Tijdelijke winkels, de zogenaamde pop-upstores, zijn in opkomst. Amsterdam kende al een aantal van deze winkels en sinds deze week ook een nieuw pop-uprestaurant, BAK. De tijdelijk verhuur gaat leegstand tegen. Toch is het voor veel pop-upondernemers moeilijk een ruimte te vinden.
AMSTERDAM, 25 januari – Pop-upwinkels, pop-upgalerieën, pop-upwijnbars: kleine, tijdelijke ondernemingen duiken steeds vaker op in Amsterdam. Zelfstandige, veelal jonge ondernemers huren voor enkele dagen of weken een leegstaand pand en stallen er hun producten uit. Goed voor de leegstand en de diversiteit van de winkelstraat, volgens Amsterdams PvdA-lid Michiel Mulder. De ondernemers zelf zijn vooral blij met de lage huurprijzen. Toch blijft de zoektocht naar geschikte leegstaande panden moeilijk. Alessandro DaFies, mede-oprichter van pop-uprestaurant BAK: “Als beginnend ondernemer koop je niet zomaar een pand.”
Dinsdagmiddag, vier uur. Vanuit het leegstaande café van Hetveem Theater, aan de Amsterdamse Van Diemenstraat, klinkt gehamer. DaFies loopt rond, legt hier en daar nog wat servetten recht. Over anderhalf uur komen de eerste gasten, vooral vrienden van DaFies en zijn twee compagnons Piet Sanders en Benny Blisto. Ze komen voor de try-out van pop-uprestaurant BAK. Alle tafels zijn gereserveerd. “Binnen drie dagen zaten we vol”, aldus DaFies. “Er staan zelfs mensen op de wachtlijst”. Die moeten wachten tot de volgende keer dat BAK een locatie vindt. Nu is het restaurant maar één avond open, voor de try-out. “We hebben deze ruimte voor drie dagen kunnen huren”, aldus DaFies. “Inclusief op- en afbouwen.”
Waarom hebben ze dan geen vast pand geregeld? “In steden als Berlijn en Sydney kun je voor weinig geld goed uit eten. In Amsterdam is dat bijna onmogelijk, deels door de hoge huurprijzen. We wilden een betaalbaar, maar goed restaurant oprichten.”
Het vinden van een geschikte locatie is niet gemakkelijk. Zo moet er een keuken aanwezig zijn, en moet de ruimte om te bouwen zijn tot restaurant. “Dit theatercafé hebben we zelf gevonden”, zegt DaFies. “Maar misschien kunnen we in de toekomst samenwerken met anti-kraakverenigingen.”
Liever niet op de Zuidas
Ook winkeliers die tijdelijk een pop-upstore willen openen hebben moeite met het vinden van een geschikt winkelpand. Niet dat er zo weinig leegstand is in Amsterdam. Uit recente cijfers van het onderzoeksbureau Locatus blijkt dat 1,6 procent van de winkelpanden in het centrum van Amsterdam leeg staat. In Amsterdam Zuidoost is dit 4,3 procent.
Toch worden die leegstaande panden niet snel verhuurd aan pop-upondernemers. Aan de tijdelijke verhuur zouden te veel regels verbonden zijn en vastgoedondernemers stellen zich terughoudend op. PvdA’er Michiel Mulder kwam vorig jaar met een initiatiefvoorstel om de regels omtrent de tijdelijke verhuur van leegstaande panden te versoepelen. Hij vermoedt dat makelaars en vastgoedeigenaren te conservatief denken en dat het “te veel gedoe” oplevert om een winkelpand voor een korte periode van hooguit enkele weken te verhuren.
Het initiatiefvoorstel van Michiel Mulder bevat een motie die het mogelijk moet maken om ook leegstaande kantoorpanden als pop-upstore te verhuren. “Wij hebben contact met meer dan honderd mensen die op zoek zijn naar een ruimte. Gebieden waar veel leegstand is, zoals Sloterdijk en de Zuidas, kun je op die manier oppimpen.”
Caroline de Jager is medeoprichter van de website www.popupsquare.nl die ondernemers in contact brengt met eigenaren van leegstaande winkelpanden. Volgens haar ligt het probleem niet alleen bij makelaars en verhuurders. “Ook ondernemers denken te weinig out of the box”, zegt ze. “Ze willen een leuk pand in de Kalverstraat of in de Haarlemmerstraat, maar daar is geen langdurige leegstand. In winkelcentra en straatjes achteraf wel. De vraag naar panden matcht niet met het aanbod aan leegstand.”
Daarnaast denkt De Jager dat makelaars “te veel achterover leunen” en niet actief op zoek zijn naar creatieve manieren om leegstand aan te pakken. “Makelaars vragen zich vooral af of ze veel geld kunnen verdienen. Met de verhuur van een pop-upstore is dat niet het geval.”
Netwerk
Ronald Besemer van vastgoedbedrijf Corio Nederland, onder andere eigenaar van winkelcentrum Villa Arena in Amsterdam Zuidoost, bevestigt dat pop-upstores voor verhuurders geen bron van inkomsten zijn. Toch is het vastgoedbedrijf een voorstander van het tijdelijke winkelconcept. “We krijgen veel verzoeken voor pop-upstores in onze winkelcentra. Bij leegstand kunnen we daar iets mee doen.”
Volgens Besemer hebben verhuurders wel degelijk baat bij de tijdelijke verhuur van leegstaande winkels. “We willen jonge mensen een kans geven. Zo komen we in contact met mensen die het misschien gaan maken in de retail, dat is goed voor ons netwerk”, zegt Besemer. “Ook ziet de consument weer eens iets nieuws, dat wordt gewaardeerd.”
Alessandro DaFies van pop-uprestaurant BAK is vol vertrouwen wat betreft het vinden van geschikte ruimte. Hetveem Theater is in ieder geval een goede start. Het theatercafé staat vol gedekte tafels en achter de bar staan flessen wijn en een koffiezetapparaat. Sanders is tevreden. “We hebben iets gemaakt van een lege bak.”