De reclame van de toekomst wordt door het publiek gemaakt en niet meer door de adverteerders. Consumenten gaan steeds meer bepalen wat het imago van een bedrijf is, door het gebruik van Twitter en andere sociale media. Online marketeer Patrick Petersen deelde gisteren zijn toekomstvisie op de reclamewereld tijdens de lezing Sociale Media in het Beurs van Berlage café.
Amsterdam, 14 jan – De mahoniehouten draaideur maakt krakende geluiden wanneer enkele bezoekers het Beurs van Berlage café komen binnenlopen. Aan de bar zitten drie mannen in pak te genieten van hun eerste biertje. Een ouder stel naast hen houdt het bij een kopje koffie. “Wie van jullie komt er voor het ‘Happy Hour’?”, vraagt een man in een grijs krijtstreeppak. Hij tikt met zijn hand op de microfoon. Een paar mensen kijken verbaasd op, slechts een enkeling steekt zijn hand in de lucht. “Juist.” Volgende vraag: “Wie volgt mij op Twitter?” Geen handen te zien. “Wie heeft er Twitter?” Een paar handen gaan weer aarzelend de lucht in. “Juist.”
Het zijn duidelijk niet helemaal de reacties die Patrick Petersen had verwacht. De expert op het gebied van sociale media laat zich echter niet uit het veld slaan. “Wie van jullie is er actief op sociale media? Facebook? LinkdIn?” Handen schieten dit keer omhoog. “Wie nog op Hyves? Niemand? Allemaal onthyved zeker?” Mensen lachen instemmend, het ijs lijkt gebroken.
Sociale media
Als onderdeel van de naastgelegen tentoonstelling ‘100 Jaar Reclameklassiekers’ in de Beurs van Berlage, wordt in café Berlage dagelijks Happy Hour College georganiseerd: een lezing door iemand uit de reclamewereld. Vandaag is Petersen uitgenodigd om te komen praten over sociale media en hun invloed op het reclamelandschap in Nederland. Hoewel duidelijk niet alle aanwezigen bewust op deze lezing zijn afgekomen, luistert iedereen geïnteresseerd. De biertjes worden ondertussen flink bijgevuld.
“Ikzelf stuur minstens 15 duizend twitterberichten per jaar”, vervolgt Petersen. En hij vertelt over de groeiende rol die de sociale media de afgelopen jaren wereldwijd zijn gaan spelen. Hij stelt het publiek een meerkeuzevraag: wat betekent volgens hen ‘sociale media’? Een paar mensen mompelen iets. “Sociale media gaan over conversaties, over relaties en over vertrouwen. Vertrouwen tussen de markt en de consument”, antwoordt Petersen ten slotte.
Een podium
Petersen vertelt dat hij als adviseur heeft opgetreden bij T-Mobile, na de Twitteraanval door Youp van ‘t Hek. Hij ziet deze affaire – in tegenstelling tot veel anderen – niet als iets negatiefs. “Er is voor een bedrijf niets erger dan niet genoemd te worden in de sociale media. Door Youp’s Twitterbericht heeft T-Mobile een podium gekregen. Het is nu aan hen om dit podium te benutten en die focus om te zetten in iets positiefs.” Zodoende zullen ze er alleen maar beter uitkomen, stelt Petersen. Een paar gefronste wenkbrauwen kijken hem aan, maar Petersen vervolgt ongestoord zijn verhaal. Helaas zijn veel marketeers volgens hem nog onervaren. “Ze weten niet goed hoe ze sociale media kunnen gebruiken.”
Een meisje wil weten hoe een bedrijf kan profiteren van een profielensite als Facebook. “Met reclamebanners aan de zijkant?”, vraagt ze. Juist niet, zegt Petersen. “Daar schenken consumenten echt geen aandacht meer aan.” Bedrijven moeten volgens hem zelf een profiel aanmaken. “Maak een fanpagina waarop je als bedrijf aangeeft wat je aan het doen bent, Speciale acties, wat dan ook. Zo kom je in direct contact met je klanten en creër je vertrouwen. ”
Macht bij de massa
Traditionele reclame is erop gericht om het imago van een bedrijf neer te zetten, vertelt Petersen. “Maar de verschuiving die je ziet is dat wij – de consumenten – nu via de sociale media gaan bepalen wat hun imago wordt.” Zo komt de macht bij de massa te liggen, zegt hij. “Het geheim is om mensen zover krijgen dat ze veel over je bedrijf gaan praten, want als ze niet over je praten, besta je niet”, concludeert Petersen.
Aan het eind van de lezing vraagt iemand uit het publiek of Petersen al naar de tentoonstelling Reclameklassiekers is geweest. “Nog niet”, antwoordt hij. “Maar ik zal er binnenkort naartoe gaan en erover Twitteren.”