Na 2,5 jaar wordt de ‘omstreden’ bouw van het woon- en winkelcomplex aan het Haarlemmerplein eind deze maand hervat. Niet iedereen is even tevreden met het plan van Bouwbedrijf Heijmans om op de gehele begane grond een supermarkt te plaatsen.
Amsterdam, 21 jan – De hele rechterkant van het Haarlemmerplein is bezet met containers en wordt omringd door hekken. Nel de Jager (57), winkelstraatmanager van de Haarlemmerbuurt, – “Ik ben eigenlijk de tussenpersoon tussen ondernemers, gemeente en andere organisaties” – steekt een sigaret op en wijst naar een grote tekening die op een van de hekken hangt. “Daar staat afgebeeld wat het gaat worden, een blokkendoos. Dat past toch niet in deze omgeving?” Ze wijst naar de marktkraampjes aan de andere kant van het plein en verzucht: “Kijk hoe leuk het is, zo’n markt. Daar kun je toch veel meer mee doen.”
Wat is uw grootste kritiek op de bouwplannen?
“Ik heb geen kritiek op het bouwen zelf, maar op de invulling van de ruimte op de begane grond. Men komt kennelijk niet verder dan het neerzetten van nóg een supermarkt. Kleine ondernemers hebben het al moeilijk. En dan niet alleen de bakker of de buurtslager. Het gaat ook om de dierenwinkel of de scharenwinkel, die zaakjes moeten steeds meer inleveren. De charme van de Haarlemmerbuurt is juist die kleinschaligheid, met nog een supermarkt help je dat om zeep. De kleine zaakjes zullen zo langzaam weggeconcurreerd worden.”
Hoe zou deze benedenruimte volgens u moeten worden ingevuld?
“Je moet juist een ruimte creëren die een meerwaarde geeft aan de Haarlemmerbuurt. We hebben meer bezoekers nodig. Mensen gaan echt niet zeggen: ‘daar op dat Haarlemmerplein staat zo’n leuke supermarkt’.”
Wat moet er dan komen?
“Je zou op dit plein de grootste overdekte markt van Amsterdam kunnen realiseren. Een boerenmarkt met goede eetproducten. Daar zou ook een school bij kunnen komen waar jongeren een opleiding tot kok kunnen volgen. Dan krijg je iets waardoor mensen denken, ‘ik ga naar het Haarlemmerplein om wat bijzonders te doen’.”
Hoe wilt u de bouw van deze supermarkt tegengaan?
“Mijn plan ontwikkelen en voorleggen aan de politiek. Ik vind het jammer dat het ze ontbreekt aan enige visie. Wat kun je doen met het laatste bouwproject in de Haarlemmerbuurt? Welke functie zou je daar nou aan kunnen geven zodat het iets toevoegt aan deze buurt? Het is nu gewoon een ratjetoe. Mensen lopen vanuit de Korte Prinsengracht naar het plein en denken, ‘waar loop ik eigenlijk naartoe?’. Je kunt met zo’n markt een springplank maken naar het Westergasterrein een paar kilometer verderop. Daar mag je best wat meer over nadenken als gemeente.”
Bent u niet iets te laat met uw plannen voor de invulling?
“Ik heb vorige week alle fractievoorzitters van het stadsdeel Centrum benaderd en mijn plannen bij de politieke partijen neergelegd. Maar ik heb nog geen reactie gekregen. Ik denk dat het voor de politiek de moeite waard is om het idee van de overdekte markt verder uit te werken. Zo kan het plein een toeristische attractie worden. Je hoort de gemeente niks anders roepen dan, ‘we willen ons als stad onderscheiden’. Ik vind dat ze dan wel wat meer over de mogelijkheden van het complex kunnen nadenken. Het is te snel om meteen te besluiten dat daar dan maar een supermarkt moet komen.”
Hoe gaat de aannemer (Heijmans) op uw plannen reageren, denkt u?
“Hij zal denken, ‘ik heb een project. Dat ga ik bouwen en daar ga ik geld voor krijgen’. Daar is niks mis mee, maar ik zou wel eens tegen hem willen zeggen, ‘denk eens verder dan je neus lang is’. Iedereen is alleen maar bezig met bouwen, bouwen, en afbouwen.”
Hoe serieus gaat hij u nemen?
“Geen idee. Hij zal waarschijnlijk zeggen, ‘als jij iemand hebt die dit project van mij wil kopen, prima’. Maar ik zelf heb daarvoor geen geld. En de begane grondruimte moet als eerste worden gebouwd, dus ideeën voor hoe die ruimte moet worden ingevuld moeten er op tijd komen.”
Waarom komt niemand anders met alternatieven?
“Ik denk dat iedereen hoofdpijn heeft gekregen van dat plein. De gemeente denkt, ‘het ligt al zo lang braak, laten we nu maar gewoon doorgaan’. Al dat getut en ge-wel-niet-wel-niet. Als je bij bewoners uit de buurt het woord Haarlemmerplein laat vallen krijg je vaak als reactie, ‘hou asjeblieft op, wees blij dat er eindelijk wordt gebouwd’. Maar ik kijk ook naar de functionele kant van het verhaal. Je zet wel een gebouw neer voor de komende vijftig jaar. Tenminste, dat mag je hopen.”