Amsterdam wil voortaan de camera’s op de ringweg inzetten voor de zoektocht naar criminelen. Met de camera’s worden vanaf eind 2011 alle kentekens gecontroleerd. Maar deze techniek is omstreden. Stichting Privacy First daagt de Amsterdamse politie voor de rechter: “Ik wil weten waar de juridische grens ligt.”
Er komt een muur rond de binnenstad van Amsterdam. Een muur gevormd door camera’s. Wie een boete heeft openstaan, komt er niet zomaar in. Daar zorgt de Amsterdamse politie voor. Geen auto kan straks nog ongezien de ring binnendringen.
Op alle autowegen die naar de Amsterdamse binnenstad leiden, hangen camera’s. In totaal zijn dat er nu 53. Die camera’s gebruikt de gemeente om te controleren of bepaalde vrachtwagens die niet aan de milieueisen voldoen, toch door de binnenstad rijden. Als de camera’s die voertuigen herkennen, krijgt de eigenaar een boete opgestuurd.
Maar de politie kan meer met de camera’s. Door ze te koppelen aan een computerprogramma dat nummerborden van auto’s kan scannen en vergelijken, kunnen alle langsrijdende auto’s worden vergeleken met andere kentekens op een lijst. Automatic Number Plate Recognition (ANPR) heet dat.
Als de kentekens van criminelen op zo’n lijst staan, zijn ze gemakkelijk te traceren. De politie ontvangt een signaal als het kenteken is gesignaleerd en weet dan ook waar en hoe laat de crimineel langsreed.
Door de andere camera’s is de beweging van de crimineel te volgen.
Dat betekent wel dat alle andere langskomende auto’s ook worden gefilmd. Burgemeester Eberhard van der Laan maakte vorige week bekend dat het juridisch mogelijk is. De politie gaat de camera’s in eerste instantie gebruiken om criminele jongeren en overlastgevende taxichauffeurs in de gaten houden. In de toekomst kunnen ze ook voor andere doeleinden worden gebruikt, zo laat de burgemeester weten. Bijvoorbeeld door deze camera’s te combineren met de beveiligingscamera’s in het centrum. Technische mogelijkheden om de beweging van de burger te registreren zijn er genoeg. Maar hoe ver mag de politie gaan?
“Je wordt continu gevolgd en je hebt als burger niet de keuze om het uit te zetten” zegt Bas Filippini, voorzitter van de stichting Privacy First. Hij vindt de nieuwe technologie een bedreiging voor de maatschappij. “Iedere burger wordt door deze maatregel een potentiële verdachte. Je moet de overheid vertrouwen, maar die overheid wantrouwt zelf de burger.”
Arnold Roosendaal, onderzoeker van recht, privacy en technologie aan de universiteit van Tilburg (UvT), verwacht geen grote impact van de camera’s op de privacy van de Amsterdammers. “Er gebeurt alleen iets met de gegevens die al in het politiebestand staan.” Toch kan de technologie volgens hem ‘benauwende’ situaties opleveren. “Wat als jouw kenteken ten onrechte op de lijst van verdachte kentekens terecht komt? Of als je de openstaande boete betaald hebt. Verdwijn je dan wel van de lijst?”
De regels voor het scannen van de nummerborden zijn volgens Roosendaal simpel. Het doel moet aansluiten bij de politietaken van het bewaken van de openbare orde en veiligheid. “Maar dat zijn rekbare begrippen. Eigenlijk heeft de politie dus veel ruimte om deze technologie te gebruiken.”
Technologie
In andere Nederlandse steden, zoals Rotterdam en Zwolle, maakt de politie al jaren gebruik van de camera’s met nummerbordherkenning. Door de toegenomen mobiliteit van burgers heeft het voor de politie minder zin om de wijken in te gaan, oordeelde de Raad van Hoofdcommissarissen in 2005. Een politieagent kan handmatig hoogstens enkele tientallen nummerborden per uur vergelijken, met de automatische programma’s zijn dat er enkele duizenden.
De technologie biedt nog veel meer mogelijkheden. De regio’s die ANPR gebruiken, vergeleken de afgelopen jaren niet alleen de nummerborden van de vergelijkingslijst, maar registreerden ook alle gegevens van andere passerende auto’s. Die kon de politie bij later onderzoek gebruiken. Zo kan na een moord bijvoorbeeld worden onderzocht of de verdachte met zijn auto in de buurt is geweest.
Onacceptabel, oordeelden zowel de Nationale Ombudsman als het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) in 2009. Het bewaren van alle gegevens was in strijd met de wet en bovendien een zware inbreuk op de privacy van de burger. De juridische afspraken over het gebruik van deze nieuwe technologie waren op dat moment vaag. Daarom stelde het CBP een richtlijn op, gebaseerd op de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politiegegevens. Het oordeel: onder bepaalde voorwaarden mag de ANPR-techniek wel worden toegepast, maar alle gegevens van kentekens die niet op de vergelijkingslijst staan, moeten onmiddellijk worden verwijderd.
