Nieuw volk in de Javastraat

De Javastraat in de Indische Buurt is opgeknapt. De voormalige Vogelaarwijk heeft nieuwe klanten en nieuwe regels. Eerst was er nooit politie, nu komen ze met een meetlat mijn stalling opmeten.

Javastraat. Foto: NAPnieuws.
Javastraat. Foto: NAPnieuws.

De PC Hooftstraat van Amsterdam Oost. Dat was de Javastraat in de jaren zestig. In zijn vrijwel lege café op Javastraat nummer 1 legt eigenaar Gijs de Rooy zijn vergelijking uit. “Iedereen kwam toen naar de Javastraat om te winkelen. Je kon hier alles halen.” Achter zijn bar maakt De Rooy grote zwaaibewegingen met zijn armen. “Damesmode. Herenmode. Schoenenzaken. Snuisterijen. Banketbakkers.” En ’s avonds flaneerden de jongens over de brede stoep, op zoek “naar een verkering”. De Rooy, geboren in 1953, was er zelf te jong voor, maar de bijnaam van zijn straat weet hij wel: “Als het donker werd, dan heette het hier de Meidenmarkt.” Hij knikt. In de Javastraat kon je echt alles halen.

Vanuit zijn café op de hoek aan het begin van de Javastraat heeft De Rooy de Indische Buurt de afgelopen 38 jaar zien veranderen: van een volksbuurt met een populaire winkelstraat tot een probleemgebied met het weinig flaterende label ‘Vogelaarwijk’. Eén van de veertig slechtste wijken van Nederland. De damesmodezaken, schoenenwinkels en bakkerijen vertrokken. Andere winkels kwamen in hun plaats. De Rooy vat het winkelaanbod samen: “Groenten, mobiele telefoons, drugs en plastic zooi.” Nu krijgt de Javastraat weer wat van haar oude allure terug, met een divers winkelaanbod. Althans, als het aan stadsdeel Oost ligt. Want niet iedere winkelier op de Javastraat is tevreden met de veranderingen.

Vernieuwing Javastraat
Het stadsdeelbestuur besloot in 1999 dat de Indische Buurt beter kon. Zij kwamen met een langlopend vernieuwingsplan om de wijk binnen 10 jaar te verbeteren. Tweeduizend woningen, voornamelijk van woningbouwcorporaties, moesten binnen tien jaar verkocht worden aan particulieren. De buurt werd opgedeeld in vier stukken (kwadranten). De Javastraat ligt in de noordwestelijke kwadrant. Dit gedeelte moest een levendige stadswijk worden met een breed cultureel en culinair aanbod. Het Javaplein kreeg een opknapbeurt en een groot nieuwbouwproject werd gerealiseerd: het Borneohof, met meer twee keer zo veel huurwoningen in de vrije dan sociale sector.

Mediterraan

In 2008 kreeg de Javastraat een opknapbeurt. Het moest een “wereldpassage” worden met een “mediterrane uitstraling”. De grijze stoeptegels maakten plaats voor een rechthoekige, goudgele variant. Het trottoir werd verbreed en het aantal parkeerplaatsen teruggebracht. Automobilisten konden voortaan alleen nog maar fileparkeren.

Nog steeds heeft de Javastraat 21 groentewinkels. Maar boven de winkelpanden prijken nu ook 25 ‘Te Koop’-borden. Voor De Rooy betekent dit: “meer jongelui.” Hij wil binnenkort buitenlands bier gaan schenken. “Ze willen wat anders drinken dan een Heineken en zo’n gewoon wijntje”, zegt De Rooy, terwijl een fles huiswijn van een grote supermarktketen laat zien.

Gezeur

Voor Yasin Ata, eigenaar van een groentewinkel op nummer 56, betekent de opknapbeurt vooral “veel gezeur”. Ja, het is mooi geworden en die jonge mensen zijn “alleen maar leuk”, maar helemaal tevreden is de roodharige winkeleigenaar niet. “Ik kan niet meer normaal laden en lossen. Zoals dat vroeger kon.” En dat is volgens Ata: snel de vrachtwagen achteruit de stoep op en de kratten vanuit de laadbak meteen de winkel in dragen. “Nu is het laden, lossen, boete.” Hij stapt achter de kassa vandaan en loopt langs de jongen die al een tijdje wacht om een zakje rode pepers en vier sinaasappelen af te rekenen. Ata wijst naar buiten, waar zijn groenten in kratten staan uitgestald. “Tien jaar zit ik hier. Eerst was er nooit politie, nu komen ze met een meetlat mijn stalling opmeten.” Hij maakt een ruimte tussen zijn twee wijsvingers en kijkt er met toegeknepen ogen doorheen. “Steekt-ie vijf centimeter uit? Boete.”

Buiten begint een autoalarm te loeien. Een man heeft met zijn witte bestelwagen een klein, zacht zetje gegeven tegen een zwarte Mercedes. Zijn bestelwagen past er nu precies tussen. Hij loopt naar de parkeerautomaat, gooit er wat geld in en loopt op een rustige tred de groentewinkel van Ata binnen.

