Column: de klok slaat 21.00 uur, Chicken Biryani

In iedere editie van NAP schrijft een van onze redacteuren een column naar aanleiding van een tijdstip. Vandaag slaat de klok 21.00 uur. Voor Merlijn Kerkhof het ideale tijdstip om een bord Indiaas voedsel te verorberen.

Foto: Jean Wang via Flickr.com
Foto: Jean Wang (Flickr)

“Noordelijke landen hebben talrijke eigenschappen waarom zij geprezen moeten worden en een daarvan is de kracht van hun sanitaire installaties,” schreef Willem Frederik Hermans in zijn roman Nooit meer slapen. Wie wel eens een land op het zuidelijk halfrond heeft bezocht, zal het met Hermans eens zijn. Behalve sanitair hebben de noordelijke landen waar Hermans op doelde nog een ander groot pluspunt: een gevarieerd culinair aanbod.

Dat geldt zeker voor Amsterdam. De hele wereld lijkt hier samen te komen, alles is er te krijgen.

Hoe anders is dat in, bijvoorbeeld, Argentinië. Als een afwisselend eetpatroon je lief is, kun je dat land beter mijden. Mijn culinaire expeditie in juli 2011 leverde helaas een negatief rapport op. Zelfs in de miljoenenstad Buenos Aires moet je de grootst mogelijke moeite doen om een restaurant te vinden waar ze iets anders serveren dan steaks en pizza’s.

Vier weken lang had ik alleen maar empanada’s, biefstuk, pizza en ravioli gegeten. Eén keer had ik me in een dorpje in de Andes gelaafd aan een stuk lama van de parrilla (barbecue), een andere keer kreeg ik een onbestemde bruine vleessoep voorgeschoteld waarin ik maag meende te herkennen. Nergens kwam ik een Chinees tegen. Geen fatsoenlijk visrestaurant, geen stamppot to go. Geen Surinaams-Javaanse warung, laat staan een Febo, zoals thuis. Of dat waar ik de meeste behoefte aan had: een Indiaas restaurant.

Al zo lang ik mij kan herinneren ben ik een groot liefhebber van de Indiase keuken. Ik denk dat ik drie keer per week curry eet, ’s avonds, ’s middags of voor het ontbijt. Heb ik zelf geen tijd om iets te fabriceren dat voor een Indiaas maaltje door kan gaan, dan haal ik zo’n excellente kant-en-klaarmaaltijd van de Albert Heijn of log ik in op Thuisbezorgd.nl.

Curry openbaart zich in vele gedaantes, maar niets is zo goddelijk als een geslaagde Chicken Biryani. Eigenlijk is dat curry voor paupers, want ‘biryani’ betekent net als nasi gewoon gebakken rijst en ‘chicken’ is Engels voor kip. Toch heeft het gerecht een geheimzinnige aantrekkingskracht. Er zitten ingrediënten in die afzonderlijk niet te pruimen zijn (kardemom, komijn en kruidnagel), maar die in ensemble het beste uit elkaar naar boven halen. Europeanen kunnen geen Chicken Biryani maken, het is veel te moeilijk. De verhoudingen en bereidingswijze luisteren heel nauw – je moet er echt etnisch Indiaas, Pakistaans of Afghaans voor zijn.

Na vier weken culinair afzien in Argentinië was mijn volgende bestemming de hoofdstad van Chili, Santiago. In de reisgids las ik dat hier een Indiaas restaurant zou moeten zijn. Eenmaal aangekomen wist ik wat me te doen stond. Een taxi bracht mij naar het adres dat ik voorlas uit de reisgids.

Aan de oranje-wit-groene vlag te zien moest hier het beloofde Indiase restaurant zijn, maar er brandde geen licht. (In een flits trok mijn leven aan me voorbij.) Voor de zekerheid belde ik aan. Een vrouw kwam naar buiten en zei dat het restaurant over een half uur open zou gaan.

Om 21.00 uur plaatselijke tijd zat ik aan de Chicken Biryani. Zelden ben ik zo gelukkig geweest.

In Amsterdam hoef je gelukkig nooit om Chicken Biryani verlegen te zitten. Amsterdam mag dan alleen in naam hoofdstad van Nederland zijn, het is onbetwist de curry capitol van Nederland. De stad telt maar liefst 58 Indiase restaurants. Acht daarvan worden door de recensiewebsite Iens.nl met een 8 of hoger beoordeeld.

Natuurlijk wordt niet iedereen gelukkig van zo’n pittige curry. Gelukkig is er in de Amsterdamse restaurants ook uitstekend sanitair.