Het bestemmingsplan moet nog worden gewijzigd, maar hij heeft er alle vertrouwen in: deze zomer opent hij het eerste rooftoprestaurant in Amsterdam Centrum. Daarna zou horecaondernemer Bert van der Leden (o.a. Supperclub, Nevy, Nomads) graag een burlesque nachtclub neerzetten. “Ik vind het leuk om een van de eersten te zijn.”
Van der Leden (62) zit achterovergeleund op een stoel in zijn kantoor aan het Rokin, zijn handen achter zijn hoofd. Voor hem liggen twee telefoons op tafel. Aan de muur hangt een schilderij van een toiletrol. Gucci, staat er op het toiletpapier. Allereerst moet hem iets van het hart. “Ik vind het vervelend dat de horeca altijd negatief in de media komt. Dan wordt de euro gewisseld en hebben wij het verkeerd gedaan, dan schenken we weer water uit de kraan. Er is altijd wat. Maar er wordt nooit gezegd dat de gezamenlijke horeca de grootste werkgever van Nederland is, of de grootste werkgever in Amsterdam.”
Dan, ineens vrolijk: “Maar oké, waar gaan we het over hebben?”
Wat zijn precies uw plannen met het rooftoprestaurant?
“Bij Hoogland kun je straks over de hele stad heen kijken. Boven op het Rokin 75, dat is een mooi plekkie. Hoogland is eigenlijk alleen de werknaam, maar het begint te wennen. Onder het logo staat straks waarschijnlijk Terroir des Pays Bas. Van eigen bodem. We willen met producten uit Nederland gaan werken. Er zijn heel veel mooie Nederlandse producten, veel daarvan gaan naar de markt in Parijs. Mensen vergeten dat wel eens. De oesters, de mosselen, de kreeft uit Zeeland, maar ook mooie groentes. Er zitten rond Amsterdam veel biologische boeren. Daar willen we mee samenwerken. Ik heb er met mijn koks over gesproken en die vinden het allemaal heel spannend.”
Canvas zit ook op de bovenste verdieping. Wat maakt Hoogland uniek?
“In San Francisco en Berlijn zijn tientallen, misschien wel honderden rooftoprestaurants. In Amsterdam staat het concept nog in de kinderschoenen. Ik vind het leuk om één van de eersten te zijn.
“De gemeente is ook heel enthousiast over Hoogland. Het past in hun plannen met de zogeheten Rode Loper, waarmee Amsterdam de verslonsde entree vanaf het Centraal Station wil opknappen. De gemeente heeft zelfs Het Parool op mijn spoor gezet. Ik vroeg hen nog: ‘Vinden jullie het niet een beetje vroeg om met de media te praten, het bestemmingsplan is nog niet gewijzigd. Daar moeten jullie nog toestemming voor geven.’ Ze zeiden: ‘Nee hoor, we denken dat het wel goed komt.’”
Worden uw plannen altijd zo goed ontvangen of liep het ook wel eens minder soepel?
“Nee, eigenlijk nooit. Als ik het vergelijk met het buitenland dan denk ik dat wij niet mogen mokken over de overheid. Als je een redelijke vraag hebt, krijg je een redelijk antwoord. Ik heb het in het buitenland waanzinnig lastig gehad. In Rome pestte de overheid de Supperclub gewoon weg.”
Bij Nevy en Nomads wordt veel gebruik gemaakt van acties van kortingssite Groupon. Is dat een symptoom van de financiële crisis?
“Als je gebruik maakt van Groupon, dan denkt iedereen: ‘Het zal wel slecht gaan.’ Een collega noemde het ‘een economisch probleem in de etalage zetten’. Maar voor de crisis sprak niemand er zo over. Terwijl Groupon toen ook al bestond, en we aan dingen als de Restaurantweek en Dining City meededen. Ik vind Groupon een fenomeen. Wat anderen er ook van zeggen, ik vind het fantastisch.
“Kijk, ik zeg niet dat het heel goed gaat. Ik kan niet zeggen dat de crisis ongemerkt aan ons voorbij gaat, dat zou onzin zijn. Maar we zitten niet in de rode cijfers. Ik vind dat wij nog steeds mooie cijfers hebben, ook al zijn die naar beneden bijgesteld. Daar moet je in deze tijd wel bij glimlachen, want het gaat bij een hoop anderen natuurlijk niet goed. Maar ik hoor hier in Amsterdam eigenlijk weinig collega’s heel erg klagen. Ik denk dat het komt door het grootstedelijke.”
Wat mist Amsterdam nog?
Lange stilte. “Ik mis een nachtclub met een erotisch tintje. Dat zou ik willen neerzetten, maar wel iets waar ik ook met mijn vrouw heen kan. Dat bijvoorbeeld Erwin Olaf de wallpapers maakt. Erotiek gemaakt door een mooie kunstenaar. En dames in de bediening in een burlesque sfeer. Dat heb je in Londen en Parijs op hoog niveau. Daar schaamt niemand zich ervoor. Als ik daar met jullie naartoe ga wil ik dat jullie denken: ‘Wat is dit? Dit is goed!’ En niet: ‘Wat een vieze oude man.’”