De stadsdelen gaan verdwijnen, kondigde Rutte vorig jaar aan. Eerst zien dan geloven, reageerde de Amsterdamse politici en zetten het van zich af. Nu er daadwerkelijk een wetsvoorstel ligt, worden ze gedwongen na denken over het nut en de noodzaak van de ‘overbodige’ bestuurslaag.
Als ze maar niet helemaal naar de Stopera moeten om hun rijbewijs af te halen. Of de geboorte van hun kind aan te geven. Daar lijken de inwoners van Amsterdam nog het meest bang voor, als de stadsdeelraden na de huidige termijn in 2014 zullen verdwijnen.
Nederland lijdt aan bestuursobesitas, aldus premier Rutte (VVD). Vorig jaar verklaarde hij dat een vetrandje best mocht, maar dat Nederland nodig op dieet moest. Daarom staat in het regeerakkoord dat het gemeentes voortaan onmogelijk gemaakt moet worden om stadsdeelraden in te stellen.
De stadsdelen zijn oorspronkelijk ingesteld als hulpstructuur, maar steeds meer verworden tot een aparte bestuurslaag, aldus minister Donner van binnenlandse zaken. “Onwenselijk”, vindt hij en diende daarom vorige week wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in. Het is nog niet duidelijk wanneer deze behandeld zal worden, maar aangenomen wordt dat de wet zonder problemen door de Kamer komt.
Haagse arrogantie
Dat de stadsdeelraden per de volgende gemeenteraadsverkiezingen van 2014 dienen te verdwijnen, werd een jaar geleden al bekend. De reactie van Amsterdam? Traditioneel verontwaardigd om de Haagse arrogantie: wat denken ze wel zich te bemoeien met het huishouden van Republiek Amsterdam? Verder leek de gemeente haar schouders op te halen. Eerst zien, dan geloven.
Maar nu het wetsvoorstel op tafel ligt, is duidelijk geworden dat Donners plannen ruimte geven voor eigen invulling. De stadsdelen mogen namelijk in afgeslankte versie blijven bestaan, als een soort doorgeefluiken voor de gemeenteraad. Ze mogen geen beslissingen meer nemen.
“De wet ontzegt de stadsdelen alleen verordende bevoegdheden. Om die uit te oefenen heb moet je democratisch gekozen zijn en dat hoeft in de toekomst niet meer”, vertelt SP fractievoorzitter Laurens Ivens. Maar in het wetsvoorstel staat niet dat deelraden niet mogen. Of bestuurscommissies per stadsdeel niet mogen, vult Jorrit Nuijens, deelraadfractievoorzitter van GroenLinks Centrum, aan.
Hoe nu verder?
In de commissievergadering van donderdag 29 september vroeg wethouder Andrée van Es (GroenLinks) van bestuurlijk stelsel de raadsleden hoe zij de toekomst zien. De raad bleek verdeeld, en is het vooralsnog niet eens over of, hoe en waarom het deelradenstelsel eigenlijk in stand gehouden moet worden.
Naast de raad, zijn ook de inwoners van Amsterdam verdeeld. Net zo veel inwoners zijn voor als ertegen afschaffing, blijkt uit een enquête die de afgelopen zomer in opdracht van het college is uitgevoerd.
GroenLinkser Nuijens – voor het behoud van het huidige stelsel – wil best erkennen dat het systeem zijn tekortkomingen kent. “Kijk, het feit dat bewoners van, ik noem maar, de Boomdwarsstraat toegang hebben tot raadsleden is natuurlijk goed.” Het nadeel schuilt hem erin dat kleine dingen al tot inzet van een politiek steekspel gemaakt kunnen worden, denkt Nuijens. En daar schiet de burger weinig mee op.
Imagoproblemen
Vooral de affaires in stadsdeel Oost waren slecht voor het imago van de stadsdelen. Tijdens Sail Amsterdam 2010 huurde Oost zeiljacht dat vele male duurder was als die van het gemeentebestuur. Niet lang hierna leidde een miljoenenstrop rondom muziekmakerscentrum MuziQ vorig jaar tot het aftreden van stadsdeelvoorzitter Fatima Elatik. Binnen twee maanden mocht ze weer terugkomen, wel vergezeld van een relletje om een gedeclareerd taxirit naar Nijmegen voor 450 euro terwijl het onduidelijk bleef waarom ze hier niet haar dienstauto voor had gebruikt.
