Een bus vol grachtengordelpubliek vertrok op dinsdagavond 7 februari vanaf het Leidseplein richting de Bijlmer. Daar vond de eerste editie van Bijlmer Boekt plaats, een literaire avond bedoeld om het “witte publiek” kennis te laten maken met Zuidoost.
AMSTERDAM, 8 februari – In de bus van het Amsterdamse Leidseplein naar de Bijlmer zit één donkere vrouw. Verder zit een twintigtal blanke vrouwen in de bus. Voornamelijk op leeftijd. Kort grijs haar en winterjassen met bontkraag. Ten slotte nog een stuk of zes mannen. Een vrouw zegt: “Op de kaart zag het er echt niet zo ver uit hoor.” Bestemming is het Bijlmer Parktheater, waar vanavond, dinsdag 7 februari, Bijlmer Boekt op het programma staat. Een literair variété met onder andere Kees van Kooten, Gerda Havertong en Karin Amatmoekrim.
Als de bus tien minuten rijdt pakt een van de organisatoren de microfoon. Ze heet iedereen welkom en zegt dat er wat vertier voor onderweg was beloofd, “voor de hele lange rit naar de Bijlmer, of tenminste: voor sommigen voelt dat zo”. Ze geeft de microfoon aan het donkere meisje dat ze voorstelt als Muna Shirwa. Zij vraagt de passagiers wie Gil Scott Heron kent, de vorig jaar overleden Afro-Amerikaanse dichter en artiest. Een vijftal mensen steekt hun hand op. Shirwa heeft een eigen bewerking gemaakt van Heron’s “The revolution will not be televised”. Ze zegt: “De revolutie zal vanavond niet uitgezonden worden. De revolutie is hier.”
Na een tweede gedicht rijdt de bus al het besneeuwde parkeerterrein van het theater op. Toch niet zo’n lange rit. De passagiers uit de binnenstad gaan de foyer in waar het publiek beduidend meer gemêleerd is. Jonger en gekleurder. Het zijn dat soort verschillen waar het deze avond om gaat. Presentatrice Christine Otten vindt dat de literaire wereld te gescheiden en vooral te wit is. Zij wil het ‘grachtengordelpubliek’ kennis laten maken met Zuidoost en de culturele scene aldaar stimuleren. De bus was er voor mensen die dachten: “Hoe kom ik daar? Is het wel veilig?”, zegt Otten. “Of voor mensen die het gewoon gezellig vonden, natuurlijk.”
De avond laveert tussen twee uitgangspunten. Enerzijds kunnen de vrouwen uit de binnenstad op literatuursafari naar de Bijlmer, anderzijds moet het gewoon een leuke literaire avond worden, zonder teveel nadruk op verschillen tussen mensen. Het begint in ieder geval leuk. Kees van Kooten, bekend van Van Kooten en de Bie, vertelt een aantal anekdotes (“Voor witte dames moet je oppassen”), draagt een paar gedichten voor en heeft de lachers op zijn hand.
Na Gerda Havertong, bekend van Sesamstraat en haar boek Frontaal, is Muna Shirwa opnieuw aan de beurt. Zij snijdt de taboes die vanavond door de lucht zweven weer aan. Ze deelt een les van haar vader: “Alles wat niet leuk is aan de wereld, kun je van je afschrijven.” Dat is precies wat de volgende gast, Karin Amatmoekrim, ook gedaan heeft. In haar laatste en vierde roman, Het Gym, beschrijft ze hoe een donker meisje uit een achterstandsbuurt in IJmuiden op een blank gymnasium terecht komt en daar geconfronteerd wordt met vooroordelen die er wel degelijk nog zijn. Ze ziet het als haar taak om de multiculturele krampen waar Nederland mee worstelt te beschrijven.
Rapper/dichter Blaxtar, die zichzelf omschrijft als “zwarte ridder op het witte paard”, weet op luchtige wijze met het sluimerende thema van de avond om te gaan. Hij vraagt hoeveel mensen er nog nooit bij een hiphopconcert geweest zijn. Bijna de helft van de handen gaan omhoog. “Welkom bij jullie eerste hiphopconcert”, zegt hij. De zaal lacht gespannen. Blaxtar vertelt dat veel rappers altijd boos zijn, maar dat niemand hier zal weten waarom. Zijn lyrics geven uitleg.
Hitler was echt niet zo gek als ie leek, en ik weet ’t klinkt maf, op dit moment werken de mensen aan ’t behoud van hun ras. Let’s face it. Gaan alle jonge blanke meisjes bezig met negers, zijn blanken over vier eeuwen verleden tijd en kunnen we in 2405 in een reservaat echte blanken gaan bekijken. Dus ik snap die racisten, maar ik lach om racisten. In 2405 zou ‘k ze zelfs gaan missen. Maar misselijke onderhuidse acties en poeslief lachen naar me als je me op de hoek ziet is pussy, pussies.
De lichten gaan weer aan en uit de speakers klinkt “Change gone come”, de soulklassieker van Sam Cooke in een versie van Seal. Iets te veel van het goede wellicht. De revolutie was niet hier vanavond, maar het was een interessante bijeenkomst. Over vierhonderd jaar gaan we misschien aapjes kijken in het “blankenreservaat”, maar voor nu is literatuursafari voor de kortharige dames met bontkragen wel even genoeg.