Amsterdams wethouder Andrée van Es wil in één keer 40 procent korten op het budget voor id-banen, de vroegere Melkertbanen. “Misdadig”, vindt Hans Zuiver (59), directeur van Combiwel, de grootste welzijnsorganisatie van Amsterdam. Hij wil een rechtzaak aanspannen. “Als je dit wil afbouwen, heb je meer tijd nodig.”
“Een idiote maatregel”, zo kwalificeert Hans Zuiver (59), directeur van de grootste welzijnsorganisatie van Amsterdam, Combiwel, de bezuiniging van de gemeente op id-banen, de vroegere Melkertbanen. Wethouder Andrée van Es (Werk en Inkomen, GroenLinks) wil per 1 januari 2012 in één keer 40 procent korten op het budget voor id-banen. Volgens haar kan het geld beter gebruikt worden om werklozen aan een baan te helpen. Ook de gemeenteraad stemde vorige week in met deze maatregel, die 1000 tot 1400 id’ers treft.
Nu hoeven werkgevers maar 10 procent mee te betalen aan de gesubsidieerde id-banen (instroom-doorstroom). Maar organisaties die hun id’ers willen behouden, moeten voortaan de helft betalen. “Dat geld hebben we niet”, zegt Zuiver die 31 id’ers in dienst heeft. “Deze 31 id’ers zijn straks werkloos. Het zijn vaak mensen tussen de 60 en de 65 jaar, die hebben hier soms wel tien jaar lekker gewerkt. En er is niet eens een vangnet voor ze. Daar kan ik heel boos om worden.”
Wat verwijt u de wethouder?
“De gemeente Amsterdam heeft me in 1994 verplicht om deze banen in te stellen. Daar lag veel druk op: welzijnsorganisaties moésten en zoúden Melkertbanen creëren. Als ik dat niet deed, werd ik gekort op de subsidie voor mijn organisatie en kreeg ik dus straf. Diezelfde gemeente doet nu ineens alsof ik een misdadiger ben om met dit soort medewerkers te werken.”
“Zij vinden dat bedrijven die werken met id-banen slechte organisaties zijn, omdat ik de doorstroom van mensen naar een echte baan tegenhoud. Ik hou ze dom, vinden ze. Echt alles wordt me verweten. Alsof ik een uitbater ben, een profiteur. Alsof ik fraude pleeg met uitkeringen.”
“Wethouder Andrée van Es zegt dat het afgelopen moet zijn met de regeling omdat er verkeerd gebruik van wordt gemaakt. Deze regeling zou de plekken van reguliere werknemers innemen. Kortom: in de ogen van de wethouder maak ik verkeerd gebruik van id-banen. Ze zegt het weliswaar niet tegen mij specifiek en veralgemeniseert het, maar dat komt op hetzelfde neer.”
De id-banen, ooit bedacht als tijdelijke werkplek om werklozen door te laten stromen naar een echte baan, zouden er officieel niet meer mogen zijn. Het Rijk schafte dit type banen al in 2004 af. De gemeente Amsterdam hield de id-banen echter aan en zorgde zelf voor de financiering ervan. Omdat er al een overgangsperiode zou hebben plaatsgevonden, vindt de gemeente dat het nu mag snijden in het budget voor gesubsidieerde banen.
Combiwel begon ooit met 200 id’ers en daar zijn er nu nog 31 van over. “Wij hebben dus zoveel mogelijk geprobeerd om mensen door te laten stromen”, aldus Zuiver. Hij zegt niets anders te kunnen met de id’ers die nu nog over zijn, omdat ze het predicaat ‘onbemiddelbaar’ hebben gekregen van re-integratiebedrijf Pantar die de id’ers keurt. Dat betekent dat de id’ers niet geschikt zijn voor de reguliere arbeidsmarkt en alleen relatief eenvoudig werk aankunnen. Zuiver: “Daarom zeggen wij: ‘laat ze lekker id’er blijven’. Ze kosten net zoveel als een uitkering, maar nu zijn ze tenminste nog een beetje productief.”
