Column: de klok slaat van 9 tot 5

IMG_0819
Foto: Gidi Heesakkers
In iedere editie van NAP schrijft een van onze redacteuren een column naar aanleiding van een tijdstip. Vandaag slaat de klok van 9 tot 5. Voor sommigen is het wel een heel vredige werkdag.

Tot voor kort waren er momenten dat ik maar wat graag het carrièrepad van –pak d’r beet– een verkoopmedewerkster bij de Etos wilde bewandelen. Ik idealiseerde het werkende leven van zo’n meisje als een stressvrije geluksbubbel van lenzenvloeistof, badschuim en multi-gin femiwash. Een geluksbubbel die zich om negen uur in de ochtend opblaast en om klokslag vijf uur in de avond uiteen spat. Dan kan ze naar huis, en mooi niet dat ze haar werk in een plastic tasje meeneemt.

Van alle ambachten die ik in zo’n vlaag van beroepsmatige verstandsverbijstering verwarde met pure ontspanning, moest toezichthouder bij de scooterstalling op de Universiteit van Amsterdam toch wel het meest verkwikkend zijn. Al jointjes rokend een half oogje in het zeil houden, fantastisch. Of beveiliger in een winkel. Gehuld in een maatpak korte wandelingetjes maken tussen kledingrekken, afgewisseld met staan. Dat is fulltime in een spa zitten, maar dan anders.

Een minstens zo rustgevende variant op deze jaloersmakende professie openbaart zich sinds enige tijd in de Amsterdamse metro. De beoefenaar van dit beroep noem ik gemakshalve maar even ‘metroman’. Op elk Amsterdams metrostation heeft de GVB minstens één metroman neergezet. Hij verzet zijn gedachten al ijsberend van de ene naar de andere kant van het perron en beantwoordt nu en dan een OV-chipkaart gerelateerde vraag van een bejaarde reiziger of een toerist. Verder heeft hij alle tijd om geheel volgens de spelregels van het mannelijke brein iedere 52 seconden aan seks te denken. Metromannen kunnen daarnaast ongelimiteerd trainen voor een nog niet bestaand wereldkampioenschap staand dutjes doen.

Omdat de mannen allemaal een fluorescerend geel hesje met ‘informatie’ erop dragen, besloot ik gistermiddag op metrostation Waterlooplein te informeren naar het plezier dat het metroman-zijn oplevert. Hieronder volgt een weergave van de dialoog tussen mij en een metroman in functie:

“Hallo, wat doet u hier?
– “Wat ik hier doe?”
“Ja, daar ben ik al een tijdje erg benieuwd naar.”
– “Mensen informeren en de veiligheid bewaken.”
“Oh. En is dat leuk?”
– “Wat denk je zelf?”
“Het lijkt mij wel lekker rustig, eigenlijk.”
– “Het is heel erg saai. Er gebeurt de hele dag niks.”
“Er gebeurt nooit iets?”
– “Ja, soms wel. Maar meestal niet.”
“En dan sta je hier dus maar een beetje.”
– “Ja.”
“Oh. Nou. Het ruikt hier wel lekker naar Surinaamse broodjes. En je kunt bij die andere zaak hierboven een broodje Viagra bestellen. Dat scheelt misschien een beetje.”
– “…”

De verveelde blik in de ogen van de meneer liet me definitief van de koude kermis thuiskomen. Niks doen, dat is ook niet alles. Daar verandert het achtergrondaroma van een Surinaamse Hapjeshoek natuurlijk weinig aan.

Voorlopig blijf ik maar gewoon journalist. Dat is per slot van rekening ook best een vrij beroep.