Binnen Nederland voelen Amsterdammers zich misschien hip, maar volgens kenners en buitenlandse bezoekers doet Amsterdam het op het gebied van mode het minder goed. “Mooie schoenen vinden in Amsterdam is bijna onmogelijk.”
Amsterdam, 15 feb – “In Nederland maakt het niet uit wat je aan hebt. In dezelfde spijkerbroek die je ’s ochtends aantrekt, kun je ’s avonds door naar een restaurant of een club. In Milaan word je op kleding en accessoires afgerekend”, zegt Marcella (23) uit Milaan. Nadien (27) ziet echter geen verschil tussen modestraatbeeld in Amsterdam en haar stad Düsseldorf. Marina (21) uit Kiev struikelt op naaldhakken over de Dam. Ze begrijpt niet waarom Nederlandse dames vaak geen hakken dragen. “Vandaag ging ik winkelen in Amsterdam. Mooie schoenen vinden in Amsterdam is bijna onmogelijk.”
Peter Leferink, Hoofddocent Fashion & Design van Amsterdamse Fashion Instituut vindt dat Nederlandse winkeliers hun opvoedkundige taak laten liggen. “Als een klant de winkel binnenstapt, dan geeft de winkelier geen kledingadvies. Hij vraagt: “Wat zoekt u?” Meestal is het iets wat ‘niet te duur’ is en ‘niet te veel opvalt’. En dat krijgt de klant dan ook nog.” Christian Houkes, directeur van Amsterdamse Modemuseum, vindt dat Nederlandse winkeliers en hun klanten zich meer door de glamourwereld moeten laten inspireren. “Dit gebeurt in Nederland nog niet echt. Alhoewel daar door films als ‘Sex and The City’ en ‘Gooische Vrouwen’ langzaam verandering in komt.”
Comfort
Het Nederlandse modestraatbeeld draait voornamelijk om comfort. “In Italië flaneren dames in kleding, in Nederland lopen ze daarin”, zegt Houkes. “In het buitenland is de straat ook een soort catwalk. Nederlandse vrouwen zijn bescheiden, ze spelen graag op safe en zijn bang om boven het maaiveld uit te steken. Ze zijn zuinig en doen weinig impulsaankopen.”
Leferink wijdt de ongevoeligheid voor trends onder andere aan het gebrek van Nederlands mode-erfgoed. “Terwijl Fransen nog steeds het goddelijke zien in mantelpakjes van Chanel en Italianen al eeuwen bezig zijn met vrouwelijkheid, hebben Nederlanders niets om naar terug te kijken. Maar ze kijken ook niet naar andere landen.” Leslie Holden, hoofd van de afdeling Design van het Amsterdamse Fashion Instituut en hoofdmanager van het merk ‘Individuals’ verwijst naar de protestantse achtergrond van Nederland: “Volgens calvinistische opvattingen mag je je identiteit niet laten zien. Je mag ook geen geld uitgeven aan lekker eten en goede drank. In katholieke tradities waren een representatief uiterlijk, goed eten en drinken altijd heel belangrijk.”
Nederlandse mode?
Peter Leferink gelooft niet dat Amsterdamse mode bestaat. “Er bestaat wel zoiets als Nederlandse mode, maar ook dit begrip is discutabel. Nederlanders bewijzen steeds meer dat ze internationale mode maken. Nederlandse designers moeten wel over de grenzen kijken: in Nederland verkopen ze niet.” Nederlandse ontwerpers worden wel steeds bekender. Prinses Maxima draagt kleding van Jan Taminiau, Victor & Rolf hebben de wereldwijde strikjestrend ingezet, Sheila de Vries kleedde koningin Beatrix. “Daar zetten wij Nederlandse mode ook mee op de kaart”, zegt Leferink.
Om meer aandacht te krijgen voor mode in Nederland moet volgens Leslie Holden nog een hoop gebeuren, waaronder een bredere opleiding voor jonge designers, betere promotie van topdesigners in het buitenland en grotere internationale bekendheid en toegankelijkheid van Amsterdamse Fashion Week. “Daarnaast moeten Nederlandse organisaties die zich met mode bezighouden met elkaar in gesprek gaan om in een gezamenlijk manifest vast te stellen hoe het beeld van Nederlandse mode in de toekomst moet uitzien. Dat moet een gezamenlijke missie worden.”
Geen fashion capital
Volgens Holden heeft Amsterdam weinig potentie voor de titel van een fashion capital, maar wel veel kans om een creatieve hoofdstad te worden. “Nederlandse designers zijn ontzettend creatief, maar velen maken eerder kunstwerken dan Fashion. Maar wat heeft het voor zin om kleding te maken die niemand gaat dragen? Tijdens de laatste Fashion Week was ik gechoqueerd hoe slecht de kwaliteit, ideeën en concepten van de collecties waren, zelfs op de openingsdag. Alleen Spijkers&Spijkers lieten kennis van de markt zien. Ze waren de enige die wisten wat een Nederlandse vrouw wil dragen.”
Terwijl deskundigen over Nederlandse modebeeld discuteren, kiezen Nederlandse vrouwen nog steeds voor casual: spijkerbroek en een shirtje, simpel en niet te opvallend. Eddy (31) uit Sheffield vindt het eigenlijk prima zo. ‘Vrouwen in Nederland zien er goed en verzorgd uit. In Sheffield zijn ze bijna allemaal geblondeerd en kort geknipt. En hoe dikker de buik, hoe korter het truitje.”