Het gaat slecht met de markten in Amsterdam-West. Dit blijkt uit een rapport dat werd opgesteld in opdracht van het stadsdeel West. Naast de Ten Katemarkt komt ook de Bos en Lommermarkt in de problemen. Over oplossingen zijn markten en gemeente het nog niet eens.
AMSTERDAM, 13 januari – Marktkraamverhuurder John de Zwart ziet het somber in. De markten zijn de afgelopen jaren onderhevig aan ‘verschraling’ van het aanbod, een dalend bezoekersaantal en een verminderende kwaliteit van de producten. Op de Bos en Lommermarkt stonden twee jaar geleden nog honderd kramen, nu zijn het niet meer dan vijftig. “Er komen hier wel mensen, ze lopen wel over de markt. Maar dan op weg naar de Zeeman.”
In december 2011 verscheen het rapport Samen naar betere markten in West, de conclusie van een onderzoek dat in opdracht van de deelraad werd uitgevoerd. Op 10 januari vergaderde de deelraad over dit rapport, waarin ook een aantal maatregelen wordt voorgesteld om de markten te verbeteren. Zo moeten de markten een kwaliteitsimpuls krijgen, nieuwe kooplieden aantrekken en er moet meer variatie in producten komen.
Dat gebeurt vooralsnog niet. Een veelgehoorde kritiek op de markt op het Bos en Lommerplein is de verschraling van het aanbod: steeds meer kramen gaan hetzelfde verkopen en er worden steeds minder verse producten op de markt aangeboden. De Zwart: “Iedereen verkoopt nu kleding. Daar staat een groenteboer die na veertien jaar groenten verkopen ineens naar kleding is overgestapt. Voor verse waren is niet met de supermarkten te concurreren. Wij kopen een komkommer in voor €1.50. Dan kun je niet tegen de Lidl op.”
De marktcommissie van de Ten Katemarkt wil als oplossing voor de problemen meer zelfstandigheid voor marktkooplieden die de markt onafhankelijk coördineren met een vanuit de gemeente verstrekt budget. Meer verantwoordelijkheid bij de marktlui en minder bij het stadsdeel, dat volgens hun niet genoeg verstand heeft van hoe de marken functioneren, aldus de kooplieden in het rapport. Nu bepaalt het stadsdeel nog het algemene beleid van de markten.
De deelraad wil voor de Ten Katemarkt de mogelijkheden onderzoeken om taken te verzelfstandigen, maar voor de Bos en Lommermarkt ziet het stadsdeel “onvoldoende draagvlak voor verzelfstandiging”, aldus communicatiemedewerkster Wendy Holla. “De eerste prioriteit is dat marktkooplieden een goede boterham moeten kunnen verdienen.”
De kooplui op de Bos en Lommermarkt zien zelf ook niets in verzelfstandiging. Een marktkoopman, die anoniem wenst te blijven, pleit voor duidelijke zeggenschap van de deelraad: “Als iemand in deze crisistijd een meier kan pakken, dan is er altijd wel iemand die dat doet. Dan blijft er geld aan de strijkstok hangen. Er zitten altijd zakkenvullers tussen.”
Een andere mogelijke oplossing zien de marktkooplui van de Bos en Lommermarkt in een verhuizing naar het Gulden Winckelplein, een straat verderop. Dan hoeven klanten de trappen niet meer op. “Het vormt een psychische blokkade, die trap. Daar beneden trekken we het supermarktpubliek.” Toch ziet hij de verhuizing niet snel gebeuren. “De bewoners daar zijn sowieso tegen een markt voor hun deur. Dat kan ik me ook wel voorstellen. En de winkels hier houden het ook niet vol als wij verhuizen. Er komt wel een nieuwe C&A, we hopen dat die mensen gaat lokken.”
Uiteindelijk zien de kooplieden van het Bos en Lommerplein de markt niet snel verbeteren, verhuizing of niet. “Het weekend gaat nog wel”, zegt De Zwart. “Doordeweeks gaan werkende mensen liever even snel naar de Albert Heijn.” Dat probleem speelt volgens hem niet alleen in West, of überhaupt alleen Amsterdam. Het is een probleem voor alle markten. “Wij zeggen hier altijd: als er in Amsterdam slecht verkocht wordt, dan wordt er ook in de Achterhoek slecht verkocht.”