Het Allard Pierson Museum opende afgelopen vrijdag een fototentoonstelling over de zevenhonderdduizend opgravingen die archeologen vonden in bouwputten van de Noord/Zuidlijn. Voor het eerst zijn daarbij voorwerpen uit de prehistorie gevonden. Archeoloog Jerzy Gawronski, werkzaam bij het Bureau Monumenten & Archeologie: “Er is nog nooit eerder zo diep gegraven in Amsterdam.”
AMSTERDAM, 14 februari – Archeoloog Jerzy Gawronski (56) heeft het druk. Ruim een maand na de publicatie in Ons Amsterdam over zijn archeologische vondsten in bouwputten van de Noord/Zuidlijn opent hij tentoonstellingen, geeft hij interviews en overhandigt hij vandaag het dikke boek Amsterdam Ceramics aan de burgemeester van Amsterdam. En dat alles na de eerste vondst van prehistorische voorwerpen in de hoofdstad. Amsterdam is ouder dan gedacht, kopten de media in januari. “Maar dat klopt dus niet helemaal.”
Nog nooit eerder hebben archeologen zo diep gegraven in Amsterdam. Zo’n 25 meter onder NAP, in de bouwputten van de Noord/Zuidlijn, groeven ze allerlei voorwerpen op. “Iedereen denkt altijd dat wij maar achter die tunnelboor aanrenden”, zegt Gawronski. “Maar die zit zo diep, daar vind je niks terug van oud Amsterdam. Daar zit de ijstijd.” Bovendien is er aan het oppervlak van de zachte, veel bewerkte grond van Amsterdam niets bewaard gebleven van de voorgeschiedenis van de stad. “We dachten: als er iets te vinden is, dan moeten we de stationsputten in. Die gaan namelijk dwars door de bovenste lagen grond van het Rokin en het Damrak, waar ooit de rivier de Amstel stroomde.”
Gawronski’s voorspelling kwam uit. In de oude bedding van de Amstel vonden hij en zijn team voorwerpen die teruggingen tot de Steentijd (“zo rond 2600 voor Christus”). “Maar we vonden ook voorwerpen, zoals aardewerk, uit de Bronstijd en de IJzertijd.” Ook groeven de archeologen resten op uit de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. Gawronski: “Dan kun je dus zeggen dat dit gebied al zo’n vierduizend jaar een cultuurgeschiedenis kent.”
Maar, zegt de archeoloog hoofdschuddend, dat wil niet zeggen dat Amsterdam ook vierduizend jaar oud is. “De vroegste bouwsporen die in Amsterdam zijn gevonden, in de Warmoesstraat en de Nieuwendijk, stammen van na 1175. Deze nieuwe vondsten laten zien dat er al wel eerder mensen woonden in het gebied dat nu Amsterdam heet. Maar dat was nooit in grote hoeveelheden.” Pas toen de Amstel, het IJ en de verbinding met de Zuiderzee ontstonden, werd Amsterdam een aantrekkelijke handelsplaats om te gaan wonen en werken. “Er was hier dus geen Asterix en Obelixachtig dorpje te vinden.”
Amsterdam is niet de eerste Noord-Hollandse stad waar prehistorische resten worden gevonden. “Er is gewoon nog nooit eerder zo diep een metrolijn aangelegd”, zegt Gawronski. “Kijk, natuurlijk wordt er wel vaker dieper gebouwd, zoals parkeergarages. Maar voorheen werd altijd op vast land gegraven, nooit in een oude rivierbedding.” De kans dat de gevonden voorwerpen door de Amstel vanuit een ander deel van het land zijn meegevoerd, is niet aanwezig, volgens Gawronski. “Het aardewerk is heel broos. Dat zou dan zeker slijtsporen vertonen, en dat doet het niet.”
Van de ruim zevenhonderdduizend vondsten uit de Noord/Zuidlijn is nu een tentoonstelling te zien in het Allard Pierson Museum. En vandaag overhandigt hij zijn nieuwe boek, Amsterdam Ceramics, aan de burgemeester. Het boek beschrijft de ontwikkeling van Amsterdam in negen periodes, op grond van de archeologische ontdekkingen. Gawronski: “De nieuwere voorwerpen hebben we gedeeltelijk opgegraven, en gedeeltelijk opgevraagd.” Zo staan er bij de negende periode afbeeldingen van opgegraven vazen, maar ook van gedoneerde schalen uit bijvoorbeeld Chinese restaurants.
“Door de invoering van het riool en afvaldumps buiten de stad, is het goed mogelijk dat we over honderd jaar nauwelijks nog iets in de grond tegenkomen van deze tijd”, zegt Gawronski. In Amerika doen ze bijvoorbeeld al aan garbage archeology: het doorspitten van de enorme afvaldumps. “Ze hebben daar waanzinnige typologieën gemaakt van hamburgerverpakkingen. Helemaal onderin vonden ze zelfs een intacte hamburger uit 1920.” Een andere toekomstige vorm van archeologie is digitale bestanden uitpluizen. Gawronski kijkt even naar de kast met aardewerk, die in zijn kantoor op het Bureau Monumenten & Archeologie staat. Dan zegt hij: “Maar ik ben een ouderwetse.”