NAP maakt een rondgang langs de Amsterdamse fractievoorzitters. Vandaag: Marijke Shahsavari-Jansen, fractieleider van het CDA.
AMSTERDAM, 13 januari – Barre tijden in de Stopera. Amsterdam moest al ruim tweehonderd miljoen besparen, maar het was niet genoeg. In maart stemt de gemeenteraad over een extra bezuinigingspakket van honderdvijftig miljoen. Waar valt nog wat te halen? Wat kiest het college? Waarvoor strijdt de oppositie?Het CDA is in Amsterdam traditioneel een kleine speler. De partij heeft op dit moment twee zetels in de gemeenteraad, tegenover vijftien van de PvdA. Haar partij is medeverantwoordelijk voor de bezuinigingen van rijkswege. Noodzakelijk, volgens Marijke Shahsavari-Jansen. “Maar ik ben hier niet om het kabinet te verdedigen, ik zit hier voor Amsterdammers.”
Waarop kan wat het CDA betreft nog bezuinigd worden in Amsterdam?
Marijke Shahsavari-Jansen: “Er zijn een aantal dingen. Wij vinden dat er verder op kunst moet worden bezuinigd. Iedereen roept: het is verschrikkelijk wat er nu allemaal gebeurt in de kunstsector, maar als ik mag kiezen tussen bezuinigen op kunst of minima, dan weet ik het wel. Kunst is hartstikke leuk, maar…”
Kunst is leuk?
“Ja, leuk. En belangrijk, natuurlijk.”
Maar het Rijk bezuinigt ook al fors op kunst. Moet je daar dan als gemeente ook nog in snijden?
“Iedereen roept ‘kaalslag, kaalslag’, maar dat is onzin. Bezuinigingen zouden een afname zijn ten opzichte van het huidige budget, maar dat wil niet zeggen dat er niks overblijft. We geven ontzettend veel uit aan kunst in Amsterdam. Dat is hartstikke mooi als het goed gaat, maar de vorige periode klutste het geld bijna tegen de plinten op en nu is dat niet meer zo.
“Daarnaast hoop ik dat het College nu ook echt werk maakt van bezuinigen op het aantal ambtenaren. Ik vind dat je in tijden van bezuinigingen ook je eigen apparaat aan moet durven aanpakken. In andere gemeenten heb je gemiddeld per duizend inwoners acht ambtenaren, in Amsterdam zijn dat er twintig.”
In het coalitieakkoord heeft het College wel degelijk de ambitie geuit om op de eigen organisatie te bezuinigen. 91 van de 208 miljoen aan bezuinigingen moest daarvandaan komen.
“Mooie woorden, maar daarvan is nog bijna niets gerealiseerd.”
Het is voor dit College moeilijk om politieke keuzes te maken, want de coalitie gaat van GroenLinks tot en met de VVD. Is dat een probleem?
“Ik denk dat er niet meer aan te ontkomen valt om politieke keuzes te maken. Want hoe je het ook wendt of keert, links of rechts, we moeten bezuinigen. Het CDA zegt: het probleem is niet dat de gemeente weinig geld heeft, het probleem is dat de gemeente te veel uitgeeft. We willen geen lastenverhoging. De VVD houdt een slag om de arm en wil misschien toch wel akkoord gaan met lastenverhoging. Dat vind ik ontzettend zwak.”
Dat is de consequentie van regeren met twee linkse partijen.
“Nou, dat weet ik niet. Je kunt ook je poot stijf houden en zeggen: daar doen we niet aan mee. Kijk bijvoorbeeld naar de parkeeropbrengsten. Er is altijd gezegd: de auto is geen melkkoe en de parkeeropbrengsten worden niet gebruikt om andere dingen te financieren. Die zijn alleen voor de mobiliteit in de stad. En nu heeft de VVD toch ingestemd met een graai uit het parkeerfonds dat niet gebruikt wordt voor mobiliteit, maar voor allerlei andere dingen.”
Kabinetsbeleid is een belangrijke reden dat de gemeenten zoveel moeten bezuinigen. Stijgende uitkeringslasten, decentralisatie van rijkstaken en een korting van het gemeentefonds. Gooit het kabinet de problemen over de schutting?
“Dat vind ik niet. Je moet keuzes maken.”
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) was niet blij met de maatregelen. Afzonderlijk zijn ze misschien te begrijpen, maar alles bij elkaar moeten de gemeenten een te zware slag leveren.
“Het grootste probleem voor de VNG is dat het aantal mensen in de bijstand toeneemt, maar er tegelijk veel minder geld voor reïntegratie beschikbaar komt. En daar heb ik ook zorgen over. Ik vind: iedereen heeft een verantwoordelijkheid om mee te doen in de maatschappij, maar dat betekent ook dat je de kans moet krijgen.
“Ik zie dat er heel veel bezuinigingen op ons afkomen en dat doet pijn. Maar aan de andere kant, als het geld in je portemonnee op is kun je het ook niet uitgeven. Datzelfde geldt voor de overheid. We kunnen niet doen alsof de overheid een onuitputtelijke stroom geld heeft. ”
Maar wat betreft die reïntegratie had het kabinet volgens u dus een andere keuze moeten maken?
“Ja. Ik zou graag gezien hebben dat in ieder geval geluisterd was naar de bezwaren. De VNG en de vier grootste gemeenten hebben een poging gewaagd met een alternatief te komen. Ik vind het jammer dat het niet is gelukt.”
U pleit ervoor dat mensen die een bijstandsuitkering ontvangen verplicht worden een maatschappelijke tegenprestatie leveren. Bijvoorbeeld door de stoep sneeuwvrij te maken, als het ooit nog gaat sneeuwen.
“Dat stomme sneeuwschuiven wordt steeds maar als voorbeeld genoemd. Je kunt ook bij sportverenigingen de lijnen kalken. Er zijn honderdduizend dingen te verzinnen.
“Sinds deze maand bestaat door een aanpassing van de wet de mogelijkheid om die tegenprestatie te vragen van bijstandsgerechtigden. Helaas heeft het College ervoor gekozen om de mogelijkheid niet op te nemen in de verordening. Iedereen heeft de taak om je maatschappelijk op te stellen en je plichten te vervullen. Als je een bijstandsuitkering krijgt is je primaire taak: heel hard werken om aan het werk te komen. Maar daarnaast heb je misschien nog wel wat meer tijd over dan iemand die vijf dagen per week werkt.”
Hoe moet je dat dan opleggen? Bijstandscops?
“Hoe je dat dan moet organiseren dat weet ik nog niet.” Ze lacht. “Bijstandscops zie ik niet helemaal zitten.”
Wat zou zo’n maatregel kosten?
“Ik zou het niet weten. Maar het levert een heleboel op, maatschappelijk. Iedereen gaat er gelijk vanuit dat het geld kost. Maar je kunt gewoon vragen: wie heeft er behoefte aan hulp deze maand? Nou dan zet je daar een ambtenaar op, die alles online regelt. Ik geloof niet dat het zoveel geld kost. Als je het een beetje slim organiseert.”
Slim organiseren. Heeft de gemeente daar veel kaas gegeten?
Ze lacht. “Daar heb je een punt.”