In de rechtbank Amsterdam dienen vandaag politierechtzaken uit Amsterdam-Noord. De eerste zaak gaat over mishandeling van een verstandelijk beperkte jongen. Het OM eist 140 uur taakstraf.
Amsterdam, 9 feb- “Hij heeft er een broer bij, zo goed ben ik nu voor hem.” Verdachte Omar A. (21) gooit zijn handen verontschuldigend in de lucht. Hij draagt een spijkerbroek, gympen en een zwarte trui. “Ik ben moslim, dit is voor de Islam heel erg. Dit kan echt niet.” Hij moet vandaag voor de politierechter verschijnen omdat hij een verstandelijk beperkte jongen in elkaar sloeg, op 1 augustus vorig jaar. “Ik heb van spijt nachtenlang niet geslapen.”
Themazitting
Het is negen uur ’s ochtends in de rechtbank. Deze zaak is het eerste misdrijf in de speciaal georganiseerde ‘buurtgerichte themazitting’ in de rechtbank van Amsterdam. Vandaag komen zes misdrijven die in Amsterdam-Noord hebben plaatsgevonden voor de politierechter. De bedoeling is dat buurtbewoners zo kunnen zien wat er met criminaliteit in hun buurt gebeurt. Bij deze zaak is alleen nog geen enkele buurtbewoner aanwezig.
Voor Omar A. maakt dat niet uit. Hij is bang voor de uitspraak en zegt zes maanden in onzekerheid te hebben geleefd . “Er staat zoveel op het spel.” Hij is loodgieter, en bang dat hij zijn baan kwijtraakt door deze rechtzaak. “Ik heb een huisje, sport veel. Ben echt bezig met mijn toekomst.” Nooit eerder stond hij voor de rechter.
Hij zou me dood maken
Volgens zijn advocaat gaat het dan ook om ‘’een eenmalig incident.” Op de bewuste dag had Omar A. familie op bezoek. Zijn neefjes speelden buiten in de speeltuin. Niks aan de hand, tot Omar zag dat een oudere jongen zijn neefjes lastig viel. “Mijn neefjes zijn nog maar acht, negen jaar oud.” Toen is hij naar buiten gelopen om te kijken wat er aan de hand was. “En die jongen zei dat hij me dood zou maken.” Ze kregen een woordwisseling, en even later trapte Omar A. de jongen tegen de grond. “Zelfverdediging”, noemt Omar het. Hij spreidt zijn handen en doet na hoe hij de jongen een duw gaf. “Geen vuisten. Echt niet. Hij kwam op me af. Ik zag zwart voor me, raakte in paniek. Ik was bang.”
Het slachtoffer raakte ernstig gewond. Een zwelling op voorhoofd, een dubbel gebroken kaak, beschadigde knieën en ellebogen. Volgens zijn moeder is hij angstig en durft hij niet meer alleen naar buiten. De jongen is verstandelijk beperkt. De officier van justitie: “Al is het niet aan hem af te zien, hij heeft de verstandelijke vermogens van een kind van vijf. Iedereen kende hem.” Omar schudt zijn hoofd. “Ik kom oorspronkelijk niet uit de buurt. Ik kende hem niet.”
Samen in de MacDonalds
Inmiddels wel. Omar A. heeft de jongen opgezocht om zijn spijt te betuigen. Hij heeft hem meegenomen naar de Mediamarkt, om leuke spulletjes te kopen. De advocaat laat de bonnen zien. Ook heeft de advocaat foto’s waarop Omar en het slachtoffer samen in de MacDonalds zijn te zien. “Ik zorg goed voor hem, heb cadeaus gekocht. Ik voel me niet leuk, omdat de jongen verstandelijk gehandicapt is. Zeker niet.”
Er wordt 140 uur taakstraf geëist door het OM, omdat “de reactie absoluut buiten proporties is.” De rechter knikt. Volgens de rechter is deze eis al laag. “Maar omdat de verdachte geen strafblad heeft, en het echt op een incident lijkt, krijgt hij 100 uur taakstraf.” Toch kijkt hij Omar vermanend aan. “Het is geen zelfverdediging. Je hebt meerde malen geslagen en geschopt, dus je bent schuldig aan een strafbaar feit. Om het populair te zeggen: u bent enorm uit uw dak gegaan.”