Zedendelict zwemleraar: hoe betrouwbaar zijn kinderverhoren?

Picture_072b
Foto: southernfried (MorgueFile)

AMSTERDAM, 6 januari – Op basis van verklaringen van drie kinderen onder de zeven jaar eiste het Openbaar Ministerie (OM) woensdag 36 maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk, tegen de 53-jarige zwemleraar André V.. Het OM verdenkt de man ervan tussen eind 2010 en eind mei 2011 drie meisjes tijdens de zwemles seksueel te hebben misbruikt. De advocaat van V., mr. Sussenbach, spreekt van ernstige vormfouten bij de verhoren. Hoe betrouwbaar zijn de verklaringen van de kinderen?

Volgens Jannie van der Sleen, oud-instructrice van de kinderverhoormethodes aan de politieacademie en momenteel zelfstandig adviseur voor forensische interviews, kunnen jonge kinderen een zeer accurate verklaring afleggen. “Kinderen tussen de vier en de zeven kunnen vaak heel goed waarnemen. Het enige probleem is dat een volledig verhaal vaak moeilijk voor ze is. Een kind heeft vaak geen idee welke details de rechter wil horen. Dus moet je dan af en toe daarop doorvragen.”

Om een betrouwbaar verhoor af te nemen moet het gesprek zeer nauwkeurig verlopen. Binnen een politiekorps is een speciale methode ontwikkeld om kinderen te ondervragen. “Vooraf krijgen de interviewers duidelijke instructies”, zegt Van der Sleen. “Je moet het kind laten vertellen. Ze hoeven niet te antwoorden, ze mogen het ook wel eens ‘niet weten’. Het is zaak voor de interviewer om zich aan die praatafspraken te houden en daar niet vaak op dezelfde manier op door te vragen.”

Tijdens de zitting van woensdag in de Amsterdamse rechtbank benadrukte Sussenbach de vormfouten die volgens hem bij de verhoren zijn gemaakt. De kinderen zouden voor het verhoor zijn beïnvloed door informatie van hun ouders. Bovendien werden er te veel suggestieve vragen gesteld en ook werden vragen te vaak herhaald, zo betoogde hij. “Kinderen zoeken naar uitwegen. Wanneer een vraag een paar keer gesteld wordt denken ze dat het antwoord fout is en gaan ze zoeken naar een goed antwoord”, aldus de advocaat.

“Bij kinderverhoren wordt geprobeerd het kind zo min mogelijk te beïnvloeden”, zegt Giny Ydema, verbonden aan de politie Friesland en zelf bevoegd kinderverhoren te doen. Ze benadrukt het belang van het ‘eerste verhaal’. “Je vraagt eerst aan een kind of hij weet waarom hij in het verhoor zit. Het eerste antwoord is het meest waardevol, als een kind spontaan vertelt. Dat verhaal is nog het minst beïnvloed. In het vervolg van het interview gebruik je open vragen en probeer je dezelfde vraag niet twee keer te stellen”, aldus Ydema.
Ook voor een verhoor kan een kind worden beïnvloed door suggestieve vragen, aldus Van der Sleen. De interviewers spreken voor het gesprek dan ook niet met het kind. “Het kind weet alleen dat ze naar de politie gaat en waar ze over moet vertellen. Er wordt nog niets inhoudelijks gevraagd.”
Het Openbaar Ministerie kan een onafhankelijke deskundige vragen de interviews te toetsen op de betrouwbaarheid van de verklaringen. Bij gebrek aan getuigen kan in zedenzaken het rapport van deze deskundige als extra bewijs dienen. “Één verklaring is geen echte verklaring, maar bij één- op één zedenzaken kan het rapport zwaar meewegen”, aldus Van der Sleen.

In het rapport over de zitting van V. staat dat er op de verklaringen weinig valt aan te merken. Wel werden in het rapport kanttekeningen geplaatst bij enkele gestelde vragen. Een vraag als ‘heeft de badmeester wel eens je plasser aangeraakt?’ is volgens het rapport een gesloten en suggestieve vraag die zoveel mogelijk vermeden moet worden.
Volgens Van der Sleen wil deze kanttekening niet zeggen dat de verhoren onbruikbaar zijn. “Het gaat om het effect dat de vraag heeft op het antwoord van het kind en op het verloop van het gesprek. Als van de zestig vragen er twee suggestief zijn, betekent dat nog niet dat het interview niet goed afgenomen is.”

Het is aan de rechter om te bepalen in hoeverre hij de kritiek van de advocaat van V. op de verhoren terecht acht. De uitspraak in de zaak V. wordt over twaalf dagen verwacht. Naast de beschuldiging van seksueel misbruik staat V. ook terecht voor het misbruiken van zijn stiefdochter in de jaren 80 en 90 en voor verboden wapenbezit. V. heeft altijd volgehouden onschuldig te zijn.