AMSTERDAM, 6 januari – Oud en Nieuw moet weer een feest worden, vindt het Openbaar Ministerie (OM). Relschoppers die zich tijdens de jaarwisseling misdroegen, zouden snel gestraft worden. Vier verdachten moesten daarom deze week in Amsterdam voor de zogeheten supersnelrechter verschijnen. Volgens het OM “een succes”. Betrokken advocaten delen dit enthousiasme niet volledig.
Deze week werd in de rechtbank in Amsterdam voor de tweede keer bij misdragingen rond de jaarwisseling het supersnelrecht toegepast. Dat is een snelle berechtingsmethode, waarbij de verdachte binnen drie dagen voor de rechter moet verschijnen. Het gaat om eenvoudige zaken zonder getuigenverhoor. Supersnelrecht wordt alleen bij evenementen zoals oudjaar en Koninginnedag gebruikt. Het is sneller dan snelrecht, dat binnen veertien dagen na het delict plaatsvindt.
Het OM hanteerde forse straffen: 75% extra voor delicten die aan oudjaar waren gerelateerd en 200% van de normale strafeis in het geval van geweld tegen mensen werkzaam in een publieke functie. Bij de vier snelrechtszaken in de rechtbank van Amsterdam was er sprake van geweld tegen agenten.
Oudejaarsnacht werden in Amsterdam 123 personen aangehouden. Twee van de verdachten die voor de supersnelrechter verschenen, werden gearresteerd in de hoofdstad. De twee andere jongens die moesten voorkomen werden gearresteerd in Huizen en Hilversum. De advocaat van de man uit Hilversum besloot om van supersnelrecht af te zien. Zij vond een getuigenverhoor bij nader inzien noodzakelijk.
Veel arrestanten werden direct gestraft door middel van ‘transacties’, op het politiebureau opgelegde boetes of taakstraffen. Een enkeling wacht nog op een gewone snelrecht- of politierechtprocedure.
De Officier van Justitie legde tijdens de zitting uit waarom het OM dit supersnelrecht hanteert: “Oud en Nieuw moet leuk zijn. Het is een feest. Jammer genoeg wordt er gevochten, is er gedoe op straat en er is overlast. De overheid wil geen geweld tegen agenten. Van te voren is aangekondigd dat het OM streng zou optreden.”
In tegenstelling tot het OM zijn de advocaten van de vier verdachten niet even enthousiast over het supersnelrecht. Hoewel drie van de vier advocaten zelf hebben ingestemd met supersnelrecht, klagen ze alle vier over de korte voorbereidingstijd. Twee advocaten kregen het dossier van de verdachte pas enkele minuten voor de zitting. Omdat een andere supersnelrechtszaak niet supersnel verliep, hadden zij uiteindelijk wel voldoende tijd de dossiers voor de zitting te lezen.
Nog tijdens nieuwjaarsnacht kregen de verdachten en hun advocaten de optie van supersnelrecht aangeboden. “Achteraf zou ik niet voor supersnelrecht hebben gekozen. De politie vroeg die nacht: kunt u instemmen met supersnelrecht? We hebben toen ‘ja’ gezegd, anders zou hij nog langer vast hebben moeten zitten,” verklaart advocaat Bharatsingh. De beslissing moeten verdachten en hun advocaten “onder hoogspanning” nemen, klaagt advocaat Rozendaal. “Je moet beslissen zonder dossier.”
Zowel de Officier van Justitie als de woordvoerder van het OM vindt dat de verdachten hadden kunnen weten dat ze extra zwaar gestraft konden worden. Bij twee van de vier advocaten waren de normen van 200 procent en 75 procent echter niet bekend. Advocaat Bharatsingh zegt nooit akkoord te zijn gegaan als hij van de hoge strafeisen had geweten. Zijn cliënt (20) kreeg een werkstraf van negentig uur voor het in dronken toestand schoppen van een agent.
Advocaat Rozendaal noemt het supersnelrecht een “niet-plezante ervaring”. Hij vindt dat het OM “voor de bühne stoere taal uit” en dat de eis tegen zijn cliënt (19) “buitensporig hoog” was. De opgelegde celstraf van zes maanden, waarvan twee voorwaardelijk, voor het schieten van een vuurpijl in de richting van een agent, vindt hij “zeer onbevredigend”.
Rozendaal is ontevreden over de late overhandiging van het dossier. Bovendien wist hij pas kort voor de zitting dat de rechtszaak doorging. Zijn cliënt gaat in hoger beroep.
Advocaat Slager ziet ook voordelen van supersnelrecht. Hij verdedigde een Belgische man (20) die tijdens oudjaar in dronken toestand een agent sloeg. “Mijn cliënt had hierdoor de kans zo snel mogelijk naar huis te gaan.” De twintigjarige man kreeg een boete van duizend euro en moest 350 euro letselschade betalen . Ook kreeg hij een voorwaardelijke celstraf van tien weken.
Slager heeft ook een kanttekening bij de procedure: “Het nadeel was dat ik het dossier twintig minuten voor de zitting kreeg. Dat is gewoon te laat.”