In iedere editie van NAP schrijft een van onze redacteuren een column over Amsterdam naar aanleiding van een tijdstip. Vandaag slaat de klok…eerder dan gedacht
“Je kunt er langs de grachten lopen, dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen.” Het waren de bewegende beelden van het oude Amsterdam met de zoete stem van Kris de Bruyne op de achtergrond, die mij een half jaar geleden naar de hoofdstad deden verhuizen. De televisiereclame verbeeldt de romantiek van de stad. Een vrachtwagen geladen met Old Amsterdam kaas rijdt langzaam over de grachten. Lachende kinderen met kniekousen rennen er achter aan en Kris de Bruyne zingt door. “Daar vind je Amsterdam.”
Als je de reclame ziet wens je dat je honderd jaar geleden geboren was. Net als wanneer je een retrolamp aanschaft of een stomme film kijkt. Een romanticus die in een eeuwig onvrede leeft met het hier en nu, zoekt liever zijn toevlucht in geschiedenisboeken, oude films en rommelmarkten. Of in kaas.
Hoe oud Amsterdam ook mag zijn, de historie van de stad is vakkundig samengevat in dat 29 seconden durende reclamespotje van een kaasmerk dat de suggestie wekt dat het ware Amsterdam op je tong smelt, zodra je er een stukje van hebt geproefd. Onder de zwarte korst probeert de fijnproever de smaaksensatie van Amsterdam te ontdekken.
Dat probeerde ik zelf ook. Wie zich door de drukte van toeristen en coffeeshops heen heeft geworsteld, komt vanzelf in het echte Amsterdam terecht, dacht ik. In die mooie stad zoals die vroeger was.Sinds een half jaar ben ik daarom woonachtig aan een van de romantische grachten, weliswaar in een in de jaren zeventig opgetrokken betonnen flat van Woonstichting de Key (wat zou hier vroeger hebben gestaan?). Iedere keer als een vrachtwagen moeizaam de ronding van het bruggetje voor mijn huis oprijdt hoop ik dat er ‘Old Amsterdam’ op de zijkant staat. Kris de Bruyne zingt mee. “Daar vind je Amsterdam”. Waar dan Kris? Waar dan?
Aan korsten moet je echter blijven peuteren. Journalisten horen te weten dat er onder een harde laag plastic smeuïge geheimen schuilgaan. De zwarte korst van Old Amsterdam verbergt een smaakexplosie die de historie van de stad samenvat in een rijpingsproces van hooguit tien weken. Een echte oude kaas rijpt op zijn minst zes maanden voordat we hem ‘oud’ mogen noemen. Old Amsterdam werd bedacht in 1985 en is een kunstgreep, wist culinair journalist Gerrit Jan Groothedde mij deze week te vertellen. Door middel van mysterieuze rijpingsprocessen waar een echte kaasboer zich ver van houdt, bereikt de kaas in enkele weken een smaak die de niet-kaaskenner als ‘oud’ typeert. Gemaakt van Duitse melk wordt de ‘oude kaas’ vervolgens in een plastic jasje gegoten dat niets met Amsterdam te maken heeft.
Old Amsterdam is een marketingstunt, die bestaat uit handig aan elkaar geknipte en gemanipuleerde zwart-witbeelden die een aan Weltschmertz lijdende romanticus zoals ik het water in de mond doen lopen. Voor mij deed de ontdekking van de ware identiteit van de Amsterdamse kaas de historie van de stad harder op haar grondvesten trillen dan de boor van de Noord/Zuid lijn. Geen oud recept, geen grachtenpanden en ook geen romantiek. Old Amsterdam is niet oud noch Amsterdams, net als ikzelf en de studentenflat waarin ik mijn intrek heb genomen. “Een knap gemaakte kaas, omdat het kan”, zei Groothedde aan de telefoon. “Omdat er alles kan”, zong Kris de Bruyne over de stad. Ook daar vind je Amsterdam.