De oplage van zijn krant blijft dalen. Hij moest gedwongen afscheid nemen van zijn sterverslaggever Martijn Koolhoven. Er is kritiek op zijn stugge houding en zijn gebrek aan openheid. Toch staat het gezag van Telegraaf-hoofdredacteur Sjuul Paradijs niet ter discussie.
De fractievoorzitters van de Tweede Kamer hadden rond de eeuwwisseling hun periodieke reis naar de Nederlandse Antillen. In hun kielzog reisden een aantal parlementaire verslaggevers mee, onder wie Sjuul Paradijs (1962). Terwijl de verslaggevers van de andere media keurig verslag deden van het gesprek met de bestuurders op Sint Eustatius, koos Paradijs een ander onderwerp. Hij had ergens opgevangen dat de loslopende geiten op het eiland veel overlast veroorzaakten. ‘Geiten vreten tropisch eiland kaal’ kopte De Telegraaf de volgende dag.
Het is het eerste wat iedereen te binnen schiet als ze gevraagd worden naar zijn grootste kwaliteit: Paradijs voelt precies aan wat de Telegraaf-lezer voorgeschoteld wil krijgen. Sjuul is de vox populi.
Ook parlementair verslaggever van de Volkskrant Jan Hoedeman heeft zo’n anekdote: “Bij de wekelijkse persconferentie van toenmalig premier Wim Kok deelden ze persberichten uit. Paradijs zat als altijd vooraan, las het persbericht en riep hard uit: ‘Honderd miljoen gulden Kok, is dat niet wat veel voor een museum?’ Alle journalisten natuurlijk lachen. Dat is Paradijs, hij heeft een superantenne voor hoe de Telegraaf-lezer denkt.”
De Telegraaf, dat is gewoon zeggen wat je vandaag meent, indien nodig luidkeels. Het is boven op het nieuws zitten, spraakmakende verhalen brengen, de mens altijd centraal stellen en – niet in de laatste plaats – voor voldoende ophef en vertier zorgen. Het is te lezen in Het geheim van De Telegraaf, Mariëtte Wolfs proefschrift over de geschiedenis van deze krant.
Paradijs – twee meter lang, behoorlijk lijvig, schoenmaat 49 – glorieert in al deze punten. Hij bezit ‘100% Telegraaf-dna’, zoals ze dat binnen de Telegraaf-familie noemen. Onder zijn leiding voert de krant ook weer een meer uitgesproken, populistischere koers. Dat leidt nog wel eens tot een incidentje. Het levert Paradijs veel kritiek op, waar hij zich weinig van aantrekt. En daar lijkt hij mee weg te komen.
Bijzondere verdiensten
Paradijs las thuis al op jonge leeftijd De Telegraaf. Toch is een baan op de redactie nooit een jongensdroom voor hem geweest. Sjuul en zijn jongere zus Edith moesten van jongs af aan meehelpen in de bakkerij van hun vader Ko in de Amsterdamse wijk De Pijp. Zaten ze niet op school en hoefden ze niet te werken voor hun vader, dan fietsten ze naar het Sloterparkbad om te trainen voor wedstrijdzwemmen.
Paradijs deed het aardig op school, maar was een laatbloeier. Via de mavo en havo ging hij naar het vwo, om vervolgens rechten te gaan studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en in het bestuur van de zwemclub te gaan.
Net afgestudeerd, solliciteerde Paradijs bij bouwbedrijf Ballast Nedam. Hij werd afgewezen en ging aan de slag als leerling-verslaggever bij het Amsterdamse huis-aan-huisblad De Echo, onderdeel van Telegraaf Media Nederland.
Van de oude stempel
Via De Financiële Telegraaf, de parlementaire redactie en de societyrubriek Stan Huygens Journaal, kwam hij in 2005 als adjunct in de hoofdredactie van De Telegraaf terecht. Op 1 januari 2009 volgde hij hoofdredacteur Eef Bos op die met pensioen ging.
“Sjuul lag voor de hand als hoofdredacteur. Hij is enorm enthousiast. Een journalist van de oude stempel die alles kan: schrijven, nieuwsjagen, netwerken”, zegt hoofdredacteur van Telegraaf Video Media Emile Bode, die Paradijs al 25 jaar kent en hem destijds voorging als chef parlementaire redactie.
“Sjuul is een vakman, een snelle werker, een analyticus. Moeilijke vraagstukken kan hij makkelijk verwoorden voor het grote publiek en in weinig woorden weet hij uit te leggen waar het echt om draait”, zegt de gepensioneerde Arnold Burlage, die 35 jaar bij De Telegraaf werkte.
