Amsterdam, 26 jan. -De lichten gaan uit. Een paar seconden is het stil. Dan klinkt dansmuziek. Op de catwalk verschijnen modellen in lange vrouwelijke jurken en sportieve broeken van leer gecombineerd met lapjes stof. Wijde tuniekjes, simpele zwarte jurkjes, hoge pumps en laarzen over de knie mogen niet ontbreken. Net als glitter, verwerkt in de materialen en details van de kleding. Dit is de modeshow van het Nederlandse merk Aaiko tijdens de 30ste editie van de Modefabriek in de RAI in Amsterdam.
In 15 jaar tijd is de internationale modebeurs de Modefabriek flink gegroeid. Terwijl er tijdens de eerste editie in 1996 maar 27 deelnemers aanwezig waren, zijn dat er dit jaar meer dan 600. Deelnemers zijn Nederlandse, maar ook buitenlandse ontwerpers. Alles staat in het teken van herfst- en wintercollecties van het seizoen 2011-2012.
Model op zwart paard
Het in zes stukken verdeelde RAI – paviljoen is groot en lijkt onoverzichtelijk. Mooie dames in strakke zwarte catsuits wijzen behulpzaam de weg. Goed geklede eigenaren van meer en minder chique kledingwinkels haasten zich naar de meest verkochte merken, op zoek naar de beste prijsafspraken. Zij kopen hier kleding voor een prijs die ze in hun winkels 2,8 keer hoger mogen maken. Tussen honderden stands met kledingrekken weten zij de weg makkelijk te vinden.
Nederlandse merken doen het goed tijdens de Modefabriek. De stand met strakke vrouwelijke kleding in zwart-wit-rode kleuren van Byoni is opvallend. Tussen de kledingrekjes staat een beeld van een zwart paard waarop twee modellen zitten. Ze dragen elegante jurkjes en beenwarmers met rode strikjes. “Dit is onze tweede keer bij de Modefabriek”, vertelt een vertegenwoordiger van het Friese merk. “De vorige keer hadden wij een klein paardje mee, maar in het afgelopen half jaar zijn wij behoorlijk gegroeid. Daarom hebben wij deze keer een groter paard meegenomen.” “Je hoeft niet perse uit Amsterdam te komen om hip te zijn”, verklaart Moniek Miedema, ontwerpster van Byoni.
Jonge avant-garde designers uit de hele wereld worden tijdens hun modeshow ‘Next & Cutting Edge’ met groot applaus begroet door het publiek. Originaliteit wordt op prijs gesteld. De modellen dragen onvoorstelbare constructies van plooien, zakken, spinnenweb en schuim. Maar worden deze creaties wel verkocht? ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, zegt een vertegenwoordiger van het Nederlandse mannenmerk Escher. De collectie bestaat uit kleding in witte, zwarte, grijze en blauwe tinten, gestructureerd in patronen. “Of dit gaat lopen is nog de vraag.” De collectie is geïnspireerd op de werken van kunstenaar Escher en wordt in februari gelanceerd.
Kijken, niet kopen
Bij de stands met winterjassen is het druk. ‘Wij hebben al een winkel in Rotterdam, maar ook in andere Nederlandse steden worden onze jassen verkocht. Europa raakt steeds enthousiaster over bont. In Frankrijk wordt het al heel veel gedragen’,vertelt Rudi Hermans van het merk Akhèsa. Ook Jacky Luxury maakt zich geen zorgen over de verkoop van hun dure winterjassen met grote vossenkragen. ‘Wij gebruiken bont van vossen die vrij in de natuur rondlopen, ze zitten niet in de kleine hokjes van een fokkerij. Dat is ook te zien aan de kwaliteit van het bont’, vertelt een vertegenwoordiger van dit merk. Naast haar begroet topmodel Kim Feenstra, het gezicht van Jacky Luxury, glimlachend de geïnteresseerde winkeliers.
Terwijl professionals flink onderhandelen, mogen de gewone bezoekers het assortiment alleen bestuderen. ‘Kijken, maar niet kopen’, is de regel voor mensen zonder kledingwinkel. Ook voor de modeshows moeten ze gehoorzaam wachten op de overgebleven plaatsten. Wel kunnen zij zich uitleven in een klein gedeelte van de RAI met tweedehandse kleding van jonge designers. Maar het doel van de bezoekers is niet kopen, maar weten wat volgende winter verplicht in de kast moet. Daarvoor is de Modefabriek een ideale gelegenheid.