Meer dan 2500 schoonmakers vanuit heel Nederland hebben het werk neergelegd. Donderdag marcheerden zij door Amsterdam. Voor betere arbeidsomstandigheden, meer salaris, en bovenal: respect.
AMSTERDAM, 6 januari – Het is met viltstift op zijn bord gekrabbeld. “Stop racisme, stop de PVV”. Even voor de man uit loopt iemand met een andere leus: “Stop climate change”. De overige van de ongeveer 2500 demonstranten komen voor iets anders. Ze zijn schoonmakers, en allen strijden in fluorescerend gele hesjes gestoken voor betere arbeidsomstandigheden. Het werk is ervoor stilgelegd: eerst maar eens een hoger salaris. En ziektedagen die niet uit eigen zak hoeven te worden betaald. Maar deze mars door Amsterdam-Zuid, van het Mercure Hotel naar eindbestemming Philips, staat vooral in het teken van iets dat volgens hen niets hoeft te kosten: een beetje respect.
Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP) is het roerend met ze eens. Zij loopt vandaag mee met de stakers. “Hun eisen zijn reëel en doodnormaal”, vertelt ze. “Ze eisen geen leaseauto, geen bonussen. Het gaat erom hoe schoonmakers behandeld worden, en dat begint bij normaal je werk kunnen doen. Zonder schoonmakers zijn we nergens en het is tijd dat werkgevers zich dat gaan realiseren.”
De mars vormt vooralsnog het hoogtepunt in het nieuw aangewakkerde gevecht voor een betere cao. Begin deze week legden schoonmakers in het hele land het werk neer na mislukte onderhandelingen. In Amsterdam waren de gevolgen al merkbaar op het Centraal Station. Daar hoopte het afval zich snel op rond de prullenbakken. De schoonmakers eisen naast salarisverhoging en verlaging van de werkdruk ook doorbetaling vanaf de eerste dag tijdens ziekteverlof. Nu zijn de eerste twee dagen nog voor eigen rekening.
Gewapend met bezems, toiletborstels en stoffers, hun handen in geelrubberen handschoenen, lopen de schoonmakers door de Rivierenbuurt. Op het dak van een busje van vakbond FNV Bondgenoten zijn speakers gemonteerd. Een dj achterin draait harde Antilliaanse hiphop en Arabische popmuziek. Een man steekt zijn bord in de lucht. Wat de tekst erop betekent weet hij niet. Hij spreekt geen Nederlands.
Vanuit het raam van een kantorenpand langs de weg verschijnt een hand. De duim gaat omhoog, er wordt wild met een sjaal gezwaaid als aanmoediging. Het glas is donker, het gezicht is niet te zien.
Weinig toeschouwers wagen zich door het slechte weer voor de stoet naar buiten. Toch trekt de stoet veel bekijks. Bewoners kijken nieuwsgierig door hun ramen naar buiten. Enkelen hebben FNV Bondgenoten-posters op de ruit geplakt. “Storm en regen houden schoonmakers niet tegen’’, scandeert een staker door de buien heen.
En nu?
Vandaag zijn de schoonmakers weer aan het werk gegaan. Ook dit weekeinde wordt er gewoon schoongemaakt. De werkgevers krijgen volgens hen een paar dagen de tijd zich te bezinnen op de eisen. ,,Als er geen verandering komt, wordt er volgende week weer gestaakt’’, meldt FNV Bondgenoten-bestuurder Ashna Kamta. Aanstaande dinsdag wordt er dan regionaal gestaakt, donderdag landelijk in Den Haag.
In 2010 staakten de schoonmakers ook. Toen duurde het negen weken voordat er een akkoord werd bereikt. Voorlopig lijkt een overeenkomst ver weg. De werkgevers schatten de totale extra kosten op 200 miljoen euro, een stijging van 12 procent. Zij willen vooralsnog niet verdergaan dan 3 procent.
Quiency is voor dit protest vanuit Delft gekomen. Hij werkt er bij Albert Heijn en hij is boos. “Meer salaris, meer respect!” Zijn collega Kenneth lacht naast hem zijn gouden tanden bloot. “Het is echt fucked up. We willen meer geld.”
De 54-jarige Dina wil vooral dat de arbeidsomstandigheden voor haar beter worden. Al 28 jaar werkt ze in Den Haag bij de Belastingdienst. “Het wordt steeds slechter. We maken nu schoon met de helft van de mensen die we vroeger hadden. Twee keer zoveel werk in dezelfde tijd. En voor steeds minder geld.’’ Respect is volgens Dina ver te zoeken. Mensen gooien hun troep er soms recht voor haar voeten neer. “Ik mag het dan opruimen. ‘Daar ben je toch voor?’, zeggen ze dan. Dan denk ik: dat doe je thuis toch ook niet?”
De eindbestemming van de mars is het Philipsgebouw op het Amstelplein. De elektronicafabrikant heeft veel schoonmakers in dienst en gaat flink bezuinigen op het budget. Tot op het laatste moment werd er geheimzinnig gedaan over de “grote werkgever” die de schoonmakers zouden aandoen. Of Philips op de hoogte is van hun komst, weet Kamerlid Karabulut niet zeker. ,“Maar als ze het nu nog niet weten, dan doen ze het wel als we voor de deur staan’’, lacht ze. “Ik ben benieuwd of we met koffie en gebak zullen worden ontvangen.”
Dat niet. Wel treft de luid joelende menigte op het plein Michel Frommé, hoofd Verzekering en Risicomanagement van Philips. Hij gaat de stakers toespreken. Maar eerst haalt FNV Bondgenoten-bestuurder Ashna Kamta enkele schoonmakers naar voren die werkzaam zijn voor het bedrijf. “Als jullie ziek zijn, moeten jullie dat dan zelf betalen?’’, schalt ze het over het plein. ,,Echt? Tsjongejonge.’’
Frommé blijft onberoerd. “Wij willen een zo prettig mogelijke werkomgeving voor onszelf, maar ook voor de schoonmakers”, zegt hij in een korte reactie. “Mochten er problemen zijn, dan kunnen jullie altijd in gesprek met ons.” Kamta vraagt of de schoonmakers tevreden zijn met dit antwoord. Boegeroep klinkt.
Een man in een grote opblaasbal wordt naar voren gerold. “Philips, prik de zeepbel door!’’, klinkt het uit de speakers. Luid gejuich klinkt wanneer de bal lek wordt geprikt. Dan wordt er gespoten met een schuimkanon. “Het is onschadelijk schuim. Laat je maar douchen”, wordt omgeroepen. Tientallen stakers springen druk joelend rond en dansen in het sop. De gevel van het gebouw kleurt wit. “Je kleren worden er niet vies van”, vertrouwt de man met de microfoon de schoonmakers toe. “En het gebouw ook niet, hoor.’’
Video: schoonmakers spuiten Philipsgebouw onder (beeld: NAP Nieuws)