Meevechten met blote vuisten
Als hoofdredacteur wil Paradijs dicht bij zijn lezers blijven staan. De dag nadat De Telegraaf voor het eerst berichtte over de overlast door Marokkaanse jongeren in Gouda, stapte Paradijs met zijn verslaggever in de auto om daar te checken hoe het onderwerp er leefde.
CV Sjuul Paradijs
1962 – geboren op 27 juli in Amsterdam
1980 – vwo-diploma
1986 – doctoraaldiploma privaatrecht aan de Vrije Universiteit
1986 – leerling-verslaggever De Echo
1988 – overstap naar De Telegraaf, verslaggever De Financiële Telegraaf
1990 – onderzoeksjournalist
1994 – chef parlementaire redactie
2003 – auteur societyrubriek Stan Huygens Journaal
2005 – adjunct-hoofdredacteur
2009 – hoofdredacteur
Paradijs woont samen met human resource-ondernemer Maaike Willems en heeft twee zoons
Hij wil ook dicht bij zijn redacteuren staan. Karst T. reed op Koninginnedag op de mensenmassa in en meteen toog Paradijs naar de redactie om ‘de troepen aan te voeren.’ Het bijzondere: hij had een zware longontsteking. Paradijs zegt hier zelf over: “Ik ben geen klassieke hoofdredacteur die ver weg van het front in alle rust een strategie bedenkt. Ik wil meevechten in de voorste linies. Met blote vuisten.”
Paradijs is sinds hij hoofdredacteur is nooit voor achten thuis, moet dan nog allerlei telefoontjes plegen, de voorpagina lezen en commentaren schrijven. Hij gaat pas naar bed als Pauw & Witteman afgelopen is. Om vervolgens weer om zes uur op te staan om de kranten te lezen. Bode: “Als hoofdredacteur werkt hij verschrikkelijk hard. Sjuuls baan is heel zwaar, dat moet je niet je hele leven doen.”
Voor Paradijs is het hoofdredacteurschap een roeping. “Telegraaf is mijn heilige plicht. Je beweegt nauwelijks, je eet ongezond. Maar op dit moment kan het niet anders. Ik moet het erfgoed verder brengen.”
‘Kassa voor kwakkellanden’
Het afgelopen jaar viel in De Telegraaf vooral de campagne tegen steun aan Griekenland op. Koppen als ‘Weer miljarden in bodemloze put’ en ‘Kassa voor kwakkellanden’ prijkten boven artikelen over de Griekse financiële malaise. Sinds het aantreden van Paradijs als hoofdredacteur is er campagne gevoerd tegen kijk- en luistergeld, de kilometerheffing en het bestuur van Ajax, en voor de omroep Wakker Nederland (WNL) en Johan Cruijff.
Paradijs noemt het actievoeren zelf ‘strijdbaarheid’: “De Telegraaf is gewoon weer zichzelf. Een beetje actievoeren hoort daarbij. Dat zit in onze genen.”
Mediahistoricus Wolf: “Er wordt wel gezegd dat De Telegraaf een campagnekrant is sinds Sjuul Paradijs hoofdredacteur is. Dat is het eigenlijk al veel langer. Maar Paradijs is zeker een warm voorstander van campagnes en heeft deze koers ook versterkt.”
Burlage: “De hoofdredactie is natuurlijk altijd verantwoordelijk, maar het initiatief tot een campagne komt altijd vanuit de redactie als collectief.” Wolf: “Het idee ontstaat vaak bij de koffieautomaat. De redacteuren en adjuncten bepalen in grote mate wat er gaat gebeuren, de invloed van Paradijs moet niet overschat worden.”
Zijn deze campagnes vooral door idealistische of commerciële overwegingen ingegeven? Beide, zeggen Wolf en Bode. Bode: “De krant staat er echt achter. Neem Griekenland. Je stuurt daar een verslaggever naar toe en die komt terug met verhalen over een enorme zwarte economie en mensen die op hun 52e met pensioen gaan. De krant wil politici echt bewegen door dit aan de kaak te stellen.” De commerciële overweging is volgens Bode dat het de lezers echt aanspreekt. “En we willen ons onderscheiden van andere kranten.”
Het is de vraag of de campagnestrategie werkt. Het veranderende mediagebruik in het internettijdperk beukt harder in op de oplage dan de uitgesproken, populistischere koers die hij heeft ingezet goed kan maken. De Telegraaf kampt al jaren met een aanhoudende oplagedaling die erger is dan bij andere kranten. Bij het aantreden van Paradijs was de totaal verspreide oplage 658.000. Dat is in bijna drie jaar tijd gedaald met ruim 6 procent tot zo’n 616.000 exemplaren.