Id’ers hebben vaak te maken gehad met langdurige werkloosheid, omdat ze niet in staat waren werk te vinden of te houden. Uit een keuring door de Sociale Dienst blijkt dat deze werklozen niet zelfstandig een baan konden vinden, maar begeleiding, werkervaring en scholing nodig hadden. “Je moet er de hele dag bovenop zitten, je kan zo’n iemand niet zelfstandig aan het werk laten”, zegt Zuiver. “Dat komt soms door geestelijke of sociale problemen. Ze hebben slechts een lagere schoolopleiding, en soms nog lbo.”
Voor welk werk komen de id’ers dan wel in aanmerking?
“Sommige dingen kunnen ze wel goed. Wij hebben een schilder en die kan goed schilderen. Maar daar blijft het bij. Je moet toch wel zo’n drie à vier keer per dag zeggen dat hij door moet schilderen. En dat hij niet de hele tijd buiten moet gaan staan roken. De top van de id’ers kunnen met behoorlijk wat begeleiding nog wel achter de ontvangstbalie zitten. Die kunnen nog wel organiseren dat de thee en de koffie wordt rondgebracht.” Combiwel heeft op het hoofdkantoor twee id’ers in dienst die koffie rondbrengen en de post. “Zij reageerden heel boos op de bezuiniging. Zij zijn zo boos dat ze denken dat ze het aan mij hebben te wijten. Ze voelen zich ongewenst. Ze zeggen: ‘We hebben altijd al gedacht dat we ontslagen zouden worden. Wat hebben we hier nou voor een baas’. Ik probeer hen uit te leggen wat er aan de hand is, maar dat is moeilijk.”
Grijpt het u aan?
“Ikzelf ga er niet aan kapot dat ze weg moeten. Ik kan natuurlijk gewoon zelf m’n kopje thee halen en zelf naar mijn postvak lopen. Maar voor die mensen is het wel erg. Zij hebben tien jaar lang een plek gehad, iets opgebouwd en worden serieus genomen. Sommige hebben nog nooit zo lang een baan achter elkaar gehad. Een paar van hen zijn nu 62, 63 jaar en krijgen ineens te horen dat de gemeente heeft hun baan afschaft. Dat maakt me boos.”
De directeur van Combiwel wil daarom een rechtszaak aanspannen tegen de gemeente, omdat hij tenminste zes maanden de tijd wil hebben voordat de regeling ingaat. Collega-welzijnsorganisaties als Stichting Wijkcentrum en Akros hebben gezegd mee te willen doen. Zuiver is bang dat de ontslagaanvragen die via het UWV lopen niet voor 1 januari, wanneer de maatregel van kracht gaat, rond zullen zijn. Hij voorspelt dat hij in januari en februari de kostbare id’ers voor eigen rekening in dienst zal moeten houden. “Dat vind ik misdadig. Als je dit wil afbouwen, heb je meer tijd nodig.” Daarnaast, stelt Zuiver, houdt de gemeente niet genoeg rekening met ‘schrijnende gevallen’. “Ik vind dat je iemand die de laatste tien jaar in een buurthuis heeft gewerkt en nu 63 jaar is, gewoon moet kunnen doorwerken tot z’n 65ste.”
Bezuinigen op welzijnswerk
Het stadsbestuur bezuinigt ook op de budgetten van de stadsdelen die verantwoordelijk zijn voor de inkoop van welzijnswerk. De stadsdelen bepalen zelf hoeveel ze korten op welzijnswerk. In Amsterdam-West wordt bijvoorbeeld 30 procent op dit budget bezuinigd en in Amsterdam-Noord 30 à 40 procent. Stadsdeel Zuid spant de kroon met bijna 70 procent. Die gaat 800 duizend euro op buurthuizen bezuinigen. “Dat betekent dat er van de twaalf buurthuizen nog maar vijf open blijven”, voorspelt Zuiver.
Van het budget voor activiteiten in de buurthuizen gaat 70 procent af. “Met dat geld organiseren wij ontmoetingen, taallessen, creatieve cursussen. Dat houdt bijna allemaal op.” Zuiver ziet zich daarom genoodzaakt zestig medewerkers, onder wie buurthuisbeheerders en jongeren- en ouderenwerkers, te ontslaan omdat zijn organisatie ze niet langer kan betalen.