“Natuurlijk is er kritiek over de efficiëntie van het systeem”, aldus Martien Kuitenbrouwer, stadsdeelwvoorzitter West, die namens alle stadsdeelbesturen het woord voert inzake deze kwestie. “Maar er zijn ook belangrijke voordelen. Het belangrijkste is dat een gekozen stadsdeelraad ambities heeft voor een bepaald gebied. Die zetten ontwikkelingen op de agenda die je als je boven de stad hangt niet direct ziet. Dan kan het gebeuren dat er ‘vergeten gebieden’ ontstaan.”
“Daarbij wil nabijheid zeggen dat bestuurders afrekenbaar zijn.” Hierdoor gedragen de stadsdeelbestuurders zich verantwoordelijk, aldus Kuitenbrouwer.
Ook is daar nog de democratische legitimatie. De wethouder, in de Stopera, zit volgens Kuitenbrouwer veel te ver weg voor zaken die op buurtniveau spelen. Voor zaken waarvoor burger nu naar de deelraad stapt wordt inspreken bij de gemeenteraad praktisch onmogelijk, denkt ze, “er is geen plek op de agenda.”
Wijkcentrum?
Binnen het wetsvoorstel van Donner bestaan er verschillende mogelijkheden die tegen het oude stelsel aanleunen. Het blijft het Amsterdam toegestaan territoriale bestuurscommissies in te stellen, die per stadsdeel een afspiegeling vormen van de gemeenteraad. Of zelfs gekozen wijkraden. Ook het ‘Haagse model’ – wel stadsdelen, geen stadsdeelbestuur – wordt vaak genoemd. De infrastructuur en ambtelijke diensten in de stadsdeelkantoren zullen vanwege logistieke redenen zo veel mogelijk in stand worden gehouden. De beslissing voor de rest van het stelsel voor ligt uiteindelijke bij het gemeentebestuur.
Het lijkt er op dat er een meerderheid is die voor zo veel mogelijk behoud van het huidig stelsel is. De GroenLinks, D66 en PvdA willen dit en vormen daarmee een meerderheid. De VVD en SP willen juist afslanking. De coalitie (PvdA, GroenLinks, VVD) is dus verdeeld, maar het voert te ver om te zeggen dat die nu onder druk staat.
Keuzes
Het is voorbarig om te praten over reorganisatie als de wethouders nog lobbiet in Den Haag, meent PvdA-Gemeenteraadslid Geke van Velzen “Wij hechten heel erg aan het huidige systeem, wij vinden het belangrijk dat we duidelijk maken waarom we in Amsterdam de keuze maken die we hebben gemaakt.” Ze benadrukt dat de PvdA niet tegen de discussie is, maar het liefst wil vasthouden aan het huidig stelsel.
Logisch dat ze dat wil, reageert VVD-raadslid Robert Flos. “De PvdA heeft er het meeste belang bij dat het blijft zoals het nu is omdat ze sterk vertegenwoordig zijn in de stadsdelen. Maar de burger gaat het er om dat er goed wordt schoongemaakt en dat er naar hem geluisterd wordt. Dat gebeurt in Den Haag ook, waarom niet hier?” aldus de VVD-er.
Laurens Ivens, fractievoorzitter van de SP is het met hem eens. “Mensen worden nu te veel van het kastje naar de muur gestuurd.” Hij heeft de wethouder gevraagd waarom ze dacht dat het Haagse model niet zou werken in Amsterdam. “Daar heeft ze me nog geen antwoord op kunnen geven.”
Ivens is niet bang dat de druk op de gemeenteraad te veel zou zijn. “Gemeenteraadsleden krijgen 2200 euro bruto betaald, daar mogen ze best wel eens voor werken.” Waar Ivens wel bang voor is dat als raadsleden fulltime raadsleden worden ze te ver van de praktijk af komen te staan.
De bal ligt nu bij de wethouder: Andrée Van Es heeft met de gemeenteraad afgesproken voor het eind van november de mogelijke scenario’s te presenteren. Hierna zal pas echt duidelijk worden of Amsterdammers straks voor hun rijbewijs helemaal naar de Stopera moeten, of gewoon eens in de vier jaar het feest der democratie kunnen vieren met een stem op hun favoriete buurtvertegenwoordiger.