“Wij houden ons aan de wet”, zegt burgemeester Van der Laan nu. Alle auto’s worden gefilmd, maar alleen de informatie over kentekens die ook op de vergelijkingslijst staan, de ‘hits’, wordt bewaard door de politie. De andere kentekens worden verwijderd. Bij een hit komt de politie gelijk in actie, precies zoals het CBP bepleit in haar richtlijn. Zolang de politie een opsporingsdoel heeft en direct in actie komt, mag de techniek worden gebruikt.
Maar de Amsterdamse politie wil nog verder gaan. In 2010 publiceerde de politie een rapport over de mogelijke functies van het cameragebruik in de toekomst. Een centrale kamer waar alle camerabeelden uit de stad samenkomen bijvoorbeeld, waar ook gezichtsherkenningssoftware op camerabeelden kan worden toegepast. Hoe het gebruik er in Amsterdam daadwerkelijk gaat uitzien is nog niet bekend. “We moeten nog overleggen wat wel en niet mogelijk is en waar we naartoe willen”, zegt een woordvoerder van de burgemeester.
Privacy
“Ik ben huiverig voor een koppeling van die systemen”, zegt Roosendaal, van de UvT. “De politie krijgt de laatste jaren steeds meer bevoegdheden om in kaart te brengen waar de burger zich op welk moment bevindt. Als je de kentekenherkenning koppelt aan de gezichtsherkenning op de camera’s van de binnensteden, kun je van minuut tot minuut in kaart brengen wat iemand doet. En een fout in het ene systeem leidt snel tot een fout in de andere systemen.”
“Bangmakerij, die privacy bezwaren”, zegt CDA’er Lex van Drooge. De kentekens komen alleen op de vergelijkingslijst terecht na toestemming van de Officier van Justitie. En veiligheid gaat voor privacy, vindt hij. “Liever tien keer ten onrechte gefouilleerd dan één keer een mes tussen mijn ribben.” De CDA’er stelde als eerste in de gemeenteraad vragen over de juridische mogelijkheid de milieucamera’s voor veiligheid te gebruiken. We hebben de camera’s toch, redeneert hij. Waarom zou je ze dan niet gebruiken om gestolen auto’s terug te vinden en criminelen te op te sporen?
Van Drooge vindt dat er in Nederland volstrekt overtrokken wordt omgegaan met privacy. “Hoezo zou het mijn privacy aantasten als ik gefilmd wordt terwijl ik in mijn auto door de binnenstad rij? Ik ben toch niet schuldig? Alleen voor dieven is het niet zo prettig. Ikzelf heb niets te verbergen.”
Een drogreden, volgens de privacy activisten. Want wie bepaalt wat verdacht is? Niet de burger zelf, maar de overheid die de burger via camera’s in de gaten houdt. “U bent zo vaak op die plek geweest en daar was ook een crimineel. Heeft u er iets mee te maken?”
Privacy First bereidt daarom een rechtszaak voor tegen de Amsterdamse politie. “We hebben een netwerk van juristen achter ons staan en we hebben een oproep gedaan aan pro-Deo advocaten om ons te ondersteunen”, zegt Filippini. Hij vraagt zich af of het doel van het gebruik van de ANPR wel in verhouding staat tot de consequenties. En of er niet beter andere methodes gebruikt kunnen worden, die minder impact hebben op de vrijheid van de burger.
Wetswijziging
Anders dan in de meeste andere EU-landen kunnen wetten in Nederland niet aan de grondwet worden getoetst. De rechter zou daarmee te veel op de wetgevende stoel terechtkomen, een inbreuk op de scheiding der machten. Wel kunnen wetten worden getoetst aan internationaal recht. Filippini wil doorprocederen tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. “Ik wil weten waar de juridische grens ligt.”
Die grens is onduidelijk, en bovendien in beweging. Toen het CBP in 2009 oordeelde dat politieregio’s de kentekens van ‘onschuldige’ passerende auto’s niet mochten opslaan, kondigden de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie aan hier verandering in te brengen. Er was te weinig wettelijke ruimte voor de politie om de nieuwe technologie toe te passen. Een wetswijziging is in de maak.
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie maakte in januari de conceptversie van de wetswijziging openbaar. Hij wil een landelijk systeem van kentekenherkenning mogelijk maken. De politie kan criminelen dan door het hele land signaleren en volgen. Ook moet de wetswijziging het mogelijk maken om de kentekens van niet-verdachte auto’s vier weken lang te bewaren, zodat de “pakkans van criminelen” groeit.
Het CBP reageert negatief. “De politie krijgt door deze wettelijke basis de bevoegdheid om alle passanten op Nederlandse wegen als potentiële verdachten in politiebestanden op te nemen”, schrijft het college in een reactie. Ook de politietaak ‘opsporing van strafbare feiten’ is volgens het CBP te weinig specifiek om als reden te gelden voor het aantasten van de privacy.
De conceptwetswijziging gaat binnenkort naar de Raad van State, waarna hij zal worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Wat er met het negatieve advies van het CBP is gebeurd, wordt dan duidelijk. De politie Amsterdam bereidt zich intussen voor op de nieuwe functie van de milieucamera’s. Eind 2011 mogen ze beginnen met scannen.