Ata lijkt het niet te merken. Zijn grote frustratie: dat zijn winst niet stijgt, ondanks alle vernieuwingen. De zorgen nemen toe. “De huur gaat omhoog en ik moet met veel meer dingen rekening houden.” Zoals de renovaties in de straat, waardoor het bouwstof regelmatig op zijn uitgestalde waar neerdaalt. Hij wijst weer naar buiten. “Laatst nog een hele lading kersen moeten weggooien.” Of de winkeliersvereniging, waar hij, in tegenstelling tot café-eigenaar Gijs de Rooy, geen lid van is. Zij organiseren volgens Ata te veel straatfeesten. Met harde stem en zijn vinger nog steeds in de lucht: “Daar gaat een dagomzet. En dan verwachten dat ik daar 150 euro lidmaatschap per jaar voor betaal.” Ata kijkt naar de klant die nog steeds wacht. “Oh sorry.” Hij gebaart dat hij alles gratis mag meenemen.

Kerstversiering

De voorzitter van de winkeliersvereniging, Judith Seymonson, heeft een telefoonzaak tegenover Ata, op nummer 47. Hoewel Seymonson, van oorsprong Surinaamse, zelf pas lid werd in 2007, kan ze nu niet begrijpen waarom mensen geen lid zijn. Die vindt ze “behoorlijk dom”. Mensen als Gijs de Rooy, die wel lid zijn, kijken  vooruit. Het gaat goed met de winkeliersvereniging, zegt Seymonson, terwijl ze een klant een mobiele telefoon overhandigd. “Toen ik in 2007 gekozen werd, waren er zeven of acht leden.” Nu verwacht Seymonson rond de tachtig leden. “Meer budget om straatfeesten te organiseren en kerstversiering op te hangen.” En een website te onderhouden, waar alle ondernemers in het gebied van de Javastraat, ook niet-leden, gratis reclame mogen maken. Want Seymonson sluit niemand uit. Iedereen mag bij haar langskomen als ze ergens mee zitten. “Ik zeg dan wel eerst: ‘je bent geen lid en toch moet ik je helpen?’”

Het probleem van de huurverhoging is Seymonson niet onbekend. “Betaalde je eerst 900 euro per maand, dan kan het goed zijn dat je 1500 euro gaat betalen als het klaar is. Dat is lastig, want als winkelier moet je meewerken.” Maar het is ook logisch, vindt Seymonson. “Een huiseigenaar renoveert een pand en ziet: hierdoor wordt én het pand én de buurt beter.” Het advies dat ze geeft aan de winkeliers die langskomen voor hulp: “Goede afspraken maken en je niet laten wegpesten. Je poot stijf houden.” En ook: inspelen op de veranderingen. Seymonson: “Je kan als ondernemer niet achterover leunen en een beetje koekeloeren hoe de straat verandert.”

Typisch Nederlands

De ijzerwinkel van Theo van Kalken in de Sumatrastraat, een dwarsstraat van de Javastraat, moet binnenkort een maand dicht. Met zijn armen over elkaar staat Van Kalken in zijn winkel vol gesorteerde moeren, schroeven, spijkers, beitels en hamers. De eigenaar van het winkelpand wil renoveren, zodat de appartementen erboven verkocht kunnen worden. Van Kalken weet niet of zijn klanten hem daarna nog weten te vinden na een maand gesloten te zijn. En of hij dan de huur nog kan betalen. “Ik heb het zo vaak gezegd tegen de winkeliersvereniging en het stadsdeel. Zo verdwijnen winkels die hier al jaren zitten. Doe er wat aan!” Hij telt op zijn vingers: “Reska Radio is failliet, drogisterij Schoemacher en drankenhandel Hamels zijn weg. Straks ben ik ook weg en dan zeggen ze: ‘gut, wat jammer, daar hadden we toch wat aan moeten doen’.” Typisch Nederlands, noemt hij dat.

Van Kalken heeft ook niet veel met de verjonging van zijn klanten. Verlegen, noemt hij ze. “En wantrouwig. Ze luisteren alleen maar naar het mannetje op internet dat hen op de i-Phone uitlegt welk moertje ze moeten kopen. Ik kan er net zo goed niet staan.” Behalve om af te rekenen dan. “En dan willen ze pinnen. Tien cent.” Daar doet hij niet aan. Inspelen op de veranderingen in zijn straat, zoals café-eigenaar Gijs de Rooy dat wel doet? Van Kalken haalt zijn schouders op. “Misschien is dit ook wel een uitgestorven beroep.”

Enhanced by Zemanta
Vernieuwing Javastraat

Het stadsdeelbestuur besloot in 1999 dat de Indische Buurt beter kon. Zij kwamen met een langlopend vernieuwingsplan om de wijk binnen 10 jaar te verbeteren. Tweeduizend woningen, voornamelijk van woningbouwcorporaties, moesten binnen tien jaar verkocht worden aan particulieren. De buurt werd opgedeeld in vier stukken (kwadranten). De Javastraat ligt in de noordwestelijke kwadrant. Dit gedeelte moest een levendige stadswijk worden met een breed cultureel en culinair aanbod. Het Javaplein kreeg een opknapbeurt en een groot nieuwbouwproject werd gerealiseerd: het Borneohof, met meer twee keer zo veel huurwoningen in de vrije dan sociale sector.