AMSTERDAM, 11 januari- Hij lijkt een beetje op een superheld, een anonieme strijder die de burger bijstaat in de vaak verwarrende bureaucratie van de ambtenarij. Ulco van de Pol (1948) is onze gemeentelijke ombudsman. En hij heeft het druk. Officieel is nog niet bekend welke instanties hij in 2012 gaat onderzoeken, maar voor NAP blikt hij alvast vooruit.
De gemeentelijke ombudsman behandelt klachten van burgers over gemeentelijke instanties. Daarnaast schrijft hij ieder jaar een aantal ‘bijzondere onderzoeken’ op eigen initiatief. Het afgelopen jaar heeft Van de Pol onderzoek gedaan naar de manier waarop gemeentelijke instanties omgaan met klachten van burgers. Conclusie: “magertjes, maar beter dan in 2008”.
Afgelopen december heeft u het rapport ‘Klagen aan Amstel en IJ’ gepubliceerd. Daarin is te lezen dat meer dan een derde van de onderzochte instanties niet aan de elementaire voorwaarden voldoet. Geen enkele instantie krijgt het eindoordeel ‘goed’. Moeten wij ons zorgen maken?
Van de Pol: “Een soortgelijk onderzoek werd ook al in 2008 uitgevoerd en de situatie is aanzienlijk verbeterd. Maar de gemeentesecretaris zei na het lezen: ‘Met zo’n rapport gaat de gemeente niet naar het vwo’, en hij heeft gelijk, het is magertjes, maar het gaat duidelijk de goede kant op. Bovendien hebben alle betrokken instanties goed meegewerkt, dat waardeer ik zeer.”
‘Klagen aan Amstel en IJ: Onderzoek naar de klachteninfrastructuur van 44 onderdelen van de gemeente Amsterdam’
De gemeente Amsterdam is voor de burger een ‘verbrokkeld geheel’. Het niet altijd duidelijk waar zij met klachten terecht kunnen. En als meerdere instanties bij een probleem betrokken zijn, wordt de Amsterdamse burger vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Dit concludeert de gemeentelijke ombudsman in dit rapport dat op 12 december 2011 werd gepubliceerd. Van de 44 onderzochte instanties krijgen 27 het eindoordeel ‘redelijk’. 11 instanties werden als ‘matig’ beoordeeld. De manier waarop met klachten van burgers wordt omgegaan is ‘zwak’ bij stadsdeel Zuidoost, Dienst Economische Zaken, Dienst ICT, Dienst Zuidas, verzekeraar VGA en ProjectManagement Bureau Amsterdam.
U heeft zich intensief met dit onderwerp beziggehouden en een stevig rapport gepubliceerd dat ook nog eens misstanden blootlegt. De media hebben er nauwelijks op gereageerd. Bent u teleurgesteld?
“Nee, ik begrijp dat wel. Het was een globaal rapport, een onderzoek naar de infrastructuur, de vraag was: ‘hoe staat het ervoor?’. Dat heeft gewoon minder nieuwswaarde dan rapporten die worden uitgebracht naar aanleiding van klachten of misstanden. De situatie is ten opzichte van het vorige onderzoek verbeterd, de instanties zijn aan de slag gegaan met de adviezen van vorige keer en dat is goed om te zien. Dit rapport zal een aanleiding zijn om de situatie nog verder te verbeteren, dat vind ik veel belangrijker dan media-aandacht.”
In het rapport staat ook dat de verschillende instanties te weinig naar u doorverwijzen. Bent u wel bereikbaar voor de burger?
“Mensen met een klacht over een gemeentelijke instantie moeten weten dat zij bij mij terecht kunnen. Dat moet onder ieder klachtenformulier staan. Daar letten wij heel scherp op. De naamsbekendheid zou inderdaad wel beter kunnen zijn. Iedereen kent de nationale ombudsman maar van de gemeentelijke ombudsman hebben veel mensen nog nooit gehoord.”
Wie is Van de Pol?
Ulco van de Pol (1948) is sinds 2005 de Gemeentelijke Ombudsman voor Amsterdam, Almere, Diemen, Landsmeer, Waterland, Weesp, Oostzaan, Zaanstad en de Stadsregio Amsterdam. Hij is geboren in Amsterdam en studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam.
Vorig jaar werd hij herkozen voor een periode van zes jaar maar hij is van plan om medio 2013 met pensioen te gaan.
Wat doet Van de Pol?
Als gemeentelijke ombudsman doet hij onderzoek naar het handelen van gemeentelijke instanties en personen die hiervoor werken. Per jaar behandelt hij tussen de 1800 en 2000 klachten van burgers. Daarvan eindigen er ongeveer honderd in een rapport.
Daarnaast schrijft de ombudsman jaarlijks een aantal rapporten over onderwerpen die hij zelf belangrijk vindt om te onderzoeken.
Is dat frustrerend?
“Nee, maar we letten er wel op dat instanties actief naar ons doorverwijzen. En daarnaast zijn klachten van burgers dus niet het enige waar ik mij mee bezighoud. Vorig jaar hebben wij duidelijke misstanden geconstateerd bij de Diensten Werk en Inkomen, alsook Wonen, Zorg en Samenleven. Toen heb ik de noodklok geluid. Soms kun je als ombudsman echt iets veranderen, dat is fascinerend.”
Uw plannen voor 2012 zijn nog niet bekend, kunt u toch alvast een idee geven van wat u het komende jaar gaat onderzoeken?
“Vooruit dan: de welstandscommissie. Het gaat erom dat voor de burger duidelijk wordt wat de rol van de welstandscommissie is. Ook moeten de welstandsadviezen voor de burger helder en praktisch worden geformuleerd. Momenteel is de situatie te verwarrend, daar gaan we het komende jaar verandering in brengen.”