Alle Amsterdammers hebben hem weleens gehoord: Marc Klardie, de halteomroeper van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf (GVB). Bekend van zinnen als: “Don’t forget to check out with your public transport chipcard” en “Rembrandt Square, entertainment area.” De man achter de stem.
Amsterdam, 4 feb – Marc Klardie (48) zit aan tafel in een kamer boven de tramremise aan de Havenstraat. Zijn stoel staat ver naar achter geschoven. Anders kan hij zijn benen niet kwijt, Klardie is een man van groot postuur. Zo nu en dan trilt de grijze werkkast door de trams die beneden de remise binnenrijden. “Ik ben gek op Walt Disney-muziek”, vertelt Klardie. Hij heeft enkele cd’tjes thuis liggen. “Ik houd vooral van het oudere werk, maar ook de muziek die wordt gedraaid in Disneyland is goed.”
Klardie groeide op in Heemskerk. Na de middelbare school verhuisde hij naar Amsterdam om te studeren aan de UvA. Hij betrok een kamer boven de boekwinkel van zijn vader vlakbij de Westerkerk en leerde Engels en Duits aan de lerarenopleiding. “Dat viel tegen. Toen ben ik maar in de zaak van mijn pa gaan werken. Het was iets tijdelijks, om te besluiten wat ik echt wilde.”
In de jaren tachtig meldde Klardie zich aan bij GVB. “Ik ben drie jaar trambestuurder geweest. Daarna werd ik aangenomen bij de centrale verkeersleiding.” Klardie werkt inmiddels 26 jaar voor GVB en bekleedde in die tijd verschillende functies. Tegenwoordig stelt Klardie lesmateriaal samen voor de rijopleiding van trambestuurders.
Voorheen werden de haltes omgeroepen door ervaren sprekers, zoals Philip Bloemendal, bekend van het Polygoon journaal. Hoe ben je als vaste GVB-medewerker omroeper geworden?
“Per toeval”, grijnst Klardie. “Ik zat in het projectteam van de Combino’s – de nieuwe trams die sinds 2001 rijden. Het waren de eerste Amsterdamse trams die automatisch haltes konden omroepen. Bloemendal was overleden en we waren daarom op zoek naar een nieuwe stem. Na een selectieronde hadden we zeven stemmen geselecteerd. Sommige daarvan waren bekend van tv en radio. De opnames werden naar het bedrijf in Duitsland gestuurd die de boordcomputers voor de trams maakten. Ik had een introductie ingesproken op dat cd’tje. Toen we reactie kregen uit Duitsland, zeiden ze: ‘Stem acht is technisch gezien het best.’ Wij dachten: ‘Stem acht? Het zijn er toch maar zeven?’ Bij het terugluisteren van de cd bleek ik dat te zijn.”
Wat betekent dat: ‘technisch gezien het beste’?
“Wat wordt omgeroepen zijn losse woordjes die door het systeem aan elkaar worden geregen. Daarvoor is een monotone stem het best.” Lachend: “En de mijne was blijkbaar het meest monotoon.”
Herkennen mensen je weleens aan jouw stem?
“Nooit. Zelfs als ik in de tram met mensen zit te praten en onderbroken word door mijn eigen omroepstem, hebben ze helemaal niets door.”
Wordt je weleens vaker gevraagd voor soortgelijk werk?
“Nee, maar ik sta ook niet ingeschreven bij een stemmenbureau. Ik ben wel een keer benaderd door een Duitse spoorwegmaatschappij. Sindsdien ben ik ook te horen in de treinen van de Prignitzer Eisenbahn op de internationale verbinding Enschede-Dortmund.”
Hoe is het om jezelf te horen in de tram, bus of metro?
“In het begin was dat wel vreemd, maar de verrassing is er nu wel af. Ik luister nu vooral of woorden niet raar zijn uitgesproken. Soms kom ik er nog wel een tegen waarvan ik denk: ‘Die moet de volgende keer in de studio opnieuw’. ‘Overtoom’ spreek ik bijvoorbeeld heel raar uit. Maar er zijn ook discussies over hoe je sommige straatnamen uitspreekt. Als je op een briefje ‘Soembawastraat’ hebt staan, waar leg je dan de klemtoon? We overleggen dan met z’n drieën in de studio en dan kiezen we de beste uitspraak. Ik vind het leuk om te kijken hoe mensen erop reageren.”
Zie je ook weleens mensen die geïrriteerd raken door jouw stem?
“Nee, eigenlijk niet. Maar sommige collega’s horen mij natuurlijk dag in, dag uit. Zij drukken mijn stem soms weg. Dat komen ze me dan uiteraard vol trots vertellen.”
“Soms lees ik ook iets over mezelf. Een columnist vond mijn stem passen bij iemand die ’s nachts huizen binnendringt om de ogen van kinderen op te eten, of zoiets. Ik was blijkbaar een eng monster”, zegt Klardie lachend. “Collega’s die iets over mij lezen sturen dat altijd even door.”
“Ik heb ook dingen in het Engels ingesproken. Ik hoor weleens dat sommige mensen de uitspraak niet goed vinden of dat de zinsbouw niet deugt. Soms bellen ze met hun klacht naar de klantenservice. Maar dan krijgen ze mij weer aan de lijn. Ik doe namelijk ook het keuzemenu van de GVB-telefooncentrale. ‘Alle medewerkers zijn in gesprek’, zeg ik dan.”