Amsterdam, 19 jan – Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER), is bezorgd over Nederland als kennisland. “Als het gaat om kennisinvesteringen, laten we het al tien jaar afweten.”
Dit zei Rinnooy Kan tijdens de opening van het ondernemersevenement Big Improvement Day, gisteren in de Amsterdam RAI. Een jaar geleden werd via een motie in de Tweede Kamer besloten dat Nederland binnen tien jaar tot de top 5 kenniseconomieën in de wereld moet gaan behoren. “Maar zoals de overheidsplannen er nu voor liggen, gaat dat de komende jaren niet lukken”, aldus de SER-voorzitter.
Samen met Agnes Jongerius, voorzitter van de vakbondsvereniging FNV, en Sijbolt Noorda, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten, pleitte Rinnooy Kan voor een overheidsinvestering van 2 miljard euro in het onderwijs. “In plaats daarvan zien we juist een teruggang van 1 miljard euro. Dit is zeer zorgelijk voor de kennis, onderzoek en innovatie in ons land, de drie terreinen die juist verder ontwikkeld zouden moeten worden”, aldus Rinnooy Kan.
Nederland is volgens de SER-voorzitter een ‘grauwe middenmoter’ geworden. “We concurreren op dit moment niet met een succesvol innovatieland als Finland, maar met de Grieken en de Portugezen.” Noorda beaamt dat ‘Nederland eerder naar beneden tikkelt dan naar boven’ op de wereldranglijst. Ook Jongerius maakt zich zorgen. “Het onderwijs vormt het fundament voor een sterke kenniseconomie. Als je er als overheid naar streeft tot de top 5 kenniseconomieën te gaan behoren, zijn verbeteringen in het onderwijs onontbeerlijk.”
De drie sprekers maken deel uit van de KIA-coalitie, de Kennis en Innovatie Agenda, bestaande uit een dertigtal organisaties uit het onderzoek, onderwijs- en bedrijfsleven. De coalitie pleit onder andere voor een hogere beloning voor docenten, verbeteringen in het volwassenenonderwijs en de ontwikkeling van uitdagende programma’s voor excellente studenten. “Wie zegt dat onderwijs duur is weet niet wat domheid kost”, concludeerde Rinnooy Kan, die tevens voorzitter is van het KIA-bestuur.