tuinstoelen van het Vluggertje eet het groepje luid pratende studenten een Vlaamse smos, een broodje met veel rauwkost en mayonaise. Alleen praeses Heggen onderscheidt zich door zijn Limburgse accent nauwelijks van de Vlamingen. “Ze zien het wel aan mijn kapsel,” zegt hij. Waar veel Vlaamse jongens met een out of bed look de bibliotheek in wandelen, zitten de haren van de Hollandse jongens met gel achterover gekamd. De oranje met blauw en wit gestreepte clublintjes die verplicht zijn op de clubavonden in Ambiorix, dragen ze deze maand niet. “Normaal is er elke dag wel een caféavond of een Thé Dansant (dansfeest),” zegt geneeskundestudente Eva Hanenberg (21). Boven haar ogen zit een zwart lijntje en ze rookt een sigaret. “Nu gebeurt er helemaal niets.”
In de Vlaamse stad waar ruim veertig procent van de 95 duizend inwoners student is, studeren twaalfhonderd Nederlanders. De meer dan vijftig studentenverenigingen organiseren er dagelijks borrels en kroegentochten. Behalve in januari en juni, als de examens beginnen. In plaats van op de Oude Markt ontmoeten de 32 leden van Hollandia elkaar alleen nog in de bibliotheek of tijdens de lunch. “Als de examens klaar zijn is er wel weer een feestje hoor,” zegt Hanenberg.
De bestuursleden van Hollandia kwamen naar België omdat hier voor een medische studie geen loting is, maar een toelatingsexamen. “In Nederland werd ik uitgeloot,” zegt Van Steen die voor het tweede jaar in het bestuur van de vereniging is gekozen. “En de universiteit staat hoger in de Europese ranglijsten.” Daarnaast betalen studenten in België in plaats van 1756 euro jaarlijks 596 euro aan collegegeld. Voor gemiddeld driehonderd euro per maand vind je er gemakkelijk een kamer, of kot zoals de Vlamingen zeggen. “Maar Leuven is ook gewoon kei gezellig hoor,” zegt een meisje dat haar sigaret weggooit. “Echt honderd keer leuker dan in Eindhoven.”
Vorig jaar was één op de vijf deelnemers aan het toelatingsexamen voor de opleiding tandheelkunde of geneeskunde aan een Belgische universiteit Nederlander. Vijftien procent van hen haalt het, terwijl bij de Vlamingen veertig procent slaagt.
“Het onderwijs draait hier veel meer om kennis,” zegt Hanenberg terwijl ze een hap neemt van haar broodje. “In Nederland leer je op de middelbare school om verbanden te leggen. Hier gaat het erom dat je de dingen echt uit je hoofd weet.” Net als veel Nederlanders had zij in haar eerste jaar moeite om over te schakelen op het Belgische onderwijssysteem. Het academiejaar heeft maar twee examenperiodes en er zijn bijna alleen hoorcolleges. “Veel Nederlanders beginnen te laat met studeren of ze zakken voor hun examen omdat ze denken dat het oké is als je dingen van te voren even doorleest.”
Koen Uytterhoeven is studiebegeleider voor eerstejaarsstudenten geneeskunde aan de KU Leuven. Volgens hem komen Nederlanders vaker in de problemen dan hun Vlaamse studiegenoten. “Het ontbreekt hen vaak aan fundamentele basiskennis die Vlaamse scholieren op de middelbare school uit het hoofd leren, maar die de Nederlanders alleen kunnen toepassen.”
Boudewijn Heggen, die zelf in Sittard naar de middelbare school ging, weet dat uit ervaring. “Veel vrienden van mij gingen over de grens naar school,” zegt hij. “Bij hun eindexamen natuurkunde of wiskunde mochten ze geen formulekaart of een grafische rekenmachine gebruiken. Ik wel.”
De discipline in het Vlaamse onderwijs weerhoudt Nederlandse studenten er niet van te kiezen voor een studie over de grens. Dit academiejaar studeren 4619 Nederlanders in België. “Dat is bijna acht procent meer dan het jaar daarvoor,” zegt een medewerker van de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs Nuffic. Door de langstudeerboete die vorig jaar in Nederland is ingevoerd en het verhoogde collegegeld voor een tweede studie, verwacht het Nuffic dat dit aantal volgend jaar opnieuw stijgt. “Studenten die op zoek gaan naar een alternatief vinden het belangrijk dat ze onderwijs kunnen volgen in het Nederlands,” aldus het Nuffic. Daarnaast hebben Nederlanders het voordeel dat ze in Vlaanderen hun Nederlandse studiebeurs voor uitwonenden à 266 euro per maand, behouden.
“Daardoor heb je heel veel vrijheden,” zegt Hanenberg. In tegenstelling tot de Nederlanders krijgen Vlaamse studenten tot hun vijfentwintigste een kinderbijslag van 88 tot 244 euro per maand, die wordt gestort op de rekening van hun ouders. “Dat maakt een enorm verschil. Nederlanders mogen zelf bepalen waar ze het geld aan uitgeven,” zegt de studente. Op vrijdagmiddag lopen veel studenten richting het Leuvense station met een grote koffer, waarschijnlijk gevuld met wasgoed. De Nederlanders blijven in de weekenden vaak op kot en vinden zichzelf een stuk zelfstandiger dan de Belgen. “Hier zijn al blij als ze een potje bolognaisesaus kunnen opwarmen,” zegt de oud-praeses van Hollandia met een Leidse ‘r’. “Sommigen krijgen op zondagavond gewoon vijf diepvriesmaaltijden mee.”
Door de verschillen tussen de Nederlanders en de Belgen trekken de Hollanders in Leuven veel met elkaar op. Volgens Heggen is dat altijd zo geweest. “Hollandia bestaat 126 jaar en is een van de oudste verenigingen van Leuven,” zegt hij. “Streng katholieke ouders stuurden hun kinderen hier vroeger al heen.” Toch doen de Hollanders ook iedere week mee aan activiteiten van Vlaamse studentenverenigingen. “We gaan ook wel met Belgen om,” zegt Hanenberg. “Maar als Nederlander trek je gewoon naar elkaar toe.” De Vlamingen zijn volgens de leden van Hollandia afstandelijk. “Je kunt hier vier jaar met iemand in een huis wonen zonder iemand te leren kennen,” zegt een tandheelkundestudent. De Nederlanders hebben op hun beurt een grote mond en ze praten hard. “Dat staat hier gelijk aan arrogant.” “De Nederlanders in mijn les zijn luidruchtig,” zegt een Vlaams meisje dat met een dikke syllabus onder haar arm de monumentale universiteitsbibliotheek uitloopt. “Maar dat zal wel gelden voor Nederlanders in het algemeen zeker?” Volgens de studente biomedische wetenschappen hokken de Nederlanders teveel samen. “Daardoor leer je ze niet echt kennen.” Door het groeiende aantal Nederlanders in de universiteitsstad zal waarschijnlijk ook het ledenaantal van Hollandia stijgen. Vlamingen zijn uitgesloten als lid. “We zijn een regionale vereniging,” zegt Heggen. “Ik mag omgekeerd ook geen lid worden van een vereniging voor Oost-Vlamingen. Je blijft een Hollander.”