AMSTERDAM, 25 januari – Het aantal ondernemingen in de cultuur- en recreatiesector in Amsterdam steeg “explosief” tussen 2000 en 2010. De groei met 23 procent is de sterkste groei van alle sectoren waarin ondernemers opereren. Dat blijkt uit de factsheet ‘Ondernemerschap in Amsterdam’ die Bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam vorige week publiceerde. Vooral het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in de kunstensector nam toe.
De groei van het aantal culturele en recreatieve bedrijven dat is gevestigd in Amsterdam is vooral te zien aan de toename van de ondernemingen in de scheppende kunst. Dat zegt Rogier van der Groep, auteur van de factsheet en werkzaam bij het Bureau Onderzoek en Statistiek. Tot de scheppende kunst behoren acteurs, beeldende kunstenaars en schrijvers. Het aantal ondernemingen in de scheppende kunst dat in Amsterdam is gevestigd, steeg jaarlijks gemiddeld 30 procent tussen 2000 en 2010.
Tot culturele en recreatieve ondernemingen behoren naast de scheppende kunst ook ondernemingen op het gebied van sport, recreatie, kansspel en journalistiek. Verder vallen culturele instellingen zoals bibliotheken en musea onder deze sector. Zo´n 4 procent meer sportverenigingen en recreatieve organisaties kwamen er jaarlijks bij in de onderzochte tien jaar. Bij de culturele instellingen was dit 1 procent, zegt Van der Groep. Met ondernemingen worden zowel kleine als grote ondernemingen, stichtingen en verenigingen bedoeld.
Van alle 72.342 ondernemingen die Amsterdam telde in 2010 vormen de recreatieve en culturele zaken ongeveer een tiende deel. Zij vormen niet de grootste groep, maar hun groei van 23 procent is groter dan die in andere delen van de arbeidsmarkt. In de zakelijke dienstverlening kwamen er bijvoorbeeld 9 procent nieuwe Amsterdamse kantoren bij. In de financiële sector nam het aantal zelfs af, met 2 procent in tien jaar.
De groei in het cultureel-recreatieve segment is vooral te verklaren doordat er steeds meer zelfstandigen komen, legt Van der Groep uit. Het aantal zzp’ers steeg in die periode volgens hem ook nog eens “extra sterk” als gevolg van de nieuwe Handelsregisterwet die in 2008 werd ingevoerd. Alle bestaande ondernemers, verenigingen en stichtingen moeten zich sindsdien inschrijven bij de Kamers van Koophandel. Ondernemingen die al bestonden maar nog niet ingeschreven waren, werden opeens zichtbaar. “Maar sowieso komen er steeds meer zzp’ers in de culturele sector.”
“Ik vermoed dat mensen die bij een cultureel bedrijf worden ontslagen op hun gebied willen blijven werken, maar dan als zzp’er. Ook al gaan ze er dan misschien financieel op achteruit.” Dit verklaart volgens Van der Groep ook waarom mensen tijdens een economische crisis voor zichzelf beginnen.
De stadsdelen Centrum, West, Oost en Zuid tellen tegenwoordig het grootste aantal culturele en recreatieve ondernemingen. Voor 2000 waren de meeste culturele bedrijven gevestigd in de binnenstad, maar bij de favoriete vestigingsplaatsen zijn nu de andere stadsdelen gekomen. Dit komt ook doordat veel zzp’ers zijn ingeschreven op de woonadressen in deze wijken, legt Van der Groep uit. Onder meer het Oostelijk Havengebied en IJburg zijn populaire vestigingsplaatsen voor ondernemers.