Amsterdam, 28 jan – Het begrip ‘pied–a-terre’, is voor het eerst opgenomen in de Amsterdamse regelgeving. Voortaan mogen alle niet-Amsterdammers maximaal één huis bezitten in de hoofdstad. Dat besloot de gemeenteraad afgelopen woensdag.
Eerder waren huiseigenaren verplicht de huizen zelf te betrekken of te verhuren. Dat gold echter alleen voor huizen die minder waard zijn dan 164 duizend euro. Van huizen met een hogere waarde gaat de gemeente ervan uit dat ze in de vrije sector verhuurd kunnen worden. In deze sector zijn de eigenaren niet verplicht het huis te laten bewonen. VVD-raadslid Daniel van der Ree noemt dit verschil oneerlijk. “De directeur van Philips mocht een penthouse op de Zuidas gebruiken als pied-à-terre, maar een professor geen studio in De Pijp.”
In augustus kregen meer dan 600 huiseigenaren een brief van de gemeente. Daarin stond dat zij op last van een boete verplicht waren de huizen als huurwoningen aan te bieden in de sociale sector. Een ‘schandalig dreigement’, vindt raadslid Sebastiaan Capel (D66). “De gemeente zette een mes op de keel van de huiseigenaren. Terwijl de stad deze groep mensen, bestaande uit hoger opgeleiden en expats, hard nodig heeft.
In de raadsvergadering van afgelopen woensdag waarschuwde GroenLinks voor mogelijke leegstand door deze nieuwe regel. Zowel Capel als Van der Ree zeggen zich hier geen zorgen over te maken. Capel: “Het college erkent zelf dat de bestaande regels genoeg zijn om leegstand te voorkomen.” Volgens Van der Ree kunnen huisjesmelkers geen misbruik van de nieuwe regels maken. “Het belastingsysteem zal ervoor zorgen dat het niet winstgevend is om één huis in Amsterdam te bezitten zonder die officieel te verhuren.” GroenLinks was niet beschikbaar voor commentaar.