Als het aan de gemeente Amsterdam ligt, moeten binnen een jaar 184 prostitutieramen op de Wallen zijn verdwenen. ‘Een steek onder water voor de ondernemers’, vindt Jan Broers van het Samenwerkingsoverleg Raamexploitanten.
Amsterdam, 15 feb – Een groepje jongens gehuld in de Engelse vlag loopt luid zingend over het Oudekerksplein. Een van hen blijft stilstaan wanneer een wulpse, schaars geklede vrouw hem vanachter haar raam speels wenkt. Joelend duwen een paar vrienden hem richting de deur, waar de vrouw al staat te wachten. Even lijkt hij te aarzelen, maar draait zich dan met een rood hoofd om. Gierend van de lach loopt het groepje verder, terwijl de vrouw weer plaatsneemt in haar rode licht.
Een vertrouwd beeld voor Jan Broers (62), eigenaar van prostitutiepanden op de Wallen. Maar als het aan de Gemeente Amsterdam ligt, komt hier het komende jaar verandering in. Via een nieuw prostitutiebestemmingsplan, dat nu voor goedkeuring bij het college van B en W ligt, wil de gemeente afdwingen dat 62 panden hun prostitutiebestemming verliezen. Het gaat voornamelijk om prostitutiepanden op en rondom het Oudekerksplein. Dertig panden zijn inmiddels al in handen van woningcorporaties. Over een jaar mag slechts zestig procent van de prostitutieramen overblijven, geconcentreerd rondom de Oude Nieuwstraat en de Oudezijds Achterburgwal.
Broers is secretaris van het Samenwerkingsoverleg Raamexploitanten. De vereniging vertegenwoordigt 95 procent van alle eigenaren van prostitutiepanden en raamexploitanten in Amsterdam. Een ‘gemene zaak’ noemt hij het nieuwe bestemmingsplan. “De gemeente staat gewoon te liegen. Ze zeggen dat hier veel criminaliteit zit. Waar dan? In heel 1012? Je kunt toch niet een heel gebied over een kam scheren. Als de hele buurt zo verrot is, moet je alles maar sluiten.”
Een wip en een brood
Broers is opgegroeid op de Wallen en heeft de buurt met eigen ogen zien veranderen in een toeristische trekpleister. “Vroeger moest alles hier in het geheim. Zaten die vrouwen aangekleed, niet te veel in het zicht. Nu is alles open en bloot. Naar de hoeren gaan is net zoiets als even langs de bakker gaan geworden, ‘even een brood halen, een wip maken en naar huis’.”
Zelf zit Broers al veertig jaar in het vak. Over het aantal panden dat hij bezit wil hij niets kwijt, ‘dat doet er niet toe’. Weg wil hij in ieder geval niet. “Ik doe toch niets verkeerd? Wat de gemeente doet is ons in een kwaad daglicht zetten. Mijn bedrijf is opeens een vies bedrijf. Ze kunnen de pot op wat mij betreft. Zolang ik mijn vergunning heb, blijf ik zitten.”
‘Dommigheid’
Volgens de gemeente is er op de Wallen zoveel criminaliteit, dat ‘gewone politiemiddelen’ – politie en justitie – niet meer voldoen. Het nieuwe bestemmingsplan moet praktijken als vrouwenhandel en witwasserij in deze ‘criminogene zone’ ‘beheersbaar’ maken. “Onzin”, vindt Broers. “Als het zo erg is als ze zeggen, zet dan gewoon meer politie neer.” Zelf is hij sceptisch. “Volgens de gemeente zou hier overal vrouwenhandel zitten. Nou waar dan? Ik zie het niet. Begrijp me niet verkeerd, ik verfoei vrouwenhandel en ik ga niet ontkennen dat hier niets gebeurt. Maar er gebeurt overal wel wat. Je moet de dingen wel in hun context zien.”
Prostituees zijn volgens Broers door het sluiten van ramen en panden alleen maar slechter af. “Hier wordt ten minste nog gecontroleerd. De politie loopt hier in en uit. Waar zijn al de dames heen die achter die 110 ramen zaten die ze al hebben gesloten? Die zijn verdwenen. Die zijn heus niet gestopt met werken. Maar nu wel onbeschermd. Zo worden ze alleen maar sneller het illegale circuit ingestuurd.”
‘De gemeente heeft geen visie’
Door de Wallen als ‘crimogene zone’ te bestempelen schetst de gemeente een onterecht negatief beeld, vindt Broers. “Wij worden nu gezien als het vuilnisputje van Nederland, waar alleen maar boeven en criminelen zitten. Amsterdam heeft in het buitenland altijd een bepaalde waarde gehad. Tolerantie. Hier kon en mocht alles. Prostitutie, blowen, drinken op straat. De gemeente heeft dat altijd laten gaan en nu moet daar opeens een einde aan komen?”
Wethouder Asscher wil de buurt ‘opwaarderen’: coffeeshops en horecagelegenheden als snackbars moeten dicht en ramen moeten verdwijnen. “Maar wat is dan opwaarderen?”, vraagt Boers gekscherend. “Horeca vervangen door horeca? Een bakkertje of een slager kan de huur van deze panden echt niet betalen, die komen hier niet zitten. Nu wil de gemeente hier een vijf sterren hotel gaan bouwen. Wie komt daar op af? Jan met de pet kan dat niet betalen. Je maakt zo’n publiekstrekker als dit totaal kapot.”