Het Nationale Ballet, de Nederlandse Opera en het Amsterdamse Muziektheater fuseren vanaf 1 januari 2013 tot één organisatie. Stijn Schoonderwoerd, algemeen directeur van het Nationale Ballet, is tevreden met de fusie. “Het ballet en de opera zijn ijzersterke merken, maar samen staan we nog veel sterker.”
AMSTERDAM, 18 januari – Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Stijn Schoonderwoerd, algemeen directeur van het Nationale Ballet, ziet alleen maar voordelen in de fusie die vanaf 1 januari volgend jaar van het de Nederlandse Opera (DNO), het Nationale Ballet (HNB) en het Muziektheater een organisatie maakt. “Het ballet en de opera zijn ijzersterke merken, maar samen zijn we veel meer dan de som der delen.”
De fusie komt niet helemaal als een verrassing. De samenwerking tussen de drie betrokken organisaties begon in 1986 toen de bouw van het Muziektheater aan het Amsterdamse Waterlooplein werd afgerond. Het Nationale Ballet en de Nederlandse Opera opereerden vanaf dat moment onder een dak. Zo veel zal er volgens directeur van HNB Stijn Schoonderwoerd niet veranderen met de fusie, omdat de drie organisaties in de afgelopen 25 jaar steeds intensiever met elkaar leerden samenwerken.
De samenwerking tussen de drie betrokken partijen verloopt al lange tijd tot ieders tevredenheid. Waarom dan nu de fusie?
Omdat we naar de toekomst moeten kijken. Het gaat nu goed met alle partijen, maar wij denken dat het nog beter kan gaan als we samen verder gaan. Dat heeft vooral te maken met commerciële slagkracht?. Het zal makkelijker worden om sponsors te vinden en je publiek te bereiken. Cultureel ondernemerschap wordt eenvoudiger als we de krachten bundelen. Daar komt bij dat we streven naar een eenvoudiger bestuursmodel dat sneller en beter functioneert.
Wat merkt de bezoeker van de fusie?
In eerste instantie niet veel. Het Nationaal Ballet en de Nederlandse Opera blijven onafhankelijk van elkaar voorstellingen produceren die de toeschouwer het hoogwaardige amusement bieden dat hij gewend is. Wel maken we plannen om het Muziektheater in de toekomst te verbouwen. Dat zal de toeschouwer wel merken.
Is er geld voor die verbouwing in tijden dat er fors wordt bezuinigd op de podiumkunsten?
We hebben ervoor gespaard. In de zomer van volgend jaar moet de verbouwing beginnen. De werkzaamheden zullen waarschijnlijk gedurende een paar jaar in de zomer plaatsvinden, zodat het publiek daarvan zo min mogelijk hinder ondervindt.
In hoeverre spelen de bezuinigingen van dit kabinet een rol bij de fusieplannen?
Geen. De fusie is niet tot stand gekomen doordat we minder subsidie krijgen in de toekomst, maar omdat we er zelf denken beter van te worden. De afgelopen jaren hebben we al fors kosten bespaard door meer met elkaar samen te werken en met deze stap ronden we dat proces af.
Hebben jullie een internationaal voorbeeld voor ogen met de nieuwe organisatie?
The Royal Opera House in Londen is vergelijkbaar met wat wij willen. Dat is ook een theater waar ballet en opera samen gebruik van maken. Het is uitgegroeid tot een sterk merk dat iedereen kent. Een verschil is wel dat zij een ander bestuursmodel hebben, waar één persoon de baas is. Voor ons was het belangrijk om opera en ballet in het nieuwe bestuur evenredig te vertegenwoordigen. Daarom nemen de artistiek directeuren van DNO en HNB beiden zitting in het nieuwe bestuur.
Wat gebeurt er na de fusie volgend jaar met de merknamen HNB en DNO? Verdwijnen die?
Nee, die namen blijven bestaan. We zouden wel gek zijn om zulke sterke merknamen op te heffen. Net zoals de subsidiestromen voor opera en ballet gescheiden zullen blijven. De bezoeker moet er op kunnen vertrouwen dat elke euro die rijk of gemeente in ballet investeert, ook daadwerkelijk naar ballet gaat.