Paradijs ziet wel in dat als De Telegraaf een massamedium wil blijven, hij in zal moeten zetten op andere kanalen: de (zeer goed bezochte) website, mobiele telefoon en de door Paradijs geïnitieerde publieke omroep WNL.
Het moest een keer misgaan
Sinds het aantreden van Paradijs is er ook weer meer ophef rond De Telegraaf. Geruchtmakend was het interview op de voorpagina met Ruben, de enige overlevende van de Tripoli-vliegramp. Heel Nederland viel vervolgens over de krant heen.
Drie weken geleden wijdde het televisieprogramma Zembla een uitzending aan De Telegraaf, waarin verslaggever Martijn Koolhoven ervan werd beschuldigd verhalen te verzinnen en te zijn omgekocht door een vriend. Koolhoven zou hierna op non-actief zijn gesteld. Vorige week berichtte de krant dat Koolhoven de krant zou verlaten. Wolf: “Dat is absoluut een drama voor Paradijs, een persoonlijke nederlaag. Belangenverstrengeling is echt een journalistieke doodzonde.”
In hoeverre valt Paradijs dit aan te rekenen? Burlage: “Bij De Telegraaf hebben de verslaggevers altijd een maximale vrijheid.” Bode: “Anarcho-liberaal noem ik dat altijd. De vrijheid die je krijgt, daar moet je wel mee om kunnen gaan. Als een verslaggever niet de waarheid spreekt, waar sta je dan? De krant heeft trouwens wel een stuk of tien van die primeurjagende Koolhoventjes nodig.”
Volgens Wolf moest het wel een keer mis gaan. Wolf: “Ik hoorde dat de chef van Koolhoven wel eens zei: ga maar terug om nog het een en ander te checken. Koolhoven liep dan door naar Paradijs, van wie het dan wel gelijk gepubliceerd mocht worden.” Lector crossmediale kwaliteitsjournalistiek aan de Hogeschool Utrecht Piet Bakker: “Het is mogelijk dat men altijd de schade heeft afgewogen tegen de voordelen: publiciteit, lekkere stukken. Dat er met Koolhoven iets aan de hand was, moet iedereen hebben geweten. Hij heeft lang op het randje gebalanceerd.”
Als de paus in Rome
Op een klein berichtje in de krant na heeft De Telegraaf niets over de kwestie naar buiten gebracht. Is dit ijdelheid van Paradijs? Bode: “Het is een keuze van de hoofdredactie om hier verder niks over te zeggen. De reden zal zijn dat ze vinden dat dit een privézaak is. Ik ga Sjuul niet de maat nemen, maar ik had persoonlijk wel een uitleg naar buiten toe gegeven.”
Bakker: “Het ontslag van Koolhoven is minimaal gebracht in de krant en dat is al een cultuuromslag, voorheen zou de krant het nooit toegegeven hebben.”
Jeroen Sprenger, oud-voorlichter van het ministerie van Financiën, was lid van de commissie-Paradijs die voorstellen deed om de verstandhouding te verbeteren tussen journalisten, politici en hun voorlichters. Hij vindt dat Paradijs te gemakkelijk wegkomt met de zaak-Koolhoven. “Bij de Volkskrant werd een knaap ontmaskerd (Jan Haerynck, red.) die zijn verhalen bij elkaar verzon. Daar heeft de krant toen een reconstructie van gemaakt, een journalistieke correctiemethode waarmee je laat zien dat je beschikt over zelfreinigend vermogen. Dat verwacht je ook van het grootste medium van Nederland. Sjuul zou wat moediger moeten zijn.”
Het doet Sprenger denken aan de keer dat De Telegraaf ‘aan de lopende band aan het Bos-bashen was’. “Bij de ‘Bos-belasting’ bijvoorbeeld, was niet minister van Financiën Wouter Bos maar staatssecretaris Jan Kees de Jager verantwoordelijk. Ik ging naar Amsterdam om daar met Sjuul over te praten, maar hij gedroeg zich als de paus in Rome, onbenaderbaar. Wel vriendelijk, maar niet open voor discussie. Het enige wat hij deed was zich beroepen op een lezersonderzoekje waaruit zou blijken dat hij gelijk had.”
Hoeveel ophef er ook ontstaat rondom de krant, Wolf schat in dat Paradijs en De Telegraaf er makkelijk mee weg komen. Wolf: “Door alle deelkranten zoals Privé en Telesport zijn lezers heel gebonden aan de krant en zullen ze niet snel hun abonnement opzeggen.”