Een half jaar geleden zag het beeld er nog slechter uit voor Combiwel. Toen ontving de grootste welzijnsorganisatie van Amsterdam de zogenoemde nulbrief van diverse stadsdelen. “Daarin werd gezegd dat ik geen rekening meer hoefde te houden met het krijgen van subsidie in 2012. En dat ik alle maatregelen moest nemen om schade te beperken. Die nulbrief betrof ons hele werk, dus alle 680 medewerkers. Dus in het ergste geval, als alle stadsdelen Combiwel financieel op nul hadden gezet, had ik alle medewerkers moeten ontslaan.”
Door de dreigende ontslagen is de sfeer bij de welzijnsorganisatie gespannen. “Iedereen is heel erg geschrokken. Een aantal medewerkers denkt buitenschot te blijven, maar volgend jaar zijn zij misschien aan de beurt. De bezuinigingen gaan door en zijn bikkelhard. Van de week liet de gemeente nog weten ongeveer 100 miljoen meer te moeten gaan bezuinigen. Dus ik verwacht het komende jaar nog wel 90 mensen te moeten ontslaan.”
Een veel genoemde kritiek is dat de effectiviteit van uw dure welzijnswerk niet meetbaar is. Waarom zou de gemeente geld uitgeven aan dat werk als het te weinig oplevert?
Geagiteerd: “Dit argument geven politici altijd. Maar als ik dan zeg dat er wetenschappelijke rapporten zijn, dan zijn ze weer stil. Het zijn gewoon blaaskaken. Er zijn zat onderzoeken en rapporten zijn waarin aangetoond is dat het wel helpt. Zoals rapporten van de WRR [Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, red.] en het ministerie van VWS.”
“Bovendien, in zo’n buurt waar een groot speelplein voor de hele wijk wordt gerund, zie je de meerwaarde vanzelf. Als je zo’n speelplein sluit, wordt het onveiliger. De mensen die daar met de speeltuin aan de slag zijn, houden de jeugd bezig, houden toezicht op de buurt, spreken elkaar aan en houden schoonmaakacties. Het werk wordt vreselijk onderschat. Als het stadsdeel dat allemaal zelf moet doen, kost het meer geld. Het is prima als de burgers dat zelf doen, ze zijn ook zelf verantwoordelijk. Je moet ze alleen wel faciliteren, ondersteunen.”
Combiwel is naar eigen zeggen een maatschappelijk onderneming, zonder winstoogmerk en wil zelf het hoofd boven water kunnen houden. “Wij willen onze verantwoordelijkheid nemen als ondernemer en geen subsidiejunkie worden.” Zuiver probeert naar oplossingen te zoeken om de welzijnsactiviteiten in buurten voort te zetten. Zo wil hij niet langer dure buurthuizen van 150 euro per vierkante meter huren, maar liever zoeken naar lege ruimtes, zoals kantoren, om daar activiteiten te organiseren. Daarnaast is hij het project Coco’s Keuken begonnen, buurtrestaurants die de plek moeten innemen van de restaurants die je vaak in verzorgingshuizen ziet en waar jongeren van het ROC werkervaring opdoen. “Dat moet een belangrijke inkomstenbron worden. Het zal nooit de financiering van de gemeente helemaal overnemen, maar hopelijk wel voor een deel.”
Heeft u de wethouder wel eens gesproken over de bezuinigingen?
Nee. Toen ik Van Es in juni tegenkwam, vroeg ik haar of we hierover konden praten. Ze zei dat nog wel kon voor de vakantie. We belden naar de wethoudersassistent en die zei doodleuk: ‘Nee, het kan niet’. Ik heb haar nog steeds niet gesproken.”
Vindt u dat jammer?
“Het zegt iets over hoe de politiek op het moment in elkaar zit. Politici hebben een arrogante houding. We moeten terug naar een samenleving waarin we sámen verantwoordelijk nemen. Maar de politici hebben zoiets van: ‘Wij bepalen hoe het moet en dat is het’. En dat klopt gewoon niet, we hebben steeds minder geld. Dat kan je niet compenseren door dat allemaal van welzijnswerk af te halen. Zoveel geld zit er niet in dit soort werk.”